23 samenwerking kan en moet verdergaan cursus worden verder opgeleid, b.v. in Nigeria. Ook is er iemand uit Kameroen voor zijn voortgezette opleiding naar Tan zania gezonden. Die opleiding zit de heer Mukong, zelf oud onderwijsman, heel hoog. Daar moet de Afrikaanse credit-union beweging het van hebben. We moeten het zelf ter hand ne men, al is hulp daarbij van het buitenland thans nog onontbeerlijk. Vooral financiële hulp, want zo'n fieldman kost geld, terwijl zo'n man ook allerlei hulpmiddelen moet hebben om zijn kennis uit te dragen, b.v. filmstrips, boekjes, brochures met eenvou dige visuele voorlichting. In uitzending van eigen mensen voor training naar Europa of Amerika, ziet de heer Mukong geen heil. Daarvoor is ons opleidingsniveau te onvoldoende, terwijl de omstandigheden hier totaal verschillen van die in de ont wikkelde landen. De ACOSCA tracht de levensstandaard te verhogen. De houding van de mensen moet vooral ten aanzien van de landbouw-ont- wikkeling veranderen. Die moeten we we tenschappelijker aanpakken. Afrika heeft vee en paarden genoeg, maar we hebben tractors nodig. We moeten moderne me thoden gaan gebruiken. Dat is een kwestie van mentaliteitsverandering én een kwestie van geld. Elke credit-union moet dan ook tenminste 25% besteden aan de agrari sche kredietverlening. Wij zijn er voor het verlenen van produktief krediet. Aan het consumptief krediet zijn we nog helemaal niet toe. En dan komen we weer op het punt, dat sparen mogelijk moet zijn en dat er vooraf een spaarmentaliteit ontstaat. De verschillende nationale ACOSCA-leden zijn dan ook allemaal op lokaal niveau begonnen. De ACOSCA zoekt in enig land contact met mensen, die plaatselijk in vloed hebben. Zodra deze warm geïnteres seerd zijn, gaan zij in hun eigen land aan het werk en zorgen er voor dat credit- unions ontstaan. Deze nationale groep credit-unions kan dan lid worden van de ACOSCA. De ACOSCA wil echter meer. Allereerst een nauwere samenwerking tussen de cre dit-unions in een bepaald land. Kameroen is daar als eerste mee begonnen. De gel den, die het ene deel van de credit-unions ,,over" heeft( dat wil zeggen niet nodig voor het financieren van eigen leden, wor den verzameld en gebruikt om andere cre dit-unions leningen te laten verstrekken. Zo kan een credit-union, die 25% van de Links: De Credit-Unions van Uganda zijn verdeeld over vier zones. Dit is een bij eenkomst van de leiders van de plaatse lijke Credit Unions uit de Centrale Zone, gehouden in Kampala. Rechts: De gedelegeerden op de Alge mene Vergadering van 21 december 1973 DANK UIT UGANDA Juist in de tijd, dat wij met het artikel over de heer Mukong en de ACOSCA bezig waren, ontving de Centrale Bank een brief uit Uganda. Daarin sprak de Uganda Coöperatieve Spaar- en Cre- diet Bank haar hartelijke dank uit voor de gift van U.S. 3.800 die zij van de Stichting Steun Rabobanken mocht ontvangen. Uitdrukkelijk vroeg men ons die dank over te brengen aan al degenen die aan de gift hebben meegewerkt. Dat doen wij hierbij. Enkele van de foto's, die wij met de brief ontvingen, zijn hier afgedrukt. Ook was er een uitvoerig rapport, dat Uganda gemaakt heeft voor de ACOSCA-conferentie die in september in Zambia gehouden is. We geven graag iets uit dit rapport door, want Uganda was één van de eerste landen, waarvoor door de Rabobanken geld bijeengebracht werd. Het deed ons toch wel goed in het rapport te lezen, dat de eerste fieldman van Uganda, die tegelijk ook nog als directeur van de bond optrad, met een gift van de Rabobanken werd bekostigd. Sinds juli 1973 heeft men drie field- men, maar er is gezien de belang stelling onder de bevolking dringend behoefte aan verdubbeling van dit aantal. Onze jongste dotatie zal dan ook ongetwijfeld bijzonder welkom geweest zijn. Vorig jaar zijn er 22 credit-unions bij gekomen en 51 nieu we zijn in staat van oprichting. Eind 1973 waren er 86 geregistreerde credit-unions. Het aantal leden be draagt thans 28.400. Er zit flinke groei in. Het rapport noemt net als de heer Mukong de ,,grass-roots": beginnen bij de mensen zelf, die de leden (zullen) vormen. Boekhouding en ac- countantswerk leveren moeilijkheden op. De oplossing is ook hier: Op leiding! Toch bouwt men gestaag verder. Het rapport spreekt over een „Centraal Fonds". Een credit-union met een surplus kan haar geld bij dat fonds op een rekening zetten en een credit- union met een tekort kan er geld lenen. „Het is de beste manier om het geld in de organisatie te houden en het te laten werken voor degenen die het spaarden". Sinds 10 maanden is er ook een „beschermingsfonds", dat uitkeringen doet indien een debiteur overlijdt of invalide wordt. Wanbetaling van schulden komt gelukkig heel wei nig voor. Ook Uganda wil zo snel mogelijk „selfsupporting" worden, maar voorshands blijft hulp nodig. Het rapport eindigt met dank aan de Rabobank, de Nederlandse Vasten actie en de ACOSCA die alle drie financiële bijstand hebben gegeven en ten slotte met een beroep op „onze broeders en zusters van de credit- unions over de hele wereld" om de Uganda credit-unions verder de helpende hand te bieden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 25