wob wob 5 van de zusterbanken. Het is daarom goed, dat in dit geval speciaal de eigen verant woordelijkheid naar voren gebracht is. Natuurlijk is de verhoging niet als „straf" bedoeld voor die „actieve en energieke" banken die in deze tijd hun uitzettingen sterk ontplooien. Het: is wel een signaal voor deze banken om op de rem te gaan staan. Het roept hen op tot bezinning, door hen te laten zien de prijs die er voor moet worden betaald. Een prijs, die zij bij voort zetting van hun beleid zelf zullen moeten opbrengen. Toegegeven, dat kan een harde aanpassing nodig maken. De pas zal hier en daar meer geregeld moeten worden naar die van de meemarchereride zusterbanken. Dat is nu eenmaal noodzaak en dat kan ook. Want dat de grondvesten van de volgens de liquiditeitsregeling onder-liquide ban ken zouden schudden en hun bestaans zekerheid zou worden ondergraven, is be slist een bewering die niet op de ons be kende feiten steunt. Want wij weten, dat juist deze banken gemiddeld genomen zich in vergelijking met zusterbanken in een vrij gunstige rentabiliteit verheugen, juist door hun abnormaal hoge uitzettingsgraad. Uit zonderingen komen incidenteel voor, maar daarbij zijn heel andere factoren in het spel dan de verhoging van de kortings rente. De heer Oudijk heeft een belangrijk punt aangesneden. Al verschillen wij van me ning, we zijn er hem toch dankbaar voor. Want ook bij de bestreden verhoging draait het alleen om het belang van de organisa tie als geheel, voor alle banken die dan lid zijn. Dat zo zijnde, kan naar de woorden van de heer Mertens, geen vervreemding binnen een coöperatie optreden. Ook niet door deze verhoging van de kortingsrente! NIEUW RENTE-ADVIES De gestadige stijging van de rente op de geld- en kapitaalmarkt in de afgelopen maanden is opnieuw aanleiding geweest tot een herziening van het rente-advies voor de aangesloten banken. De belang rijkste wijzigingen betreffen enerzijds de rente voor langlopende spaargelden met een vaste termijn en anderzijds de rente voor leningen. In het rente-advies wordt nu 11V2 °/o debet (woonhuizen voor eigen bewoning) en 11 credit (spaargelden met een looptijd 5 jaar vast) genoteerd. Als we dan bedenken dat met circulaire van 22 augustus 1973 de evengenoemde percentages resp. 8V< en 8 waren, dan wordt duidelijk, hoezeer het rentefront in deze afgelopen 12 maanden in beweging is geweest. De verhoging van de rente voor de vaste termijnspaargelden en de omzetting van laagrentende spaargelden in hoogrentende spaargelden maken dan ook de grondstof meer dan ooit duur. Vanuit dit gezichtspunt is ter handhaving van de rentabiliteit de verhoging van de rente voor leningen dan ook voor de hand liggend. Teneinde de lastenverzwaring voor cliënten met bestaande leningen nog enigs zins binnen de perken te houden, zijn de verhoogde tarieven voorshands alleen voor nieuwe leningen geadviseerd. Deze las tenverzwaring speelt in het bijzonder een rol voor bedrijven, die de hogere rente lasten niet of slechts teri dele in de prijzen kunnen doorberekenen. Het verschil in tariefstelling voor leningen ten behoeve van bedrijven en particulieren houdt met dit laatste verband. De bij een aantal banken bestaande weer stand om steeds hogere debet-rentetarie ven te moeten offreren, is psychologisch wel begrijpelijk. Daarbij moge echter bedacht worden, dat de thans geadviseerde debet-rentetarieven in het algemeen nog gunstig afsteken bij de tarieven die elders gelden. Dit laatste zal ongetwijfeld opvolging van het advies bevorderen. Ter zake van de bedrijfskosten - en met name de loonkosten - wijzen wij tenslotte nog op een ontwikkeling, die daarop in de toekomst van invloed zal zijn. De minister van Sociale Zaken heeft in een gesprek met het N.V.V. Jongerencontact te kennen gegeven dat het in zijn voornemen ligt te komen tot een planmatige afschaffing van het jeugdloon. De minister wil daarbij aan koersen naar vaststelling van de leeftijds grens voor het volwassen minimumloon op 18 jaar. Wij willen hierbij aantekenen dat het niet in de verwachting