29
kanttekeningen
bij deze systemen
verevening of
individuele premiebetaling
sioenbedragen, die de toekomstige dienst
tijd betreffen.
Zonder een volledige uitdieping van de
voor- en nadelen van de hierboven ver
melde systemen te beogen, zouden wij de
volgende kanttekeningen willen maken.
Op het moment dat de beide toenmalige
coöperatieve kredietorganisaties besloten
aanzienlijke wijzigingen in de bestaande
pensioenvoorzieningen voor de personeels
leden te gaan treffen, stond men voor de
situatie dat velen reeds een aantal dienst
jaren achter de rug hadden. De financie
ring van- pensioenrechten over de reeds
verstreken dienstjaren middels koopsom
men zou op dat moment zeer grote bedra
gen-ineens gevergd hebben. Deze last
bleek voor een beduidend aantal banken
te zwaar. Men koos dan ook voor een
gespreide betaling van de verplichtin
gen over de verstreken dienstjaren middels
het systeem van inhaalpremiën. In die tijd
behoefde men bovendien minder vrees te
hebben voor de gevolgen van de inflatie.
De geldontwaarding was nog gering en
loonexplosies waren nog onbekend.
Aan het thans gehanteerde systeem van
premiebetaling „inhaalpremiën" zijn
echter twee belangrijke nadelen verbon
den. Men verschuift telkenjare een gedeel
te van de bedrijfskosten naar de toekomst.
Het gevolg is dat de in de toekomst te
betalen lasten tot grote hoogte kunnen
stijgen. Bedrijfseconomisch redenerend
kan bij zulk een handelwijze dan ook te
recht een vraagteken worden geplaatst,
ook voor de verzekerden kan het systeem
van inhaalpremiën een nadeel hebben,
namelijk als zij op een gegeven moment
een functie buiten onze organisatie gaan
bekleden. Zij krijgen dan slechts premie-
vrije pensioenaanspraken mee voor zover
de daadwerkelijk voor hen betaalde pre
mies dit toelaten. Gezien het hierboven
vermelde omtrent de verschuiving van de
premiebetaling naar de toekomst, bete
kent dit dat de verzekerden op grond van
de doorgebrachte diensttijd slechts met
bescheiden pensioenaanspraken voortijdig
de organisatie zouden kunnen verlaten.
Het voordeel van een systeem van koop
sommen is dat het gedeelte van de pen
sioenkosten dat betrekking heeft op de
verstreken diensttijd ten laste van de ex
ploitatierekening wordt gebracht in het
jaar dat vooraf gaat aan het jaar, waarin
tot verhoging van de pensioenaanspraken
wordt besloten. Er treedt dus geen lasten
verschuiving naar de toekomst op.
Een ander voordeel is dat bij tussentijds
vertrek van verzekerden naar een dienst
betrekking buiten de organisatie, het pre-
mievrije pensioen voor deze werknemers
volledig is gebaseerd op het aantal ver
streken dienstjaren en het laatstgenoten
salaris. De premiebetaling is geheel „bij".
Dit noemt men de zogenaamde „harde"
polis.
De voordelen van het systeem van koop
sommen worden echter overschaduwd
door de problemen die ontstaan op het
moment dat gekozen wordt voor dit sys
teem. Door het jarenlang hanteren van de
inhaalpremiën vormt de premie die be
trekking heeft op de pensioenverhogingen
voortvloeiende uit verstreken dienstjaren
een belangrijk deel van de totale jaarpre
mie.
De contante waarde van dit gedeelte van
de jaarpremie kan van zodanige omvang
zijn, dat er moeilijkheden rijzen als dit
bedrag bij wijziging van het systeem in de
vorm van een koopsom moet worden be
taald. Indien hiervoor een oplossing ge
vonden wordt is het wellicht mogelijk het
koopsomsysteem in te voeren.
Dit probleem kan worden verlicht indien
deze gelden in een periode van enkele
jaren behoeven te worden opgebracht. Dan
krijgt zo'n financieringssysteem enigszins
het karakter van een versnelde methode
van betaling van inhaalpremiën. Het is dan
in feite de eerder genoemde combinatie
van inhaalpremiën en koopsommen.
De genoemde aspecten hebben, naar wij
hopen, aangetoond dat het, zonder gron
dige studie, een hachelijke zaak is om de
aangesloten banken te adviseren over de
genoemde systemen. Vandaar dat door de
Centrale Bank een commissie is benoemd,
die dit vraagstuk grondig gaat bestuderen.
Als een bank een personeelsbestand heeft
dat wel enkele oudere verzekerden telt
maar vrijwel geen jongere verzekerden,
dan zal gemiddeld de reeds verstreken
diensttijd vrij groot zijn. Zoals uit het
voorafgaande is gebleken, zal deze bank
gedurende de korte toekomstige dienst
tijd zware premielasten moeten opbrengen.
Daarbij doet het er niets toe of wordt ge
financierd middels koopsommen of via
inhaalpremiën. Per saldo zullen in beide
systemen dezelfde lasten moeten worden
opgebracht.
Indien de bank slechts weinig oudere
werknemers heeft in verhouding tot het
aantal jongeren, zullen de premielasten,
althans in de eerstkomende tijd, uitgedrukt
in een percentage van de totale loonsom,
aanzienlijk lager zijn dan in het eerstge
noemde geval. Alleen grote werkgevers
zullen in de continuïteit een betrekkelijk
constante leeftijdsopbouw van hun perso
neelsbestand hebben, waardoor de jaar
lijks te betalen pensioenpremie een meer
constant karakter zal vertonen Binnen
onze organisatie zullen nagenoeg geen
aangesloten banken over evenbedoeld
evenwicht beschikken noch voldoende mo
gelijkheden hebben, door externe invloe
den, in voldoende mate naar dit evenwicht
te groeien en dat dan tevens in de hand
te kunnen houden. Teneinde nu te be
reiken dat bij alle aangesloten banken, in
de continuïteit, de pensioenverplichtingen
een zo veel mogelijk constant percentage
van de loonsom bedragen, heeft de Cen
trale Bank de aangesloten banken geadvi
seerd deel te nemen an het zogenaamde
vereveningssysteem. Dan zullen de deel
nemende banken immers een „gemiddel
de" premie gaan betalen, waardoor een
bepaalde mate van egalisatie van de
pensioenlasten wordt bewerkstelligd. De
gemiddelde leeftijd van een groot aantal
verzekerden zal uiteraard veel constanter
zijn dan de gemiddelde leeftijd van de ver
zekerden van één bank.
Het voorgaande is aan het papier toever
trouwd met het doel iets meer licht in het
donkere pensioenbos te laten doordrin
gen. Maar het blijft een bos. Deskundigen
van de Centrale Bank zijn echter gaarne
bereid desgevraagd geïnteresseerden in
een wandeling door dit bos te begeleiden.
Verdwalen kan dan worden vermeden.