18 het macro-economische aspect spaaraftrekregeling break-even-point na 1 jaar op 61,4% te liggen. Het is overigens nog sterk de vraag of de hogere inkomenstrekkers gemotiveerd zul len zijn om aan een dergelijke spaarrege ling mee te doen. Een bedrag van 500, dat maximaal per jaar fiscaal aftrekbaar ge spaard zou mogen worden, is voor hen be trekkelijk gering, terwijl zij voorts waar schijnlijk andere wegen hebben om een hoger rendement over het gevormde ver mogen te behalen. Kort en lang Op grond van het bovenstaande kan gesteld worden dat het sparen op korte termijn via de voorgestelde regeling alleen voordelen heeft voor diegenen, wier inkomen geen snelle ontwikkeling doormaakt en die dus niet korte tijd later met een vrij sterk ge stegen marginaal belastingtarief worden ge confronteerd. Deze groep wordt nog weer verder gereduceerd wanneer de reeds hoge belastingdruk nog verder toeneemt. Een en ander komt uiteraard geheel anders te liggen wanneer de fiscus een geredu ceerd belastingtarief zou toestaan bij op name van (een deel van) het spaartegoed of wanneer fiscale vrijstelling zou worden ingevoerd van een deel der rente-inkom sten uit vermogen. Dan zal de voorgestelde spaarregeling ook in sterkere mate korte termijnbesparingen induceren. Nog afgezien van de wenselijk heid hiervan, is de kans op een gereduceerd tarief bij opname op korte termijn echter vrijwel nihil, aangezien de overheid, zoals bij levensverzekeringen en pensioensvoor zieningen, juist het sparen op lange termijn fiscaal wil stimuleren. Wat betreft deze langere termijnbesparin gen die men via de voorgestelde spaar aftrekregeling met name beoogt te bevor deren, kan het volgende worden opgemerkt. Het fiscale voordeel bij spaaraftrek kan rentegevend worden gespaard en schuift als het ware mee in de tijd. Wordt ieder jaar via de spaaraftrekregeling gespaard dan vindt accumulatie plaats van fiscaal voor deel en dus tevens van daaruit verworven rente-inkomsten. Het laat zich dan ook ra den dat het bovenbedoelde break-even- point met betrekking tot het belastingtarief hoger komt te liggen naarmate op langere termijn wordt gespaard waarmee tegelijk de spaaraftrekregeling gunstiger wordt. Stel andermaal, dat 500,fiscaal aftrek baar gespaard mag worden; bij een belas tingtarief van 30% bedraagt het belasting voordeel dan 150, Wanneer wordt aangenomen dat deze 150,ieder jaar additioneel wordt ge spaard tegen een rente van 6 per jaar is na 5 jaar een bedrag van 849,96 aan addi tioneel vermogen gevormd. Hierbij is reke ning gehouden met de jaarlijkse betaling van belasting over de rente-inkomsten te gen een gelijkblijvend tarief van 30 Wan^ neer na 5 jaar het tegoed wordt opgeno men, moet belasting betaald worden over 2.500,Bij een nog steeds gelijkblijvend marginaal belastingtarief van 30 bedraagt het netto-voordeel, voortvloeiend uit de spaaraftrekregeling 849,96 - 750, 99,96. Die netto-voordeel wordt tot nul ge reduceerd wanneer de spaarder na 5 jaar met een marginaal belastingtarief wordt ge confronteerd van 34 Dit percentage geeft het break-even-point met betrekking tot het belastingtarief weer. Uitgaande van de zelfde gegevens bedraagt na 10 jaar het netto-voordeel van de spaaraftrek 394,04, terwijl het bedoelde break-even-point dan op 37,9 komt te liggen. In geval van fis cale vrijstelling van een deel der rente-in- komsten, bijvoorbeeld tot 500,komt het break-even-point na 10 jaar nog hoger uit, namelijk op 41,9%. Conclusies uit het voorgaande De spaaraftrek werkt op lange termijn gun stig voor spaarders die in de toekomst naar verwachting met een dalend, gelijkblijvend of in beperkte mate stijgend marginaal be lastingtarief te maken krijgen. Tot deze ca tegorie behoren degenen die een wissel vallig inkomen hebben zoals de zelfstandi gen, degenen die bijvoorbeeld de 50 jaar gepasseerd zijn en na hun vijfenzestigste in het algemeen met een sterk dalend be lastingtarief worden geconfronteerd en voorts tot op zekere hoogte de lagere in komenstrekkers. Hierbij is ervan uitgegaan dat de algemene belastingdruk niet sterk meer omhoog gaat. De jongere generatie zal evenwel vermoedelijk niet meedoen. Enerzijds niet omdat deze meestal nog