zijn rede), hoe hard er in de land- en tuin
bouw en middenstand moet worden ge
werkt om aan de verplichtingen t.a.v. rente
en aflossingen te voldoen, dan is het pak
ket voorzieningen waarmee de Centrale
Bank haar mensen omringt toch wel zeer
luxueus.
Het ontgaat mij ook ten enen male waarom
de voorzieningen voor de mensen, die bij
de Centrale Bank werken zoveel verder
moeten gaan dan voor de mensen, die hun
beste krachten geven in dienst van de lo
kale banken. Ik vind dit een ergerlijke zaak
en het op royale schaal verspreiden van dit
sociaal verslag is dan ook geen daad, die
van veel fijngevoeligheid getuigt.
Als dan bovendien nog uit de cijfers blijkt
dat 67 van de heren en 88 van de
dames één of meerdere malen ziek ge
meld werd, dan is er blijkbaar toch nog
iets niet helemaal in orde met het sociaal
beleid bij de Centrale Bank want ik ben er
heilig van overtuigd dat deze percentages
bij de lokale banken, met voorzieningen,
die hier niet aan kunnen tippen belangrijk
lager liggen. En dan wil ik hier nog niet
eens raden naar de ziektepercentages van
onze leden, die nauv/elijks enige voorzie
ningen hebben, maar die zijn vast en zeker
nog lager.
De conclusie hiervan moet dus zijn dat de
deskundigen die beweren dat goede se
cundaire arbeidsvoorwaarden het ziekte
verzuim beperken en de produktiviteit ver
hogen, ongelijk hebben. Of zou er bij de
Centrale Bank toch nog iets kunnen man
keren aan het arbeidsklimaat ondanks de
vergaande sociale voorzieningen?
Hoogachtend,
A. Oudijk
Waddinxveen
de locale bank bepaalt wat ze in het pakket
stopt. Onderling lopen de zgn. 'secondaire
voorwaarden' van de banken trouwens op
verschillende onderdelen uiteen, al is er
gelukkig een toenemende informiteit te
constateren.
Of het personeel bij de Centrale Bank meer
door ziekte verzuimt dan bij de aangeslo
ten banken weten we niet precies. Het is
niet onmogelijk. Maar welke conclusie zou
den we daaruit moeten trekken? De één
luier of werklustiger dan de ander? De ene
arbeid zwaarder en inspannender dan de
ander? Tegen zo'n onderling uitspelen van
de beide groepen zouden we toch wel be
zwaar hebben.
Het personeel van de Centrale Bank heeft
in ieder geval een paar ingrijpende fusie
jaren achter de rug, met alle soesa daarvan.
Toch was het ziekteverzuim in 1973 minder
dan in de Bedrijfsgroep zuiver administra
tieve werkzaamheden.
Overigens zal ook niemand willen beweren,
dat in ons sociale klimaat in alle opzichten
al het ideale is bereikt.
De verspreiding van het sociale jaarverslag
hebben wij gezien als een onderdeel van
onze verslaggeving aan onze leden. De ge
dachte aan zelfverheerlijking was bij ons
nog niet opgekomen, terwijl we ook niet
hadden bevroed dat die verspreiding erger
nis zou kunnen geven. Maar misschien ra
ken we hier het ironische in de bedoeling
van de schrijver. Och, wij konden dat best
hebben, ook al waren we er het voorwerp
van.
de redactie
NASCHRIFT:
De inhoud van deze interessante brief laat
een splitsing toe. Op het o.i. belangrijkste
deel zijn wij in de W.O.B.-rubriek uitvoerig
ingegaan. Op wat volgt na de 'ironie van het
noodlot' nog een enkel woord.
Er is al vaker, ook in vroegere jaren, op
gewezen, dat de sociale voorzieningen
voor het personeel van de coöperaties
meestal veel gunstiger zijn, dan die welke
de beheerders zelf genieten. Inderdaad het
verschil is voor die beheerders vaak schrij
nend. Maar mogen we daarom onze voor
zieningen geheel of gedeeltelijk overbodig
achten? Iedere onderneming, ook de co-
operatieve bank, heeft de plicht goede voor-
zieningen voor zijn personeel te treffen. Ze
kan zichzelf nauwelijks veroorloven van de
gangbare gebruiken af te wijken. Sociale
voorzieningen zijn echter per definitie ver
bonden aan een dienstverband, dus voor
werknemers. De beheerders kunnen er
daarom niet onder vallen.
Het pakket voorzieningen van de Centrale
Bank is up-to-date. Er zijn verschillen met
het pakket van de aangesloten banken, J
maar die zijn veel kleiner dan vroeger en
zullen in de naaste toekomst nog kleiner
worden. Bedacht worde, dat de Centrale
Bank wel kan adviseren, maar uiteindelijk