9
eindelijk aandacht
welwillendheid en irritatie
gescheurd front?
zaakte een koortsachtige activiteit in en rond de rege
ringsgebouwen in Den Haag. Minister Van der Stee, die
juist enkele dagen voor de uitbarsting met vakantie was
vertrokken, werd zolang vervangen door minister Boersma,
die vorig jaar ook reeds enkele maanden minister van
landbouw was.
Minister Boersma kon die eerste week van onrust niet
veel verder komen dan het aanhoren van de landbouw
organisaties. Ook drong hij aan op het stopzetten van de
acties omdat de regering niet onder physieke druk tot
maatregelen ten gunste van de landbouw zou mogen
komen; daarmede zou immers het toepassen van harde
acties aantrekkelijk worden gemaakt.
Die opvatting - door minister Boersma thans kennelijk
tot de zijne gemaakt - zou vijftien jaar geleden onaan
vechtbaar zijn geweest. Daargelaten dat in recente tijden
ook door bewindslieden wel eens vergoeilijkende woor
den zijn gesproken over „burgerlijke ongehoorzaamheid",
kan men objectief constateren, dat veel harde acties in
de laatste jaren hun doel niet hebben gemist als het erom
ging de aandacht te trekken.
De agrarische bevolking heeft deze verandering zich zien
voltrekken en dat ook aan den lijve ondervonden waar het
b.v. ging om milieuvraagstukken waarbij door actiegroe
pen concrete resultaten kunnen worden bereikt.
Voor de leiding van de landbouworganisaties ontstond het
probleem dat de wegblokkades sneller en effectiever de
problemen aan de publieke opinie duidelijk maakten dan
jarenlang ordelijk overleg tussen de landbouworganisa
ties (via het Landbouwschap) en de regering opleverde.
Terwijl in de afgelopen jaren de pers en televisie nau
welijks of geen aandacht besteedde aan door de geor
ganiseerde landbouw belegde persconferenties, kregen
nu de uitspraken van actieleiders twee tot drie koloms
koppen op de voorpagina. Velen lieten zich daardoor
verleiden tot de misvatting dat het al die jaren verkeerd
werd gedaan door de landbouwvoormannen.
Hoewel daar ruimschoots gelegenheid voor was geweest,
is de leiding van de landbouworganisaties er niet toe
overgegaan om de acties „over te nemen". Na intensief
overleg werd zelfs op woensdag 31 juli een oproep ge
daan om de harde acties te staken. De acties werden
daarmede zonder meer veroordeeld maar kennelijk woog
het bij de bestuurderen van de landbouworganisaties
zwaar dat - hoezeer zij gevoel konden hebben voor het
pathos van de beroering - de aard van het middel als
discussietechniek toch moest worden verworpen.
De boerenacties werden aanvankelijk zowel door de po
litie als door het publiek welwillend tegemoet getreden;
hieruit bleek dat de Nederlandse landbouw nog wel een
potje kan breken en serieus wordt genomen in zijn ver
ontwaardiging. Maar naarmate de week vorderde, begon
irritatie te ontstaan. De regering beëindigde toen ook de
vaderlijke houding van de politie en gaf de politiemacht
instructies om verdere blokkades te voorkomen. De lei
ding van de acties voelden ook de weerstand van het
publiek goed aan en zagen het gevaar van averechts
effect wanneer de opinie zich tegen de boeren zou richten.
Inmiddels kondigden de drie Centrale Landbouworganisa
ties een demonstratieve vergadering aan waaraan een
ieder die zelf wilde meehelpen de noden van land- en
tuinbouw te onderstrepen zou kunnen deelnemen.
Hoewel na een tien dagen onrust alles weer in meer ge
ordende banen leek te komen, bleven er twee problemen
branden: wat zou de regering gaan doen voor de agrari
sche sector en hoe zou de leiding en de leden van de
landbouworganisaties weer op één noemer worden ge
bracht.
un:' 11
jJJttttTtfl PLACtn
■b! U'j HOCLRt
r« PSJZtfl VRACtN
Dit laatste bleek geen eenvoudige zaak. Er werd uitvoerig
over gediscussieerd in de vergadering van het bestuur
van het Landbouwschap op woensdag 7 augustus. De
bestuursleden van de landbouworganisaties waren wel
bereid toe te geven dat de tijdgeest een andersoortig op
treden van pressiegroepen nodig maakt zij lieten duidelijk
merken een maatschappij, waar elke groep door machts
vertoon zijn zin probeert te krijgen, bijzonder onaantrek
kelijk te vinden.
Binnen de georganiseerde landbouw was een discussie
op gang gekomen over de manier waarop de belangen
van de agrarische bedrijven behartigd moeten worden.
Doordat zij de belangstelling van publiek en regering ver
kregen hadden, leken de leiders van de actiecomités -
voor het overgrote deel lid van een standsorganisatie -
het gelijk aan hun kant te hebben.
Met een zekere gretigheid constateerde de commenta
toren in de pers, dat het groene front scheuren vertoonde.
Ook werden in de pers verschillen gesuggereerd tussen
de standsorganisaties, waarvan de confessionele minder
en de „neutrale" zich meer kritisch tegenover het kabinet
zouden opstellen. Er was echter niets tastbaars dat daar
op wees en ook werden gesprekken gevoerd tussen de
voorzitters van de drie C.L.O.'s en de leiding van de actie
comités waarvan de sfeer door beide partijen „goed"
werd genoemd.
Dit wil niet zeggen dat alles geolied liep aan de karit van
de landbouw. Tijdens de demonstratie op zaterdag 10 au
gustus in Utrecht, bijgewoond door bijna dertigduizend
boeren en tuinders, ontlaadde een deel van de opgehoop
te en opgekropte spanning zich boven de hoofden van de
drie voorzitters van de C.L.O.'s.
Na enkele dagen bezon men zich echter en de actie
comités zetten het gesprek met de voorzitters van de
C.L.O.'s en de andere bestuurders voort.