9 de gelieerde hypotheekbanken. Als oor zaken van de vertraging die geheel voor rekening komt van nieuw verstrekte vaste leningen, noemde hij o.a. de zeer krappe uitzettingsrente, de enigszins verminderde vraag uit de woningbouwsector en de economische omstandigheden, die de in- vesteringslust niet bevorderen. De krediet- vraag uit de agrarische sector bleef overi gens op het zelfde hoge niveau als in 1973; de invloed van de eind 1972 voor de rund veehouderij sector en de glastuinbouw ingevoerde rentesubsidieregeling is zeer groot. Al in het derde kwartaal van 1973 was er een afzwakking van de groei van de toe vertrouwde middelen. Daar is dit jaar nog niet helemaal een eind aan gekomen, maar we kunnen constateren, dat deze afzwak king in de loop van 1974 toch over zijn hoogtepunt heen is en duidelijk minder sterk is geworden. De besparingen zijn dit jaar tot nu toe weliswaar lager dan in 1973 en 1972, maar niet in verontrustende mate. De heer Verhage meende dat de toekom stige ontwikkelingen met betrekking tot uitzettingen, middelen, interne liquiditeits ruimte en kredietbeperkende maatregelen met enig optimisme kunnen worden tege moet gezien. De reden daarvoor ziet hij in het herstel, dat de inlegoverschotten op spaarrekeningen en bankdeposito's de laatste maanden vertonen, in de steun maatregelen die de overheid voor de land bouw getroffen heeft en in onze eigen recente interne maatregelen met betrek king tot de liquiditeits- en renteregeling. Een negatieve factor blijft echter, dat de 1. Mr. O. W. A. Baron van Verschuer (rechts) in gesprek met mr. J. L. M. Niers, lid van de Raad van Beheer. 2. De heer B. Uittenbroek (Kring Den Haag) houdt een betoog. 3. De delegatie van de Kring Midden-Ne derland-Zuid, de heren Van Dijk, Haan- schoten en Stasse. 4. Mevr. Bomhof (Corrie) haalt de stem biljetten op.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 11