vanaf de tribune 33 EEN GOEDE GEDACHTE? Geachte redactie, Kommuniseren: een woord waar we dage lijks mee gekonfronteerd worden, wat we dagelijks in de mond hebben, waarvan we precies weten hoe het zou moeten gaan, doch waar in de praktijk zo weinig van terecht komt. De juistheid van het bovenstaande ont dekte ik weer eens bij het lezen van de Rabobank" no. 3 blz. 4 onder het hoofd M.O.B. .„een goede gedachte". Daar lees ik, dat er af en toe behoefte kan Jntstaan aan een bijzonder kommunikatie- niddel, dit vooral als er situaties ontstaan waarvan echt gezegd kan worden dat dat sen ieder bezighoudt in de organisatie. lo'n situatie ontstond enkele maanden ge- eden door de onzekere situatie op de geld- sn kapitaalmarkt. ïn dan komt de „goede" gedachte. Geen jewone cirkulaire, maar een nieuwsbrief 'an de Hoofddirektie. Natuurlijk, het is niet de optimale vorm van communikatie. Nee, zo lees ik op dezelfde >ladzijde, „de Centrale Kringvergadering is latuurlijk eigenlijk het beste forum om oog n oog met de organisatie te spreken." 'o gaan ook vertegenwoordigers van de okale banken naar die Centrale Kringver- ladering toe, met de gedachte van we gaan andaag weer wat horen over „wat ons lezighoudt". De knellende problematiek rond de geld- en kapitaalmarkt, de liquidi teit van de organisatie eri het uitzettings beleid. Het stelt dan wel teleur als we merken, dat op die Centrale Kringvergade ring men ten slotte bereid is, om in de rondvraag, notabene, als er van de zijde van de vertegenwoordigers om gevraagd wordt, informatie te verstrekken over die belangrijke onderwerpen. Ik bedoel maar; weten, schrijven en doen zijn drie heel verschillende dingen. Over het eerste kunnen we allemaal meepraten. Over het tweede de enkeling en van het derde komt minder terecht dan wij willen. Hoogachtend, L. Segaar directeur Rabobank „Flevoland" W.A., Dronten. NASCHRIFT Omdat wij de zaak, die de heer Segaar aan de orde stelt, van groot belang achten, gaan wij er nader op In onder het hoofd „Toch een goede gedachte" in de rubriek „Wat ons bezighoudt". WAT EEN M.E.A.O.-STAGIAIR ER ZELF VAN ZEGT Geachte redactie, Aan de hand van uw publicatie in het maandblad Rabobank van maart 1974 wil ik gaarne even inhaken op de rubriek om trent stages geschreven door G. W. A. de Koek. Ikzelf loop momenteel stage op het filiaal van de Rabobank te Etten (N.Br.). Mijn stage is tot stand gekomen door de stage- weken van de M.E.A.O. te Breda. Tevens lopen enkele medeleerlingen stage op Ra- bobanken o.a. in Ulvenhout. Gaarne zou ik mijn complimenten willen uiten over de korte publicatie van de stage en over het maandblad van de Rabobanken in het algemeen. Toch wil ik zelf iets ver tellen over de stage als leerling en over het niveau van de school. Vele medewerkers van de Rabobank Etten worstelden met het probleem dat men de M.E.A.O. als opleiding niet kende en daar door ook niet wist in welk stramien van opleidingen deze, speciaal op het bedrijfs leven gerichte opleiding, geplaatst moest worden. Over mijn begeleiding bij de Rabobank ben ik uitermate tevreden, ofschoon een sta giair nooit storend moet werken. Het is de taak van een stagiair om informatief op pad te gaan en tevens daarbij een handje te helpen bij verschillende werkzaamheden. Persoonlijk volg ik de administratieve rich ting, maar toch heb ik met alle genoegen alle takken van het bedrijf doorlopen. Wat mij persoonlijk wel erg hard opviel tij dens de stageperiode waren o.m. de vol gende punten: I: Plaatsingsmoeilijkheden van de M.E.A.O. in het stramien van opleidingen. II: De computer als centraal boekingspunt is een machtig orgaan waarvan men pas na enkele grondige studies een inzicht krijgt. III: Mijns inziens biedt de bank veel meer mogelijkheden dan de meeste cliënten als buitenstaander denken. IV: Iedere bankemployé vervult een ver antwoordelijke taak. Het is daarom erg voornaam dat de verbinding van de diverse schakels soepel doch accuraat verloopt. V: Een bank is een commerciële zaak, die echter altijd de belangen van de cliënten vooropstelt en die naar verhouding weinig kosten rekent. (Steeds vindt men ondanks de machtige groei het beginsel van een coöperatie terug). Nu wilde ik toch graag even uitweiden over de M.E.A.O. als schooltype. De opleiding heeft een duur van drie jaar waar in het tweede jaar een stageperiode van 5 a 6 we ken is ingebouwd. Vakken die gegeven worden zijn: Bedrijfsadministratie, bedrijfseconomie, Frans, Engels, Duits, Nederlands, Algemene Economie, Recht, Commerciële Economie, Praktische Beroepsvorming, Computerkun- de, Typevaardigheid, Steno, Maatschappij leer en Esthetische Vorming. Zoals ook in het artikel van de heer G. W. A. de Koek vermeld, staat onze school ge heel open voor bedrijven (vnl. uit het bank en verzekeringswezen) die een gastles wil len geven. Ook worden door onze school bezoeken gebracht aan rechtbanken (zo wel arrondissements- als kantongerechten) en excursies naar verschillende grote be drijven, o.a. computercentra, automobiel fabrieken en fabrieken die opbergsystemen en kopieerapparaten vervaardigen. Naast de boekhoudkundige opleiding wordt ook veel aandacht besteed aan de praktische gedeelten van een bedrijf. Bij mij persoon lijk is de stage aanleiding geweest om eens met een ander bedrijf in aanraking te komen daar wij thuis zelf een transporton derneming hebben. Toch was het een erg vruchtbare periode, maar ik denk dat voor bepaalde medeleer lingen het van nog meer nut geweest is, om dat zij nu voor de eerste maal in het „be- drijfs- of zakenleven" terechtkomen. De periode van 5 a 6 weken is mijns in ziens te kort voor het bedrijf, maar voor de school kan het gewoon niet langer i.v.m. de stof die tijdens drie jaar afgewerkt moet worden. Ik hoop dat dit schrijven een verrijkend in zicht heeft gegeven en dat dit als reactie kan worden gezien van iemand, die grote waarde hecht aan de vruchtbaarheid van uw maandblad van de Rabobank. In de toekomst zal ik graag contact onder houden met mijn stage-adres en de stille hoop om eens in dit Raboconcern werk zaam te mogen zijn is bij mij persoonlijk niet miniem. Hoogachtend, K. Martens, Rijnsbergen (stagiair Rabobank Etten)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 35