ligt dat dit plan reeds in 1975 uitvoerbaar is. Wel moet het gezien worden als een teken aan de wand voor te verwachten loonkostenstijgingen. BANKEN IN OPSPRAAK Zijn er ernstige beroeringen ontstaan in de agrarische wereld, de bakermat van onze organisatie, niet minder is dat het geval in de bankwereld. Het afgelopen driekwart jaar heeft een reeks van problemen bij banken aan het licht gebracht, die het ge loof in het bankwezen van buitenaf, maar ook intern, ernstig aan het wankelen heb ben gebracht. Sinds de dertiger jaren was dit vertrouwen juist weer geheel hersteld, hoewel decon fitures van banken zich sindsdien zeker wel voorgedaan hebben. Op eigen bodem is de firma Texeira de Mattos daar een sprekend voorbeeld van geweest. Het be trof hier echter steeds losstaande geval len. De afgelopen maanden echter, kregen de banken op alle fronten tegelijkertijd ver liezen te incasseren, waardoor het systeem zelf in opspraak kwam. In snelle volgorde volgden elkaar op: National Bank of San Diego (U.S.A.), Hessische Landesbank Gi- rozentrale, London and County Securities, te zamen met Cedar Holdings en een der tigtal andere, alle zogenaamde Engelse pseudobanken, West-Deutsche Landesbank Girozentrale, Union de Banques Suisses, Franklin National Bank (U.S.A.) en tenslotte het Duitse bankiershuis Herstalt. De eerste drie gevallen zijn klassieke voorbeelden van slecht bankieren: in San Diego was de belangrijkste aandeelhouder van de bank tevens haar belangrijkste di recteur en werden zeer grote leningen ver strekt aan bedrijven die eveneens van de bankdirekteur waren; de Hessische Lan desbank Girozentrale had een slechte kre dietportefeuille in de bouw; terwijl de En gelse pseudobanken op te grote schaal kort geld lang uitzetten en bovendien het slachtoffer werden van effectenposities in een kelderende markt. Zoals gezegd, dit zijn de beleidsfouten, telkens gelokaliseerd in één bank. Anders lag dit in de overige gevallen Daar was sprake van reusachtige verliezen op gelopen door onjuiste beslissingen, soms gepaard gaande met slecht toezicht op de uitvoerende instanties. Men 'moet daarbij bedenken dat de trans acties afgesloten werden tussen banken onderling. Daarbij spelen, naast de feite lijke kredietwaardigheid van de adressen, ook factoren als: de gebruiken in de markt, de relatie tussen de individuele handelaren en geruchten, een grote rol. Het is geble ken dat er banken zijn die in deze markt open posities opbouwden of transacties af sloten die onverantwoord groot waren ten opzichte van hun eigen vermogens-positie. Helaas is ook gebleken dat sommige han delaren frauduleuze handelingen verricht ten. Uit de publikaties valt af te leiden dat bij de Herstatt-affaire deze aspecten waar schijnlijk alle drie speelden. Wij willen niet voorbij gaan aan de betreurenswaardige persoonlijke nood die een dergelijke de confiture voor particulieren altijd in meer of mindere mate meebrengt. Het zal je spaargeld maar wezen! Maar toch, uit ban cair oogpunt beschouwd, is de uitwerking slechts positief te beoordelen. Na een eers te paniekreactie waarin de markt nage noeg stil kwam te liggen, functioneert de internationale geldmarkt als voorheen. Met dat verschil echter dat de banken zich intern beraden hebben omtrent de omvang van posities, van transacties en van elkaar te gunnen limieten. En bovendien met het verschil dat een aantal centrale banken zich ook zijn gaan interesseren voor de positionele aspecten van deze valutahan- del. Het bankwezen in Nederland is conserva tiever dan in menig ander land. De strenge beperkingen die wij als Centrale Rabobank ons opleggen in de valutahandel zijn dan ook nauwelijks exceptioneel. Daarnaast is zowel het formele contact met De Nederlandsche Bank (maandstaat, mel dingsplicht enz.) als het informele contact met de Nederlandse banken van dien aard, dat het tot voorbeeld mag zijn voor menig ander land. Wij hebben daarom een onge schonden vertrouwen in het Nederlandse bankwezen. zie verder pagina 21

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 7