17 marktstrategie: drie facetten vijf groepen I.c.b. en public companies I.c.b. en private companies toekomst lucratief kan zijn. Dit is een ty pisch voorbeeld van „nursery-finance": het financieren van zakformaatbedrijven of van bedrijven-in-de-kiem, die anders geen kans zouden krijgen en die nu dankzij de hulp van de bank winstgevend kunnen worden, ook voor de bank zelf, die eventueel met kapitaal in het jonge bedrijf participeert. Leerzaam en interessant zijn de gedachten die in de L.C.B. leven over de marktstra tegie die men in de eerste twee a drie jaren wil volgen. Ze hebben betrekking op drie punten, namelijk op de aard van de bedrij ven die de bank tot cliënt hoopt te krijgen, daarnaast ook op de geografische sprei ding van die cliënten, en tenslotte op de samenstelling van het dienstenpakket dat de bank biedt. Van boven naar beneden: De 'werkplaats' van de toreign exchange dealers - Mevrouw C. Whyte in de ontvangsthal - De boekhouding Wat betreft de aard van de tot cliënt te ma ken bedrijven maakt men onderscheid tus sen vijf groepen van mogelijke cliënten, na melijk de grote en de middelgrote maat schappijen onder de open naamloze ven nootschappen („public companiesen de grote, de middelgrote, en de kleine bedrij ven onder de besloten vennootschappen („private companies"). De diverse bankafdelingen zullen ook niet dezelfde bankrelaties bereiken. Zo zullen bij voorbeeld grote bedrijven zich gemak kelijker wenden tot de afdeling financie ringen („Commercial Lending") met een verzoek om krediet, dan tot de afdeling „Corporate Finance" met een verzoek om bedrijfsadviezen inzake bij voorbeeld het liquiditeitenbeheer, industrial management, fusie- of overnamebeleid e.d. Grote en middelgrote public companies zul len zich in het algemeen niet tot de L.C.B. wenden voordat deze zich in een reeks van jaren een reputatie heeft opgebouwd. Bo vendien zullen de meeste public companies al een min of meer vast contact met een an dere merchant bank hebben. Wel heeft de L.C.B. iets speciaals te bieden, namelijk een ongekend hechte band met tien bank- organjsaties waaronder zeer grote in negen landen van het Europese vasteland. Die band zou naar verwachting ook kun nen leiden tot zakelijke contacten tussen het L.C.B. en de grote open naamloze ven nootschappen in Engeland. Van meer betekenis voor de afdeling Cor porate Finance van de bank zullen waar schijnlijk de private companies zijn. Ook onder deze maatschappijen zullen de grootste bedrijven in het algemeen geen nieuwe bankrelatie nodig hebben. Maar vooral de middelgrote en kleine bedrijven kunnen onder invloed van bij voorbeeld een zeer dynamisch leider wel eens zo snel zijn gegroeid dat ze dringend behoefte hebben aan een periode van stabilisering en con-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 19