40 opdracht en honorarium geschillen de architect de helft van het hem toekomende honora rium, dat berekend wordt op basis van de bouwkosten. De R.O.A. gaat hierbij tot het gehele bedrag van het hem toekomende honorarium. De bouwheer komt met de eventuele aan sprakelijkheidsstelling van de architect dus niet ver. 3. De architect is verder niet aansprakelijk als hij slechts bepaalde onderdelen van het bouwwerk heeft ontworpen, doch is wel aansprakelijk voor het inpassen van de door hem ontworpen onderdelen in het ge heel van het bouwwerk. 4. Ten slotte is de architect niet aanspra kelijk voor schade door handelingen van aannemers of leveranciers in strijd met de tekeningen, het bestek en voorwaarden, tenzij hij deze handelingen door het af geven van betalingsmandaten zou goed keuren. Vanzelfsprekend heeft toepassing van deze standaardvoorwaarden herhaaldelijk tot meningsverschillen aanleiding gegeven. Zo werd eens beslist, dat aan de architect geen verwijt kan worden gemaakt, dat hij opdrachtgever niet terstond gewezen had op de moeilijkheden die bij het verkrijgen van rijksgoedkeuring zijn te verwachten. Een andere keer werd uitgemaakt, dat de opdrachtgever niet mag verwachten, dat een architect goedkeuring verkrijgt van de welstandscommissie. Het gebeurde ook eens, dat in een bouw werk hinderlijke lekkages optraden. Zij werden toegeschreven aan onvoldoende ventilatie van de ruimten onder het dak. Voor deze ernstige fout werd de architect aansprakelijk geoordeeld. Maar de aan nemer ging ook niet vrij uit. Als deskundige had hij de bouw niet zo mogen uitvoeren zonder te waarschuwen. Daar kwam nog bij, dat architect en aannemer in onderling overleg hadden besloten enkele voorge nomen ventilatieopeningen weg te laten. Architect en aannemer werden dan ook hoofdelijk aansprakelijk gesteld. De veelheid van taken aan de architect toe vertrouwd en zijn beperkte aansprakelijk heid daarvoor, noodzaakt partijen de op dracht aan de architect in een schriftelijk contract vast te leggen en daarin bepa lingen of voorwaarden op te nemen, die min of meer tot het ongeschreven recht be horen, eventueel aan de hand van de ad viezen, die de opdrachtgever van zijn raad gevers ontvangt. Met het geven van de opdracht hangt de mogelijkheid samen tot opzegging of in trekking van de opdracht; ook is mogelijk aan de opdracht sterke beperkingen te verbinden, b.v. een opdracht tot het geven van advies, tot het maken van een voorlo pig ontwerp, een deelontwerp. De A.R. geven onder het hoofd „bijzondere verloop van een opdracht" aanwijzingen over de mogelijkheid voor de opdracht gever om de gegeven opdracht te herroe pen en voor de architect om de aanvaarde opdracht neer te leggen. De opdrachtgever kan tot herroeping over gaan als hij de architect het laatste onder handen zijnde deel van het werk, de ge maakte werktekeningen en de reeds ge dane onkosten betaalt. Het gevaar bestaat, dat de opdrachtgever dan ook nog schade vergoeding zal moeten betalen. Zolang het verschuldigde niet is voldaan, mag een andere architect het werk niet ter hand nemen. De architect die de opdracht teruggeeft kan geen aanspraak maken op vergoeding van het verrichte werk en de gemaakte kosten, behalve wanneer hij tot teruggave van de opdracht werd bewogen door wanprestatie van de opdrachtgever. De opdracht aan een architect vervalt niet door het overlijden van de opdrachtgever, maar wel door de dood van de architect. Zijn erfgenamen moeten dan met de op drachtgever overleg plegen over de keuze van een nieuwe architect. Volgens de A.R. bestaat de taak van de ar chitect uit acht delen. Dit houdt verband met de honorering. Elk van de acht delen wordt gehonoreerd met een percentage van het totale honorarium. Deze acht delen zijn: 1. het maken van een voorlopig ontwerp; 2. het maken van een definitief ontwerp, 3. het maken van de bestek-tekeningen; 4. het maken van het bestek; 5. het maken van de begroting; 6. het houden van de aanbesteding; 7. het voeren van de directie; 8. het verzorgen van de eindoplevering. De opdrachten voor het definitief ontwerp, de bestektekeningen, het bestek, de werk tekeningen en begroting kunnen gecombi neerd worden gegeven evenals die voor de directie en de zorg voor eindoplevering. Er dient op gewezen te worden dat een schets nog niet als een voorlopig ontwerp kan worden aangemerkt. De A.R. en de R.O.A. geven aan hoeveel honorarium een architect voor elk onder deel afzonderlijk mag berekenen. Dit wordt uitgedrukt in een bepaald percentage van de volledige opdracht. Dit percentage is voor elk onderdeel verschillend. Naar de aard van de bouw, b.v. speciale betonconstructies, bijzondere technische installaties, kan het honorarium met een percentage worden verhoogd. Indien bij sloping, verbouwing, onderzoek van de bodem van bestaande constructies, op eigen of aangrenzend terrein onderzoek naar servituten meer werkzaamheden voor de architect ontstaan, dan normaal het ge val is, is de opdrachtgever aan de architect voor deze werkzaamheden een afzonderlijk honorarium verschuldigd. Er zijn nog andere gevallen denkbaar, b.v. voor bemoeiingen met faillissement van de aannemer. Reis- en verblijfkosten van de architect en zijn personeel (b.v. de opzichter) ten be hoeve van de vervulling van de opdracht gemaakt, kunnen soms ook ten laste van de opdrachtgever komen. Zo zijn er nog vele andere kosten, die de architect kan doorberekenen (leges, con tracten, exploiten). De architect stelt de definitieve grootte van zijn honorarium eerst vast als zijn werk zaamheden geheel zijn beëindigd en alle factoren, die de grootte van het honora rium beïnvloeden, definitief bekend zijn. Uiteraard heeft de aansprakelijkheid en het honorarium van de architect vaak tot me ningsverschillen met de opdrachtgever aan leiding gegeven. In verband hiermede werd de Stichting Ar bitrage Instituut Bouwkunst in het leven ge roepen. Deze Stichting beoogt regelingen uit te voe ren tot beslechting van geschillen tussen architecten en opdrachtgevers door arbi trage en bindend advies. Daarnaast bestaat er een Architectenraad en een tuchtcollege, bedoeld voor de be handeling van klachten over de wijze waar op de architect zich van zijn beroepsplicht heeft gekweten. De grens tussen het civielrechtelijke ter rein dat de Stichting bestrijkt en het tucht rechtelijke gebied van de Architectenraad is moeilijk scherp te trekken. De Raad gaat in het algemeen na of de ar chitect de erecode heeft geschonden waar aan alle ingeschreven architecten zijn ge bonden. De Stichting Arbitrage Instituut Bouwkunst houdt zich voornamelijk bezig met het be- vervolg op pagina 42

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 42