uit onze historie
Cv
banken in de landen van heusden en altena
en de bommelerwaard
y
X
Banken en hun werkgebieden zijn nauw
verbonden, daarom vindt Terugblikker de
geschiedenis van een landstreek of ves
tigingsplaats van even grote betekenis als
de geschreven historie van een plaatse
lijke bank. Veel van het eigene op het plat
teland dreigt in deze tijd te verdwijnen. De
pogingen er iets van te bewaren zullen
misschien niet veel resultaat boeken, maar
ook dit pogen is schoon. Wij doen het met
behulp van notulen, verslagen en andere
ten dienste staande gegevens, die schrijf
stof kunnen leveren. De gevarieerdheid
daarvan is eindeloos en Tb. weet dat nog
grote schatten aanwezig zijn in kluizen,
kisten en zonders van onze banken.
Wat die notulen betreft: soms lijkt het of
een notulist niet weet dat buiten het ver
gaderlokaal ook nog een levende, rumoe
rige wereld bestaat.
Andere notulisten laten de lezer gelukkig
wel eens meelachen met de vergaderden
van eertijds.
Maar toch als droge notulen worden af
gesloten met: ,,een geanimeerde en zeer
geslaagde vergadering van deze zo schone
en nuttige instelling" en met dank aan Jan
en Alleman, dan is het jammer dat van die
geanimeerdheid in de geel geworden pa
pieren niets meer terug te vinden is.
Ook kan het boekdelen spreken wanneer op
de witte, eerste bladzijden van notulen
boeken de op elke vergadering her
haalde christelijke groet: „Geloofd zij
Jezus Christus in eeuwigheid", voluit neer
geschreven is.
Terugblikker neemt u deze keer eens mee
naar het prachtige oude land van Heusden
en Altena en de minstens even schone
Bommelerwaard; scheppingen van onze ri
vieren die vele malen hun stroombeddin-
gen verlegden en van die activiteit duide
lijke sporen achterlieten. Landen met eeu
wenoude stadjes en dorpen, in het gezicht
waarvan de geschiedenis - ook de meest
recente soms diepe groeven trok.
De directeuren van de banken Zaltbommel,
Veen, Woudrichem, Ammerzoden, Werken
dam, Almkerk en Heusden, waren zo vrien
delijk belangwekkende gegevens ter be
schikking te stellen. Zo ook de hoog be
jaarde en veelzijdige heer Jac. v. d. Pol te
Veen (oud-kassier) en de heren mr. J. van
Dalen te Brakel en A. de Hoop te Gameren,
die eveneens belangrijke functies bekleed
den naast hun werkzaamheden ten behoeve
van de banken.
Was er gelegenheid geweest meerderen te
ontmoeten, dan zou hun medewerking on
getwijfeld even groot zijn geweest.
„Het verleden eindigt; Nu begint de toe
komst".
Tb. gaat niet te ver terug in het verleden
en gaat niet helemaal tot „nu", ook niet in
zijn nog komende artikeltjes.
Er bestond en bestaat een grote samen
hang tussen de bodemformaties en bewo
ning daarop. Het rivierklei-gebied, zoals dit
zich nu aan ons vertoont, verbergt onder de
oppervlakte een veelheid van bewijzen be
woond te zijn geweest.
Een massa daarvan is na moeizame na
sporingen tevoorschijn gekomen; een veel
grotere massa is voor eeuwig verloren ge
gaan. Veranderingen in de hoogte van het
zeepeil en dus ook van het rivierwater,
soms enorme watersnoden en dijkdoor
braken waartegen men zich trachtte te ver
dedigen door terpen, vlechtwerken, primi
tieve bedijkingen en waterbeheersing zoals
wij die kennen en die nog niet geheel af
doende is, gaven het land het „gezicht" dat
ons nu zo vertrouwd is.
Er zijn vele vindplaatsen van overblijfselen
van Romeinse bewoningen en van de
eeuwen daarvoor. Er waren nederzettingen
langs nu oude Waalarmen en langs
de Alm en op vele herontdekte z.g. stroom-
ruggen. Zo zou, om enkele voorbeelden te
noemen, Rossum beschouwd mogen wor
den als een oud Romeins castellum en
zou Aalbrug een vrij intensieve Romeinse
bewoning hebben gekend terwijl Wijk (bij
Aalbrug) waarschijnlijk een handelsneder
zetting was.
Maar ook bewoners uit veel vroeger dan
Romeinse tijden lieten hun sporen na.
De Bommelerwaard, waarin vele noodzake
lijke bodemverbeteringen werden uitge
voerd, is het gebied tussen Waal en Maas,