een periode van sterke inkomensgroei door maakt en anderzijds omdat deze in het al gemeen niet op zo lange termijn spaart. In het kader van de lange termijn zou de overheid het sparen via de voorgestelde spaaraftrek kunnen stimuleren door een ge reduceerd belastingtarief te hanteren bij opname van tegoeden die minimaal een x aantal jaren hebben uitgestaan eventueel met instelling van een bepaalde inkomens grens. Voorts kan bij invoering van fiscale vrijstelling van een deel der rente-inkom sten de spaaraftrek aan voordeel winnen. In het voorgaande is geabstraheerd van de geldontwaarding. Het spreekt voor zich, dat het systeem dan in die zin een voordeel met zich meebrengt, dat het bedrag waarover in de toekomst bij opname belasting verschul digd is, nominaal vast is. Wanneer ten slotte van de ons inziens minder realistische veronderstelling wordt uitgegaan dat de spaaraftrekregeling in het geheel geen additionele besparingen te weeg zal brengen, met andere woorden wanneer het fiscale voordeel niet jaarlijks wordt bespaard maar geconsumeerd, zal de spaaraftrek voor de spaarder al nadelig werken, wanneer het marginale belasting tarief naderhand boven dat van de uitgangs situatie komt te liggen. Daar staat dan even wel het voordeel van additionele consump tie tegenover. Renteniveau Wat betreft de deelname aan de voorgestel de spaarregeling is uiteraard ook van be lang de te vergoeden rente over de aange houden spaartegoeden, dit zeker gezien de huidige hoge inflatiegraad. Gezien het lange termijnkarakter van het merendeel van deze besparingen lijkt op het eerste gezicht een tamelijk hoge rente te kunnen worden uitgekeerd door de banken. Blijkens het voorgaande bestaat evenwel de moge lijkheid dat op kortere termijn wordt ge spaard, hetgeen een rentedrukkend effect heeft. Een druk op de door de banken te vergoeden rente zal ook uitgaan van de naar verwachting zeer hoge administratie kosten. Hierbij dient bedacht te worden, dat wanneer automatisch loonbelasting wordt ingehouden correcties op dit bedrag moeten worden aangebracht in verband met spaaraftrek. Voorts zal de belasting dienst controle willen uitoefenen op de via de spaaraftrekregeling gespaarde bedra gen, terwijl tevens extra administratief werk wordt veroorzaakt doordat bij opna me van het tegoed een scheiding moet worden aangebracht tussen het bedrag waarover alsnog belasting verschuldigd is en het bedrag dat de netto rente-inkom sten weergeeft waarover in het verleden reeds belasting is betaald. Per saldo is het niet ondenkbaar dat de te vergoeden rente op spaaraftrekrekeningen beneden die op concurrerende lange termijnspaarvormen zal komen te liggen. Dit zou, met name ook gezien de huidige geldontwaarding, een negatief effect kunnen hebben op de deel name aan de voorgestelde spaaraftrek regeling. Fiscale stimulans Resumerend lijkt de conclusie gerechtvaar digd dat nog een vrij grote groep zich af zijdig zal houden van de voorgestelde spaarregeling, tenzij deze op een aantal punten zodanig wordt geamendeerd dat het geheel gunstiger uitkomt. Wil de regeling met recht een „echte" volks spaarregeling" worden, dan zal met name compensatie moeten worden geboden voor het belangrijkste onzekerheid-verwekken de element in het hele voorstel, namelijk de onzekere ontwikkeling van het marginale belastingtarief van de belastingplichtige. Deze factor speelt bij levensverzekeringen en pensioenvoorzieningen in aanmerkelijk mindere mate, omdat hier enerzijds sprake is van een verzekeringsvorm waaraan het mogelijk voordeelbrengende risico-element inherent is en anderzijds omdat uitsluitend voor de inactieve periode vermogensvor ming plaatsvindt. Zou de overheid het spaaraftrekvoorstel overnemen, dan betekent dit op grond van het voorgaande dat zij niet slechts het spa ren voor de inactieve periode fiscaal zou stimuleren zoals reeds het geval is bij le vensverzekeringen en pensioenvoorzienin gen, maar tevens besparingen voor andere lange-termijn doeleinden en in een aantal gevallen mogelijk zelfs korte-termijnbespa- ringen. Voor zover deelgenomen zal worden aan de voorgestelde spaaraftrekregeling zullen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 20