31 liquiditeitsproblemen investeringsactiviteit veel aanvragen rentesubsidie borgstellingsfonds kredietverlening grondprijs en grondfinanciering gericht op het stimuleren van de vleespro- duktie en dan vooral de rundvleesproduk- tie. Op de langere termijn kan een ver betering van de prijzen dan ook niet uitblij ven, mede als gevolg van een achterblijvend aanbod. Intussen zitten veel ondernemers in ge noemde sectoren wel met de lage op brengsten en hoge kosten. De ondernemers dienen zich bij het huidige prijsniveau ech ter te realiseren, dat de prijzen van een aantal produkten, met name rundvee en varkens, een jaar geleden op een zeer hoog niveau lagen. Hierop mag men zich niet blind staren. Speciaal voor die categorie ondernemers, die in de voorafgaande jaren grote inves teringen hebben gepleegd en daarbij zijn uitgaan van het toen geldende prijsniveau van eindprodukten en grondstoffen, kun nen zich momenteel problemen voordoen. Deze zullen dan vooral liggen in de sfeer van liquiditeit, dat wil zeggen dat de in komende geldstroom (tijdelijk) onvoldoen de is om aan de uitgaven voor bedrijf en privé te kunnen voldoen. Deze uitgaven lig gen in veel gevallen extra hoog als gevolg van de momenteel verschuldigde belasting over de voorafgaande jaren met een hoog inkomen. Indien de huidige situatie enige tijd voort duurt, zullen de in voorgaande jaren even tueel gevormde reserves snel zijn opge teerd. In een enkel geval wordt de bank nu reeds geconfronteerd met bedrijven in li quiditeitsmoeilijkheden. Algemeen is bekend, dat de investeringen in de agrarische sector in het afgelopen jaar op een hoog niveau hebben gelegen en ook op dit moment nog op een hoog ni veau liggen. Deze grote investeringsactivi teit kan worden toegeschreven aan een complex van factoren. Als belangrijkste kunnen worden genoemd de rentesubsidieregeling, de noodzaak tot schaalvergroting en modernisering, als mede de gunstige rentabiliteit in de voor gaande jaren. De rentesubsidieregeling maakt het voor vele bedrijven mogelijk de noodzakelijke in vesteringen te doen en te financieren. Voor een deel betreft dit achterstallige inves teringen. Een duidelijke ontwikkeling die zich sinds enkele jaren bij de investeringen voordoet is de sterke toename van de pachtersinves teringen. In een toenemend aantal gevallen worden de nieuw te stichten gebouwen op pachtbedrijven door de pachter zelf gefi nancierd. Genoemde mogelijkheid tot het verkrijgen van rentesubsidie bestaat sinds november 1972 voor de rundveehouderij en de akker bouw. In de loop van 1973 is de regeling ook van kracht geworden voor investeringen in de fruitteelt, de varkenshouderij, de volle- grondtuinbouw en de glastuinbouw. De regeling is onlangs zodanig uitgebreid, dat ook jonge agrariërs, die het ouderlijk be drijf overnemen, reeds tijdens het eerste jaar voor rentesubsidie in aanmerking kun nen komen. Bovendien zal de rentesubsi die naar alle waarschijnlijkheid worden ver hoogd tot het toegestane maximum van 5 Voor de ene sector biedt de regeling, ge zien de investeringen die er onder vallen, aanmerkelijk meer mogelijkheden dan voor de ander. Zo komen voor de rundveehou derij de investeringen, die een uitbreiding van de veestapel ten gevolge hebben, wel voor de rentesubsidie in aanmerking. In vrijwel alle overige sectoren mogen de in vesteringen geen produktie-uitbreiding tot gevolg hebben. Voor de glastuinbouw wordt de rentesubsidie vooral aangewend bij investeringen in ketelinstallaties en der gelijke. Dit gaat in vele gevallen gepaard met geforceerde uitvoering van de ontwik kelingsplannen. Gedurende het eerste kwartaal van 1973 werden in totaal 989 aanvragen ingediend. Deze hadden voornamelijk betrekking op de rundveehouderij, daar de regelingen voor de overige sectoren nog niet van kracht waren. In het laatste halfjaar van 1973 nam het aantal af tot ruim 600 per kwartaal. Algemeen werd verondersteld dat de eerste vloed van aanvragen binnen binnen was, doch gedurende het eerste kwartaal 1974 is het aantal aanvragen zeer sterk opgelopen tot ruim 