oorzaken die voortvloeien uit de werkomgeving dat er iets niet klopt", kun je er nagenoeg zeker van zijn, dat er inderdaad iets niet klopt. Maar omdat het gevoel zich vaak nauwelijks onder woorden laat brengen, zijn de managers meestal geneigd aan dit soort „vaagheden" voorbij te gaan. Het gevoel protesteert echter tegen deze manipulatie en dat kost energie. Boven dien blijken puur rationale beslissingen met betrekking tot minder rationele zaken, meestal achteraf fout te zijn, maar natuur lijk kan de manager de oorzaak van de fout altijd schuiven naar de tijd of de ander, maar ook dat kost extra energie. Sub 3. ONTKENNEN BEHOEFTE NAAR RUST EN BEZINNING Wanneer de manager goed naar zichzelf zou luisteren zou hij weten dat hij beurte lings behoefte heeft aan momenten van in-je-zelf-gekeerd-zijn, bezinning (egotiek) en momenten van naar-buiten-gekeerd-zijn, contacten. Onder het mom van geen tijd", „anderen wachten op me", „bezinnen moet je maar buiten werktijd doen" e.d. onderdrukt de manager z'n egocentrische behoeftes. De praktijk is dan meestal dat hij thuis bij zijn vrouw alle achterstand moet inlopen. Hij duikt dan ook verwoed achter de krant, die dan alleen maar de funktie van „gepermitteerde schutting" vervult. Dit is uiteraard wel een mogelijke manier om net niet overspannen te worden, maar het lost niets op met betrekking tot de overbelasting in zijn werk. Het forceren van natuurlijke processen kost energie, veel energie! Sub 4. HET NASTREVEN VAN ONEIGENLIJKE DOELEN Op het moment dat men een functie vervult die helemaal bij de aanleg, interesse e.d. past is het werken een min of meer ontspannende bezigheid. Sommige leidinggevende functionarissen lijken (zijn) minder gemotiveerd voor het werk zelf. Het gaat hun meer om „veel geld verdienen", „tot een bepaalde groep behoren", „erkenning en status", e.d. Wij willen hier niet ontkennen dat geld, status, e.d. belangrijke zaken zijn voor mensen, maar als het de leider hier alleen maar om gaat, komt er wel een probleem om de hoek kijken. Als het primaire persoonlijke doel van de leider in het werk b.v. de status is, hangt zijn bevrediging als het ware geheel van de ander af, die hem deze status kan verlenen. Hij kan dan niet veel risico's nemen, niet zeggen wat hij denkt en voelt, zijn (vele) problemen niet met anderen bespreken, uit angst dat hij zijn erkenning en status zal verliezen c.q. niet zal ver krijgen. Dat angst een zeer veel voorkomend fenomeen in ons en andere bedrijven is, hebben wij vaak bevestigd gezien in ons agogisch werk (agogisch werk betekent: het begeleiden van mensen in veranderde situaties). Door deze angst maken de mensen het elkaar vaak ontzettend moeilijk. Bovendien is angst de meest gekleurde bril die een leidinggevende functionaris ook maar zou kunnen opzetten. Als meer externe oorzaken van over belasting kunnen worden aangemerkt: 1. verouderde opvattingen over en verwachtingen ten aanzien van het leiderschap 2. het ontbreken van een duidelijk bedrijfsbeleid 3. het ontbreken van een werkprogramme- ring 4. de persoonlijke oorzaken van de medemens Sub 1. VEROUDERDE IDEEEN OMTRENT LEIDERSCHAP Het zou te ver gaan uitputtend op dit punt in te gaan. Het zou het onderwerp kunnen zijn van een boek. We zullen ons beperken tot een aantal veel voorkomende mis vattingen. a. De manager moet ook een vakspecialist zijn In de praktijk wordt de goede vak specialist vaak benoemd tot leider. Deze beslissing is twijfelachtig omdat er geen verband is tussen vakspecialist-zijn en manager-zijn. Zij wordt nog twijfelachtiger als dan blijkt dat er aan goede opleiding en begeleiding van de man weinig aandacht wordt besteed (geen tijd). Bijna ongeloofwaardig wordt de beslissing als je in de praktijk constateert dat deze man het nauwelijks kan laten om zich met detailzaken (uitvoerig) bezig'te houden. En helemaal ongeloofwaardig wordt het als je ziet dat dit type leider vaak in talrijke commissies wordt opgenomen vanwege zijn vakspecialisme in plaats van zijn manager-zijn. Helemaal begrijpelijk is het dat zo een man door deze omstandigheden snel overbelast wordt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 25