stichting pensioenfonds raiffeisen 26 h. c. linschoten harmonisatie van pensioenregelingen wet en pensioenvoorziening Het pensioenfonds, de S.P.R., is thans ongetwijfeld een belangrijk be grip in onze organisatie. Nu de heer Linschoten, die van het begin af aan als administrateur van dit fonds is opgetreden, een functie bij een van de aangesloten banken heeft aanvaard, was dit voor ons een goede aanleiding hem te vragen een kleine terugblik op de S.P.R. te werpen. Voor de schrijver is het tevens een afscheid van een werk, dat hem na aan het hart lag en waar hij zich volledig voor ingezet heeft. Wij wensen hem een succesvolle verdere loopbaan toe, die hem veel voldoening moge geven. Zoals het laatste deel van de naam al doet vermoeden hebben we hier te doen met een oorspronkelijk „Utrechtse" Stichting. De banken, die vóór de fusie bij de Utrechtse Centrale Bank waren aangeslo ten, evenals hun personeel, kennen al jaren lang de opzet en het werk van de S.P.R. op het gebied van de pensioenvoorziening. Met de vroegere Eindhovense boerenleen banken ligt dit anders. Hun aandacht is pas na de fusie van de beide Centrale Banken bij de S.P.R. betrokken geworden. De harmonisatie, die uit het samengaan van de beide Centrale Banken op allerlei terrein moet voortvloeien, heeft zich na melijk ook tot de in beide organisaties gebruikelijke systemen van pensioenvoor ziening uitgestrekt. In dit verband is het ook voor de Eindhovense banken van be lang thans een korte schets van de ont wikkeling van de S.P.R. te geven. Om misverstand te voorkomen wijzen wij er op, dat wij het punt van de harmonisatie van de pensioenregelingen in dit artikel willen laten rusten. Niet omdat dit geen belangrijk punt zou zijn, maar omdat wij één hoofdlijn naar voren willen brengen: namelijk hoe de ervaringen zijn met de methoden van pensioenvoorziening, die in de S.P.R. wordt gevolgd. Wat de harmonisatie zelf betreft, zij vol doende te weten, dat de S.P.R. in de toe komst voor alle banken van de Rabobank- organisatie het middel zal zijn, waardoor de pensioentoezeggingen aan het perso neel verwerkelijkt worden. Na diepgaand overleg, met name ook met een brede commissie uit de banken, is hiertoe be sloten. Omdat de beide systemen erg uiteenlopen, is dit geen eenvoudige zaak geweest en het is dan ook niet zo, dat binnen de S.P.R. in alle opzichten een volledig gelijk geschakelde methode kan worden gevolgd. Men houde echter voor ogen, dat de pen sioenregelingen voor het personeel van de aangesloten Rabobanken middels een eigen Stichting worden verwezenlijkt. Het bovenstaande brengt mee, dat de cij fers die hieronder genoemd worden, uit sluitend betreffen de jaren, waarin de Stichting alleen voor de Utrechtse banken werkzaam was. De harmonisatie wordt eerst in dit jaar in de S.P.R. geëffectueerd. Iedere werknemer in dit land weet dat een goede pensioenregeling een wezenlijk be standdeel van zijn arbeidsvoorwaarden is. Als hij ergens in dienst treedt hoort hij gewoonlijk meteen welke toezeggingen hem op het gebied van ouderdoms-, we duwen-, wezen- en invaliditeitspensioen worden gedaan. Hij weet wat voor rechten er voor hem in zijn actieve periode wor den opgebouwd, waarvan hij in zijn niet- actieve periode - na zijn pensioendatum of bij invalide worden - de vruchten plukt of waardoor na zijn overlijden zijn weduwe of kinderen uitkeringen kunnen krijgen. Omdat het voor de werknemers van groot belang is, dat de pensioentoezeggingen niet alleen duidelijk vastliggen maar voor al ook op verantwoorde wijze uitgevoerd worden, heeft de wetgever al 22 jaar ge leden middels de Pensioen- en Spaar fondsenwet een aantal voorschriften ge geven aan werkgevers die een pensioen toezegging doen. Zowel de Utrechtse als de Eindhovense organisatie volgden vroeger dezelfde door de wet geopende mogelijkheid: namelijk de toegezegde pensioenen verzekeren bij een levensverzekeringmaatschappij. De werkgever zorgt, dat de premie betaald wordt en de levensverzekeringmaatschap pij keert te zijner tijd de pensioenen uit. Dit is een heel gebruikelijke wijze van pensioenvoorziening. Vele ondernemingen nebben een zogenaamd collectief contract met een levensverzekeringmaatschappij lopen. Een andere methode is echter die van het oprichten van een Stichting pensioenfonds. Ook daartoe opent de wet de mogelijk heid, al stelt zij daarbij wel aparte voor waarden. Een onderneming mag echter niet zijn pensioentoezeggingen zelf voor eigen risico houden. Deze pensioenen zouden dan te veel aan het risico van de onder neming zelf gekoppeld worden. De opge bouwde pensioenrechten moeten veilig

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 28