13 hoe het verder ging daar in Alphen aan den Rijn toch aan de slag, op hoop-van-zegen. Die zegen nu kwam, toen in de gigantische jubileumvergadering op 21 mei 1973 van 3300 man in de Utrechtse Bernhardhal de voorzitter van de Raad van Beheer van de Centrale Rabobank, de heer C. G. A. Mer- tens, aan de voorzitter van „De Holland- sche Molen", mr. P. J. Mijksenaar, een cheque van 1.500.000,- overhandigde, tot steun in de strijd voor ons nationale mo- lenbezit. De „gewone man" zou denken, dat op zeer korte termijn het ondernemende gemeen tebestuur een rijksbijdrage zou kunnen ont vangen. Maar zó snel malen de ambtelijke molens niet, om niet-malende molens in den lande te steunen. Het gemeentebestuur van Alphen moest nu bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg aandringen op een „ministeriële beschikking" voor restaura tie in gevestigde zin, zulks in tegenstelling tot de afwijzing op 14 december 1972. Dat heeft meer tijd genomen, dan gedacht werd, ook al doordat omstreeks midden 1973 de Rijksdienst voor de Monumenten zorg in Voorburg de biezen moest pakken en „met hutje en mutje" verhuizen naar het complex van de Hernhutters in Zeist. Waar - dat zij gezegd - in het prachtig ge restaureerde en vergrote broederhuis nu het hoofdkwartier van onze Rijksmonumen- De Stellingkorenmolen „De Eendracht" te Gouwsluis tenbeschermers stijlvol is gevestigd. Op 15 maart 1974 bereikte het gemeentebe stuur de lang verbeide „rijksbeschikking", waarbij de minister van C.R.M. een subsi die toezegde van 44.800,- op een totaal bedrag van 112.000,- zijnde het „voorlo pige" eindbedrag. Dat bedrag 44.800,-) zal worden uitbe taald door de vereniging „De Hollandsche Molen" (uit Rabobank-gelden); in ruilwaar voor het Alphense gemeentebestuur de vordering op het rijk uit hoofde van de toe gezegde subsidie - tot een bedrag van f 44.800,- aan de vereniging zal cederen. Wanneer zal nu „De Hollandsche Molen"

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 15