het midden- en kleinbedrijf in het ambacht en kleine nijverheid 20 Het ontstaan van het ambacht gaat ver terug in de geschiedenis. Er zijn vondsten zoals bewerkte benen voorwerpen, scherven van aardewerk en dergelijke, die er op wijzen dat ongeveer zover de geschiedenis teruggaat, de mensheid grondstoffen bewerkt heeft tot nut of alleen voor de versiering. Men kan echter pas van een ambacht spreken zodra het een zelfstandige bedrijfstak is, waarin met de hand of met gereedschap van een onbewerkte grondstof een eindprodukt wordt gemaakt, dat specialistische vaardigheid vereist. De geschiedenis van het wer kelijke ambacht gaat daarom terug tot ongeveer 6000 jaar geleden. Uit die tijd zijn in het midden-oosten aardewerk en koperen voorwerpen gevonden, die het werk van drs. j. C. egmond zulke specialisten moeten zijn geweest. De belangrijkste bloeitijd maakte het am bacht door in de gildetijd. Het ontstaan van het gildewezen begon reeds in de vroege middeleeuwen, het eindigde zo ongeveer bij de Franse revolutie, in sommige landen eer der, in andere later. Het belangrijkste ken merk van het gilde was de strakke regle mentering. Zo mochten de ambachtslieden uit die tijd slechts één vak kennen. De gilden gaven gedetailleerde werkvoorschriften betreffen de produktie en verkoop. Vernieuwingen van produktietechnieken moesten eerst voorgelegd worden aan een commissie uit het gilde, alvorens deze technieken inge voerd mochten worden. Het aantal uren dat gewerkt werd, het aantal leerlingen dat een meester mocht opleiden, alles stond vast. De opleiding van een leerling duurde zeven jaar. In deze tijd ontving de leerling geen loon, hij kreeg alleen kleding, kost en in woning. Pas na deze zeven jaar kreeg hij loon en was dan gezel. Om gildemeester te worden moest een meesterstuk gemaakt worden. Verder werden er bepaalde eisen aan het vermogen van de toekomstige meester gesteld, zoals het hebben van vol doende middelen om een werkplaats te openen en om de lasten te kunnen opbren gen, die het gilde iedere gildemeester op legde. De strenge reglementering vooral op het terrein van de werkvoorschriften en het aantal leerlingen heeft in vele landen de industralisatie lang op een laag pitje ge houden. Na de industriële revolutie is een groot aantal functies van het ambacht overge gaan naar industriële bedrijven. Deze grote bedrijven hebben echter voor het ambacht nieuwe taken geschapen. Op dit moment vinden er nog een zeshonderdduizend mensen werk in het ambacht, dat wil zeg gen 13 van het Nederlandse arbeids volume. De omzet van alle bedrijven in het ambacht werd in 1972 geschat op 33 miljard.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 22