wob
wob
5
zijn de velden nog niet, maar wie er zich
even in verdiept weet, dat men in Afrika,
maar ook in Zuid-Amerika en Z.O.-Azië
op tal van plaatsen bezig is ,,het veld te
bewerken", om een betere toekomst voor
de bevolking te krijgen. Een klein begin
kan soms tot iets groots worden met
enige steun van buiten. Dat heeft de S.S.R.
voor ogen.
ETHIEK
ledereen zal van ons wel willen aanne
men, dat een bedrijf als de Centrale Bank
met aangesloten banken door een onon
derbroken stroom van nota's, verslagen en
rapporten begeleid wordt. Dat is overal zo,
waar in een groot geheel de informatie
verstrekt moet worden en het beleid of
bepaalde beslissingen voorbereid.
Meestal zijn die stukken nogal technisch.
De specialisten geven hun oordeel over
wat kan en wat niet kan en wat eventueel
gebeuren moet.
Toch komen we in zulke voor intern ge
bruik bestemde stukken ook vaak opmer
kingen tegen die op een ander vlak lig
gen dan de specialistische techniek. Een
mooi voorbeeld daarvan troffen we aan
in een recent verslag over bepaalde werk
zaamheden van onze banken. Onder een
apart kopje in dit verslag werd de ethiek
van die werkzaamheden ter sprake ge
bracht.
Dat betekende, dat uitdrukkelijk de aan
dacht gericht werd op de ethische, de ze
delijke gedragslijnen, die wij op dat ge
bied in acht moeten nemen. Het doet er
nu niet toe over welk gebied het verslag
ging, het gaat er ons alleen om met in
stemming deze benadering van het verslag
onder de aandacht te brengen. Want niet
alleen in het persoonlijke leven maar ook
in de bedrijfsuitoefening hebben we met
de ethiek te maken.
Een garagehouder, die aan een auto van
een goedgelovige automobilist onnodig
sleutelwerk verricht of dat alleen maar in
rekening brengt, handelt tegen de ethiek:
hij misbruikt het in hem gestelde vertrou
wen en misschien heeft hij met het oog
daarop het vertrouwen zelfs bewust ge
wekt.
Op dezelfde wijze hebben ook onze ban
ken hun bedrijfsethiek. Omdat een bank
over kennis en deskundigheid beschikt,
die de meesten van haar cliënten niet heb
ben, is de relatie cliënt-bank allereerst
een vertrouwensband. Een vertrouwen, dat
van oorsprong door de cliënt geschonken
wordt.
Voor de bank brengt dit mee, dat zij voor
al in haar adviezen zorgvuldig het belang
van de cliënt voor ogen moet houden. Im
mers, de cliënt zal die adviezen gewoon
lijk opvolgen, want hij is vooral wanneer het
meer ingewikkelde technische zaken be
treft meestal niet ter zake kundig. Hij
neemt dus in goed vertrouwen de raad
van „zijn" bank ter harte.
Die ethiek is daarmee niet alleen een zaak
voor dominees en pastoors of voor zede
prekers, maar iets dat onmisbaar is voor
onze praktijk van alle dag. Enige wille
keurige voorbeelden: geen spaargeld zeer
lang laten uitzetten, als men weet dat de
cliënt het op korte termijn nodig heeft (of
omgekeerd), geen reis verkopen waarvan
tevoren vaststaat dat de koper er niets
aan zal vinden, geen produktie-jagen op
verzekeringen die de cliënt niet nodig
heeft. Met die voorbeelden zouden we ge
makkelijk door kunnen gaan.
Altijd eist onze bedrijfsethiek, dat we ons
handelen zoveel ons mogelijk is afstem
men op het belang van de cliënt.
Dit wordt niet geschreven, omdat er in het
bedoelde verslag misverstanden op dit
punt zouden zijn geconstateerd. Dat was
niet het geval. Maar het feit, dat ook in
de stroom van paperassen, die wij regel
matig verwerken, zo'n „ethisch punt" kan
opduiken, moge nog eens onderstrepen,
wat we allen al wisten.
DE MILJOENENNOTA - II
Op het moment dat dit wordt geschreven,
zijn de eerste commentaren op de rege
ringsplannen voor 1975 bekend geworden.
Traditiegetrouw is er zowel lof als kritiek
ten aanzien van de voorgestelde maatrege
len. Op een enkel punt is er echter alleen
maar kritiek. Zo klinkt van vele kanten het
verwijt door dat de overheid veel te weinig
doet aan een effectieve bestrijding van de
werkloosheid. De door minister Boersma
aangekondigde maatregelen lijken de werk
gelegenheid slechts tijdelijk te verbeteren,
in plaats van dat zij een aanzet vormen
voor een betere werkgelegenheidssituatie
op langere termijn. Op deze wijze bestaat
het gevaar dat de extra overheidsuitgaven,
welke een direct gevolg zijn van de ver
hoogde aardgasprijzen, slechts op korte
termijn rendement zullen opleveren.
In de troonrede is verklaard dat de inko
mensontwikkeling in het midden- en klein
bedrijf de regering met grote zorg vervult.
Dit punt heeft dan ook onmiddellijk de
aandacht getrokken. Minister Van der Stee,
die op onze Algemene Vergadering pleitte
voor een wijziging van de belasting op het
bedrijfsvermogen, heeft zijn idee omgezet
in een wetsvoorstel. In 1975 zal maximaal
50.000,- van het bedrijfsvermogen wor
den vrijgesteld van vermogensbelasting.
Overigens geldt deze regeling voorlopig
maar voor één jaar. De vraag blijft even
wel bestaan of dit bedrag gezien de nood
zaak van de aanwezigheid van een be
drijfsvermogen wel hoog genoeg is ge
steld. De voorgestelde versnelde invoering
van de fiscale oudedagsreserve betekent
ook een voordeel voor de zelfstandigen.
Volgens deze regeling mag jaarlijks 10%
van de winst worden gereserveerd voor de
oude dag met een maximum van 6.000,-
en een minimum van 569,-.
Verder is nu toegezegd dat de sociale ver
zekeringen voor zelfstandigen worden ver
beterd, al zal dit pas in 1976 van kracht
worden. Per saldo menen de zelfstandigen
dat er voldoende rekening is gehouden met
hun belangen.
Voor de landbouw komt hier de gelukkige
omstandigheid bij dat de Europese Minister
raad inmiddels de landbouwprijzen met 5
heeft verhoogd.
Met het oog op een goede ontwikkeling van
de zo noodzakelijke besparingen, blijft het
te betreuren dat het oude wetsvoorstel
Scholten, waarin wordt voorgesteld om een
deel van de rente die men ontvangt op
spaartegoeden vrij te stellen van inkom
stenbelasting op geen enkele wijze is over
genomen.
Al met al bestaat er een zekere teleurstel
ling over de wijze waarop de overheid haar
middelen over de economie heeft verdeeld.