rabomerica: onze amsterdamse „halve dochter" 14 uniek verschijnsel internationaal en toch thuis ook bank of america rekent met achterban Deze zomer is Rabomerica in een statig grachtenhuis in Amsterdam haar loop baan begonnen. Een bank in wier naam we de beide oprichters herkennen: onze Centrale Rabobank en de Bank of America. Die hebben voor gelijke delen het geplaatste aandelenkapitaal in handen en hebben daarvoor ieder een gul densbedrag ter waarde van 15 miljoen gestort. Natuurlijk is onze organisatie nieuwsgierig naar het karakter van deze bijzon dere dochter van de Centrale Bank. De heren H. Steensma en jhr. D. R. Hooft Graafland, resp. algemeen directeur en directeur van Rabomerica, hebben daar het volle begrip voor. Zij hebben zich voor de redactie zeer toegankelijk getoond en ons naar vermogen deze splinternieuwe bank, de jongste van Nederland, iets dichterbij gebracht. Al mogen de beide ouders van de jonge dochter er ieder op zijn wijze in alle op zichten wezen, Rabomerica zelf moet na tuurlijk nog helemaal haar eigen plaats en weg vinden. Eigenlijk is de tijd sinds de opening van het kantoor in juni jl. te kort om nu al uitvoerig te kunnen vertellen wat Rabomerica doet of zal gaan doen. De heer Steensma is blij, dat hij gestart is in het begin van de vakantieperiode, want daardoor konden een heleboel huishoude lijke zaken in een betrekkelijk rustige pe riode opgebouwd worden. Immers, pas als de thuisbasis goed in elkaar zit, kun je met het eigenlijke werk beginnen. Wij hebben het idee, dat ze daar aan de Kei zersgracht op dit punt ondertussen al aar dig geslaagd zijn. Vast staat nu al dat Rabomerica in het Nederlandse bankwezen een uniek ver schijnsel is. Het bijzondere is, dat deze bank geen bijkantoor is van een buiten landse bank, maar zich presenteert als een echte Nederlandse bank met deze opval lende eigenschap, dat zij toegang heeft tot het belangrijke internationale circuit van één der oprichters, de Bank of Ame rica en tevens een „familieband" heeft met de grootste bankorganisatie van ons eigen land. Deze, voor ons land opmerke lijke situatie heeft in bankkringen terecht de aandacht getrokken. Omdat ook een bank, zeker een jonge bank, een flink deel van haar karakter zal gaan ontlenen aan degenen die haar lei ding geven, waren wij verheugd, dat de heren Steensma en Hooft Graafland, bei den 35 jaar, ons iets over zich zelf hebben willen vertellen. De heer Steensma is een notariszoon uit Eindhoven, waar hij ook de H.B.S. gevolgd heeft. Zijn naam is echter te duidelijk Fries dan dat je in zijn uiterlijk en optreden niet gemakkelijk de noordelijke Nederlan der herkent. We bedoelen, dat iets stoers en degelijks hem niet vreemd zal zijn, al zal hij zelf dit wel met een glimlach lezen. Zijn loopbaan is in ieder geval in onze ogen opmerkelijk geweest. Na Nijenrode en twee jaar militaire dienst, werkte de heer Steensma twee jaar in Hong Kong bij de Java-China Pakketvaart- lijnen. Daarna twee jaar bij de W. H. Mül- ler Co, waarvan één jaar te Brazilië. In 1967 begon zijn carrière bij de Bank of America. Eerst in Amsterdam, in 1968 in Brussel, in 1969 in Luxemburg, van eind 1969 tot maart 1972 weer in Brussel en toen van maart 1972 tot dit jaar in San Francisco. Hij is voor zijn huidige functie door de Bank of America gevraagd. In San Francisco, zo vertelt de heer Steensma, werkte ik op de „corporate banking division"; d.w.z. de afdeling die de relatie met grote Amerikaanse bedrij ven onderhoudt. Die afdeling is weer on derverdeeld naar de verschillende geogra fische gebieden. Ik was „account-mana ger" in de Midwest-sector, waaronder o.a. Chicago, Minneapolis, Milwaukee val len. Eenmaal per maand reisde ik voor een weekje naar de Midwest om klanten en nieuwe bedrijven te bezoeken. Mijn ervaring is, dat anders dan men vaak meent, het bankbedrijf in Amerika niet gekenmerkt wordt door hard zaken doen. Het is vooral gebaseerd, net als in Neder land trouwens, op de goede persoonlijke verstandhouding. Het klinkt eigenaardig, maar de gemiddelde Amerikaanse bedrij ven zijn over het algemeen vrij matig ge- informeerd over internationale affaires. Daardoor krijg je makkelijk aanknopings punten, vooral als dat gepaard gaat met een goede vriendschappelijke verhouding. Daardoor is alles veel minder hard zake lijk dan men denkt. Ook gaat men minder formeel met elkaar om dan hier in Europa. Bent u „veramerikaanst", vragen wij; de heer Steensma begint te lachen. Als hij ja gezegd had zouden we hem niet geloven, want hij is voor ons toch wel zo typisch Nederlander, dat hij dit zou blijven, ook al had hij de Amerikaanse nationaliteit aan genomen, wat niet het geval is. Iets bedachtzamer laat de heer Steensma wel merken, dat zijn verblijf in verschil lende landen hem sterk beïnvloed heeft. In Hong Kong leeft en handelt men anders dan in b.v. Brazilië. Als je er woont moet je flexibel zijn, relatiever, want de kijk die je van huis uit mee gekregen hebt, kun je vaak eenvoudig niet toepassen. Ik voel mij Nederlander, dat zal ook niet verande ren, maar door het verblijf in verschillende landen, krijg je toch wat minder oog voor het nationale aspect en wordt het inter nationale als het ware een eigen, waarde volle kant in je leven en denken. Ik had, toen ik voor deze functie benaderd werd geen specifieke behoefte om naar Neder land terug te gaan. Ik zou, om maar iets te noemen, ook best weer in Brazilië heb ben willen werken. Overigens heb ik mij hier vanaf het aller eerste begin thuis gevoeld. Vooral door de zeer plezierige inzet en steun van indi viduele personen. Met name door de Rabobankorganisatie ben ik zeer sympa thiek tegemoetgetreden. Van de Rabobanken zelf wist ik natuurlijk weinig of niets af. Maar ik heb me er tot

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 16