15 bezwaren tijdelijke wet de hoofdzaken van de tijdelijke wet den gezocht in het verschijnsel dat door middel van huurkoop voor een groter ge deelte van de koopprijs krediet kon worden verkregen dan bij een hypothecaire finan ciering. De oorzaak daarvan is gelegen in de navermelde omstandigheid. Als de schuldenaar met zijn betalingen in verzuim geraakt, is de hypothecaire schuldeiser ge houden, de uitwinning door middel van een openbare verkoop te doen plaatsvinden, want alle bedingen waarbij de hypothecaire schuldeiser gemachtigd wordt om zich het verbonden goed toe te eigenen zijn nietig. Geen toeeigening. Beding vim eigenmachtige verkoop Art. 1223. - 1. Alle bedingen, bi] welke de schuld- eischer gemagtigd zoude worden om zich het gehypo thekeerde goed toe te eigenen, zijn nietig. 2. Het staat echter den eersten hypothekairen schuldeischer vrij om bij het vestigen der hypotheek uitdrukkelijk te bedingen dat, bij gebreke van behoor lijke voldoening der hoofdsom, of van de betaling der verschuldigde renten, hij onherroepelijk zal zijn gemag tigd het vebonden perceel in het openbaar te doen ver- koopen, ten einde uit de opbrengst te verhalen /.oo wel de hoofdsom als de renten en de kosten. Dat beding zal op de openbare registers moeten worden aangeteekend, en zal de veiling moeten plaats hebben op de wijze als bij artikel 1255 is voorgeschreven. (B. 1185, lc, 1200 v., 1231, 5°; Rv. 508 v.; 537f>; 572s; F. 57 v.; A. B. 14; Wet teboekgestelde luchtvaartuigen art. 15; Pachtwet 56e sub a\ 56g.) Voor deze vorm van uitwinning moeten be paalde onkosten worden gemaakt, terwijl de door de wet voorgeschreven wijze van verkoop in het openbaar niet altijd de hoog ste opbrengst waarborgt. De huurverkoper is daarentegen eigenaar gebleven; hij kon de huurkoper, als deze niet aan zijn ver plichting tot betaling van rente en aflossing voldeed, met behulp van de huurkoopakte gemakkelijk tot ontruiming noodzaken en over het pand opnieuw bij onderhandse ver koop beschikken. Een tweede factor, die tot het gebruik maken van de huurkoop constructie aanleiding gaf, was de omstan digheid dat de in huurkoop verkochte hui zen doorgaans oude panden waren, die voor het normale hypothecaire krediet on voldoende interessant waren. Ook de boe renleenbanken en raiffeisenbanken waren voor de bewoners, die met behulp van huur koop in het bezit van een woning wilden komen, doorgaans onbereikbaar. De gebruikmaking van de huurkoopcon structie heeft echter aanleiding gegeven tot een aantal bezwaren. 1. De huurkoper miste iedere zakenrech- telijke bescherming. Ging de huurverkoper failliet, dan kon het pand ten behoeve van diens crediteuren, worden te gelde ge maakt, zonder dat op de rechten van de huurkoper acht geslagen behoefde te wor den. Hem restte slechts een concurrente vordering tot terugbetaling der in mindering van de koopprijs verrichte aflossingen. 2. De koopprijs was dikwijls onevenredig hoog in verhouding tot de waarde van het pand. De koper realiseerde zich niet, op welke kosten hem het onderhoud, dat bij de huurkoopakte voor zijn rekening placht te worden gebracht, zou kunnen komen te staan. Daar kwam nog bij, dat vele huur kopers tot de sociaal-zwakke groeperingen behoorden; met name gastarbeiders gre pen dit middel aan om in het bezit van een woning te komen. 3. Meestal waren de panden, die in huur koop werden aangeboden, reeds ten tijde van het aangaan van de overeenkomst hy pothecair bezwaard voor een schuld van de huurverkoper. De huurkoper heeft bij de aflossing van deze hypothecaire schuld een groot belang, doch kon volgens de vroegere wetgeving daarop geen invloed uitoefenen. Het gebruik van de huurkoopconstructie was dus voor de huurkoper dikwijls be zwaarlijk. Dat was echter alleen een uiter lijk symptoom van een dieperliggend maat schappelijk probleem, t.w. de woningnood, die met name in de randstad nog een be langrijke factor is. Ondertussen moet ook in sommige steden buiten de randstad het gebruik van de huurkoopconstructie zijn voorgekomen. In Den Haag heeft zich het geval van een aantal Italiaanse gastarbeiders afgespeeld, die een groot gedeelte van de koopsom hadden afbetaald, toen de makelaar van wie zij het huis hadden gekocht, overleed. De nalatenschap van de makelaar bleek in solvent te zijn en werd failliet verklaard. Voor de gastarbeiders en hun gezinnen dreigde dit funeste gevolgen te hebben, als niet een aantal hulpverlenende instanties het pand uit de boedel met behulp van een inzamelingsactie voor de gastarbeiders zou den hebben gekocht. Al deze bezwaren hebben de wetgever er toe overgebracht, bij een wet van 1973 een tijdelijke regeling betreffende huurkoop van onroerend goed tot stand te brengen. Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Neder landen. Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een tijdelijke regeling te treffen omtrent de huurkoop van onroerend goed bestemd of gebruikt tot bewoning; Zo is het, dat Wij, de Raad van Siate gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1. 1. Huurkoop in de zin van deze wet is de koop en verkoop van een onroerend goed voorzover bestemd of gebruikt tot bewoning, waarbij partijen overeenkomen dat de koopprijs wordt betaald in termijnen, en dat de eigendoms overgang eerst zal plaatsvinden na voldoening van twee of meer termijnen die verschijnen nadat de koper in het genot van het onroerend goed is gesteld. Hier zullen eerst de voornaamste bepa lingen van de Tijdelijke Wet worden uiteen gezet, en vervolgens de verschilpunten tus sen huurkoop en hypothecaire financiering. Ten slotte zullen wij de vraag onder ogen zien, of huurkoop ook bij onze banken een rol zal kunnen spelen. De Tijdelijke Wet is wel als voorlopige wet telijke maatregel bedoeld, maar hij is niet tijdgebonden in die zin dat hij op zeker tijdstip zonder meer buiten werking treedt, zoals zijn naam mogelijk zou doen vermoe den. Een definitieve wet wordt momenteel voorbereid. De hoofdzaken van de nu reeds ingevoerde wettelijke regeling zijn: 1. De huurkoop moet worden aangegaan bij authentieke akte. Is de overeenkomst van huurkoop niet bij authentieke akte aan gegaan, dan is deze niet zonder meer krachteloos. De huurkoper heeft dan de Artikel 2. 1. Huurkoop wordt aangegaan bij authentieke akte. 2. De notaris is verplicht in de akte te vermelden dat op de gesloten overeenkomst onder meer van toepassing is de Tijde lijke wet huurkoop onroerend goed. De notaris is voorts ver plicht in de akte te vermelden dat op voet van die wet: a. de huurkoopovereenkomst kan worden overgeschreven in de openbare registers, bedoeld in artikel 671, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek; b. de huurkoper een beroep op de rechter kan doen tot wijziging van de overeenkomst, indien een wanverhouding bestaat tussen de verplichtingen en de rechten, welke voor de huurkoper uit de overeenkomst voortvloeien. keus, om hetzij de vastlegging van de over eenkomst door de rechter, hetzij de nietig verklaring van de overeenkomst te eisen. De huurverkoper is dus door de overeen komst van huurkoop gebonden, ook als deze vormloos tot stand is gekomen. Alleen als de huurkoper nalaat de vordering tot vastlegging danwel nietigverklaring van de overeenkomst in te stellen, komt de huur verkoper de bevoegdheid toe de ontbinding van de overeenkomst van huurkoop te vor deren. 2. De vordering van de huurkoper tot vast legging van de overeenkomst van huurkoop leidt ertoe, dat de overeenkomst door de rechter zelf wordt vastgesteld. 3. Van de notariële akte van huurkoop moet een taxatie-rapport betreffende het onroerend goed, opgemaakt door een be ëdigd makelaar, deel uitmaken. Dit rapport moet mede een beschrijving en een beoor deling van de onderhoudstoestand van het goed bevatten. De makelaar moet door par tijen in onderling overleg worden aangewe zen. De kosten van de taxatie komen ten laste van de verkoper. De notaris mag tot het verlijden van de notariële akte vari huur koop pas overgaan als partijen ten minste een week de tijd hebben gehad om van het rapport kennis te nemen. 4. Zowel de huurkoper als de huurverkoper zijn bevoegd om de onder (1) bedoelde no tariële huurkoopakte of een door de griffier afgegeven afschrift van het vonnis houden de schriftelijke vastlegging van de huur koopovereenkomst in de registers betref fende onroerend goed te doen overschrij ven. Door deze overschrijving verkrijgt de huurkoper een zakelijk recht, dat door hem aan latere verkrijgers van het goed kan worden tegengeworpen: bezwaring van het goed met hypotheken of andere zakelijke rechten na de dag van overschrijving van de huurkoopakte werken niet ten nadele van de huurkoper. Ook tegen de gevolgen van de faillietverklaring van de huurver koper is de huurkoper door de overschrij ving van de huurkoopakte gevrijwaard.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 17