problemen in de agrarische sector 30 ing. c. bottema de omvang van de problemen agrarische kroniek de gevolgen De problemen, waarmee de agrarische sec- lor op dit moment kampt en de daaruit voortspruitende onrust, hebben de laatste maanden sterk de aandacht getrokken. Van de demonstraties en de behandeling van de moeilijkheden in de Tweede Kamer en in E.E.G.-verband heeft iedereen via alle nieuwsmedia kunnen kennisnemen. In de komende maanden zal de agrarische pro blematiek zeker in de schijnwerpers staan. de optredende produktiviteitsverbetering blijkt uit onderstaande gegevens. Afname inkomen 1974/75 ten opzichte van 1973/74 Grotere akkerbouw bedrijven van f 3.000,- tot 7.500,- Weide- bed rijven van 2.000,- tot 4.000,- Overwegend veredelings- bedrijven van 18.000,- tot 39.000,- De onrust in de land- en tuinbouw is begrij pelijk als men bedenkt, dat de agrarische sector in zijn na-oorlogse ontwikkeling nog nooit werd geconfronteerd met proble men van de huidige omvang. Het lijkt erop, dat alles dit jaar de boeren en tuinders tegenzit. Vooral ook het samenvallen van de sterke stijging van de kosten met de min der gunstige marktsituatie voor de meeste agrarische produkten dit jaar, is hierbij van doorslaggevende betekenis. Dit komt dui delijk tot uiting in de gegevens, die de mi nister van Landbouw en Visserij onlangs aan de Tweede Kamer heeft verstrekt. Voor de landbouwbedrijven wordt verwacht, dat het kostenpeil in 1974/75 met gemiddeld 7,5 zal stijgen ten opzichte van 1973/74. Voor de akkerbouw wordt deze kostenstij ging zelfs begroot op 12 voor de melk veehouderij op 9,5 en voor de verede- lingssector op 3,5%. De glastuinbouwbe drijven zullen met 18 gemiddeld de groot ste kostenstijging te verwerken krijgen, vooral als gevolg van de hoge stookkosten. Voor dit jaar wordt voor de meeste secto ren een produktiviteitsverbetering verwacht van 3%; voor de akkerbouw wordt een la gere en voor de veredelingssector géén produktiviteitsstijging verwacht. Het effect op het inkomen van de wijzigin gen van de opbrengsten en kosten, alsmede Hoewel deze gegevens slechts een globaal beeld van de gemiddelden per gebied geven, blijkt er toch duidelijk uit, dat de in komens in de agrarische sector op dit mo ment sterk onder druk staan. Dit geldt blij kens bovenstaande gegevens met name de veredelingsbedrijven. Ook bij de glastuin bouwbedrijven en de bloembollenbedrijven zal van een belangrijke aantasting van het inkomen sprake zijn. Voor de groenteteelt onder glas wordt voor 1974 een gemiddelde inkomensdaling ten opzichte van 1973 be groot van ongeveer 15.000 gulden. Voor de bloementeelt onder glas is deze daling op ongeveer 13.000 gulden begroot. In een tijd met een voorthollende inflatie is deze ont wikkeling zeer teleurstellend te noemen. Wanneer men bovenstaande gegevens op zich laat inwerken, vraagt men zich af welke gevolgen eruit zullen voortvloeien voor de gehele agrarische sector en voor het indi viduele bedrijf. In de afgelopen jaren hebben meerdere agrarische sectoren met problemen te ma ken gehad, welke echter veelal van tijde lijke aard bleken. De oorzaak was meestal een inzinking van de opbrengstprijzen als gevolg van een te sterke toename van de produktie ten opzichte van de opname capaciteit van de markt. De problemen ble ven dan ook tot één of enkele sectoren van het agrarisch bedrijfsleven beperkt. Op dit moment is hiervan helaas geen sprake. Gezien de moeilijkere afzetsituatie voor een zo groot aantal geheel verschillende pro-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 32