14 snellere afwikkeling nieuw probleem: tekort aan molenmakers De herstelwerkzaamheden aan de molen „De Eendracht" in volle gang dat bedrag bij het Rijk kunnen incasseren? Over dat tijdstip zwijgt de beschikking in alle talen Gezien de stand van 's lands financiën zou dat wel eens enkele jaren kunnen duren. Houdt men daarbij in het oog, dat jaarlijks de bouwkosten 15 °/o stijgen, dan kan een kind uitrekenen, wanneer deze terug betaling aan „De Hollandsche Molen" niets meer te betekenen zal hebben. Keert het getij in 's rijks financiën, dan zal het terug ontvangen bedrag voor de restauratie van een andere molen worden aangewend. Intussen benaderden B. en W. van Alphen aan den Rijn opnieuw het provinciaal be stuur, dat uiteindelijk in maart 1974 - on danks de moeilijke financiële toestand" - overstag ging en alsnog een bijdrage van 15 van de restauratiekosten verleende. Als de rijksbijdrage vaststaat zal de ge meente Alphen aan den Rijn, op grond van een Koninklijk Besluit van 18 juni 1965 een verhoging van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds verkrijgen, waardoor in dertig jaar de gemeente haar aandeel in de restauratie terug ontvangt! Wij hebben, ietwat omstandig, voor de le zers van „Rabobank" nu eens uiteengezet, hoe dit eerste restauratie-geval met Rabo- bank-hulp is tot stand gekomen. Hopelijk komt het restauratiewerk aan „De Een dracht" in het midden van 1974 gereed! Bij enkele bakkers ter plaatse bestaat reeds belangstelling om te zijner tijd ge malen graan af te nemen voor het bereiden van echt tarwebrood. Daartoe zal het no dig zijn een molenaar te vinden. Het was een lange weg, die voor het her stel van de Alphense „Eendracht" moest worden afgelegd. Maar de weg voor verdere restauraties zal korter kunnen zijn! in een overleg in de cember 1973 tussen de Centrale Rabobank, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en het bestuur van De Hollandsche Molen werd een voorlopige lijst van 25 geval len vastgesteld, waarbij de desbetreffende molen met Rabobank-geld zou dienen te worden gerestaureerd. In de praktijk bleek - door de overbelasting van molenmakers- bedrijven in de regio - soms een enkele wij ziging vereist. De Vereniging „De Hollandsche Molen" en de Rabobank zijn het er tevens over eens ge worden, dat op deze wijze - voor financie ring van op een later tijdstip terug te ont vangen rijkssubsidies - de gift van 1,5 miljoen op de meest efficiënte wijze kan worden bestemd om langs deze weg zo snel mogelijk een zo groot mogelijk aantal molens met een wijde spreiding in ons land in restauratie te brengen. Voor de navolgende molens is inmiddels de Rijksbeschikking afgekomen. De watermolen te Wijlre (restauratiekosten geschat op 7.000,-) zal een rijksbijdrage van 2.500,- ontvangen, waardoor een lang gekoesterde wens wan de eigenaar J. Otten en de „Molenstichting Limburg" in vervul ling gaat. De korenmolen „De Leeuw" te Oldehove vergt een restauratiebedrag van 104.000,-; de rijksbijdrage zal 40 °/o, dat wil zeggen 41.600,- bedragen. De standerdmolen „De Vlijt" te Geffen zal worden verplaatst en gerestaureerd. Kos ten 170.000,-; rijksbijdrage 68.000,-. In Zeeland komt de „Aeolus" te Wemel- dinge in aanmerking: Kosten 105.500,-; rijksbijdrage 42.000,-. In Noord-Brabant zal onder andere de Venbergse watermolen te Valkenswaard een restauratiebedrag van 50.000,- ver gen; de rijksbijdrage zal 20.000,- belo pen. De watermolen van de Zuidhollandse pol der te Hank (N.-Br.) komt eveneens voor een subsidie van 50.000,- in aanmerking, een bedrag van 100.000,- is in totaal voor deze molen noodzakelijk. In sommige ge vallen zal het mogelijk zijn voor de molen- bezitters extra bijdragen in de restauratie kosten te verkrijgen bijvoorbeeld door het Prins Bernhard Fonds, de A.N.W.B. e.a. Samenvattend: begin mei 1974 was over een bedrag van bijna 340.000- komend uit de Rabobank-gelden beschikt. Uiteraard is de toestand niet zó, dat men in ons land voor molenrestauratie nu uitslui tend op de fondsen, door de Rabobank be schikbaar gesteld, is aangewezen. Dankzij rechtstreekse bijdragen van Rijk, provincie en gemeente konden in 1973 veer tig molens door de Rijksdienst voor de Mo numentenzorg worden gerestaureerd. Zeker tien molens konden of kunnen worden ge restaureerd met gelden, beschikbaar ge steld door het Ministerie van Sociale Za ken, in het kader van het werkverruimings programma, voornamelijk in het noorden des lands. Dankzij een spontane „molenactie", in 1973/74 georganiseerd door de A.N.W.B., werd een bedrag van 363.701,81 ingeza meld, waardoor vier met name genoemde molens, eigendom van de vereniging „De Hollandsche Molen" zullen worden geres taureerd. Maar een grote en belangrijke mijlpaal langs de moeizame weg van de molenres tauraties zal de gift blijven vormen, welke de Rabobank mei 1973 aan „De Holland sche Molen" deed. Moge in snel tempo het aantal borden waarop vermeld staat: De versnelde restauratie van deze molen werd mogelijk gemaakt door de medewer king van de RABOBANKEN in verscheidene provincies groeien! Hoe snel dit proces zich zal kunnen voltrek ken, hangt niet in de laatste plaats af van de beschikbare mankracht aan molenma kers. Helaas is het zó: eerst waren er mo lenmakers en geen geld, nu is er geld en zijn er te weinig molenmakers! Het is een wondere wereld, waarin wij leven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 16