1000. Opvallend is daarbij, dat na een enigszins aarzelend be gin nu ook een groot aantal aanvragen af komstig is vanuit de glastuinbouw, name lijk circa 250. Rundveehouderij en glastuin bouw namen in het betreffende kwartaal circa 90 van de aanvragen voor hun rekening. In totaal waren per 1 april 1974 5225 aanvragen ingediend, terwijl ruim 2200 aanvragen waren goedgekeurd. Van de overige 3000 is een belangrijk gedeelte nog in behandeling, terwijl ook een aanzienlijk deel van de aanvragen afvalt, doordat geen ontwikkelingsplan kan worden voorgelegd. Dit beloopt circa 30 oftewel 1700 aan vragen. Bij een rentesubsidie-aanvraag gaat het in het algemeen om een relatief grote inves tering, hetgeen blijkt uit het gemiddelde subsidiale bedrag van circa 130.000,-. De investeringen hebben voor het merendeel betrekking op de bouw van stallen. Daar naast zijn de investeringen in machines ook sterk gestegen. Bij het opstellen van het financieringsplan bleek in circa 50 van de gevallen een ga rantie van het Borgstellingsfonds noodza kelijk. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat de garantieverlening door het Borgstel lingsfonds in 1973 ruim 150 miljoen, circa 50 hoger lag dan in 1972. De toename is - zoals te verwachten was - vrijwel in zijn geheel afkomstig uit de sector landbouw. Uit het jaaroverzicht van het Borgstellings fonds blijkt verder, dat het aantal garanties slechts weinig is gestegen, namelijk circa 10 °/o. De gemiddelde hoogte van de ga rantie is echter sterk gestegen en wel van bijna 60.000,- tot ruim 80.000,-. Bij het groter aantal aanvragen valt op, dat het aantal afwijzingen sterk is teruggelopen; waarschijnlijk kan dit worden toegeschre ven aan de rentesubsidieregeling, waar door alleen de bedrijven met toekomstmo gelijkheden een garantie aanvragen. Ten slotte is schade van het Borgstellingsfonds in 1973 met ruim 1 miljoen zeer beperkt; gezien de relatief gunstige bedrijfsresul taten in de landbouw is dit niet verwon derlijk. Bovengenoemde rentesubsidieregeling, als mede de toegenomen garantieverlening door het Borgstellingsfonds hebben hun uitwerking in de kredietverlening door onze organisatie niet gemist. De verstrekte leningen aan land- en tuinbouwbedrijven beliepen in 1973 f 1507 miljoen, tegen 1050 miljoen in 1972. De toename is zo wel afkomstig uit de landbouw als uit de tuinbouw, hoewel de landbouw sterker is gegroeid. De kredietverlening aan tuin bouwbedrijven blijkt te zijn toegenomen met circa 100 miljoen, hoewel de garan tieverlening van het Borgstellingsfonds in deze sector nauwelijks is gestegen. De financiering op „eigen kracht" is in deze sector dus belangrijk toegenomen. Gezien het eerder gesignaleerde aantal rentesub sidie-aanvragen uit land- en tuinbouw, lijkt het aannemelijk, dat de kredietverlening aan deze sectoren in 1974 wederom op een zeer hoog niveau zal liggen. Het is op dit moment nog moeilijk te overzien wat hierbij het effect zal zijn van de recente ontwik kelingen met betrekking tot prijzen en kos ten. Enerzijds zal dit leiden tot enige terug houdendheid, terwijl anderzijds de nood zaak tot modernisering en/of vergroting toeneemt. Uit het verloop van het aantal rentesubsidie-aanvragen blijkt, dat laatst genoemde kracht vooralsnog het sterkst is, dat wil zeggen een aanhoudend grote in vesteringsactiviteit. Een aantal jaren geleden bestond de in druk, dat de grondprijzen hun hoogtepunt hadden bereikt. Met uitzondering van ge bieden waar sprake was van niet-agrari- sche bestemming voor de grond bleef de grondprijs in Nederland op een vrijwel con stant niveau. In minder gunstig gelegen gebieden of streken met een slechte ont sluiting deed zich enige jaren geleden zelfs een lichte daling voor. Sinds enkele jaren is de grondprijs en daarmee samen hangend de prijs van boerderijen sterk ge stegen. Dit kan in bepaalde streken oplo pen tot 60 a 70 Deze stijging van de grondprijs heeft ook een toename van de waarde van het erfpachtsrecht tot gevolg. Voor deze welhaast explosieve prijsont-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 33