23 het reglement bevoegdheden van de ondernemingsraad ontwikkelingen na 1971 Hierbij is de bevoegdheid om een kandi datenlijst in te dienen toegekend aan: a. een vereniging van werknemers, die in de desbetreffende onderneming werkzame personen onder haar leden telt, mits zij met haar leden in de onderneming over leg heeft gepleegd over de samenstelling van de kandidatenlijst; b. een derde of méér van de in de onder neming werkzame kiesgerechtigde perso nen die geen lid zijn van een vakvereni ging, welke een kandidatenlijst hebben in gediend. Om te voorkomen dat in bedrij ven met een groot aantal werknemers, de kandidaatstelling door vele tientallen werk nemers ondertekend moet worden, is be paald dat het aantal van dertig werkne mers voldoende is, om een kandidaatstel ling tot stand te brengen. De wet schrijft voor dat de ondernemings raad in zijn reglement nadere regelen stelt betreffende de kandidaatstelling, de in richting 'van de verkiezingen en de vast stelling van de uitslag daarvan, alsmede betreffende de vervulling van tussentijdse vacatures. Dit reglement dat ten doel heeft regels te stellen voor het functioneren van de ondernemingsraad in de praktijk kan beschouwd worden als een soort huishou delijk reglement. Het reglement, dat geen bepalingen mag bevatten in strijd met de wet, moet door de bedrijfscommissie worden goedgekeurd. Bedrijfscommissies zijn door de Sociaal- Economische Raad voor groepen van on dernemingen ingestelde commissies ter behandeling van aangelegenheden betref fende de ondernemingsraden. Voor het bankbedrijf functioneert als zodanig de Bedrijfscommissie voor het Geld- en Kre dietwezen. Hierbij zij nog vermeld, dat het te doen gebruikelijk is dat, alvorens het reglement aan de bedrijfscommissie ter goedkeuring wordt toegezonden, eerst de vakbonden die in de desbetreffende onderneming werkzame personen onder haar leden telt, in de gelegenheid worden gesteld zich uit te spreken over de inhoud van het regle ment. Systematisch opgezet kent de wet aan een ondernemingsraad de volgende bevoegd heden toe: a. het recht op informatie; b. algemene beleidsbeïnvloedende be voegdheden; c. specifieke beleidsbeïnvloedende be voegdheden; d. toezichthoudende bevoegdheden; e. beheersbevoegdheden. Ter verduidelijking een korte uiteenzetting van deze bevoegdheden. Wat betreft het recht op informatie: de ondernemer is verplicht de ondernemingsraad tijdig alle inlichtingen te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. De inlichtingen worden des gevraagd schriftelijk verstrekt. De onder nemer mag deze inlichtingen slechts wei geren indien zwaarwichtige belangen van de onderneming zelf of van de direct daarbij betrokken belanghebbenden zich daartegen verzetten. Ten aanzien van de algemene beleidsbe ïnvloedende beslissingen kan opgemerkt worden dat de ondernemer er voor zorg moet dragen dat de ondernemingsraad ten minste zes keer per jaar bijeenkomt. In die vergaderingen kunnen alle aange legenheden, de onderneming betreffende aan de orde worden gesteld. De ondernemingsraad is bevoegd hierom trent aan de ondernemer wensen en be zwaren kenbaar te maken en voorstellen te doen. De ondernemingsraad heeft op dit terrein derhalve een typische advise rende taak. Naast deze algemene bevoegdheid van de ondernemingsraad staan de specifieke be leidsbeïnvloedende bevoegdheden, die be trekking hebben op concrete, meer inci dentele besluiten welke de ondernemer voornemens is te treffen. Deze besluiten kunnen zich zowel op economisch als so ciaal terrein voordoen. T.a.v. deze beslui ten heeft de ondernemingsraad eveneens een adviserende taak. Op economisch terrein is de ondernemer, wanneer hij een maatregel wenst te tref fen, die diept ingrijpt in het bestaan van de onderneming, verplicht tevoren hier omtrent advies van de ondernemingsraad in te winnen. Het betreft hier overdracht, fusie, sluiting, belangrijke inkrimping of uitbreiding, reorganisatie of verandering van vestiging van de onderneming of be langrijke delen daarvan. Een overzicht van de beweegredenen voor het besluit, alsmede van de te verwachten gevolgen ervan voor het personeel en de te treffen maatregelen dient daarbij te worden overgelegd. De ondernemingsraad wordt derhalve van het voorgenomen be sluit in kennis gesteld; het advies dient te worden gevraagd, vóórdat de beslissing definitief is genomen. Het mag niet zo zijn, dat alles al volkomen geregeld is en niet meer terug te draaien of te wijzigen is. Ook hier geldt echter weer, dat geen ad vies behoeft te worden ingewonnen indien zwaarwichtige belangen zich daartegen verzetten. Op sociaal terrein dient omtrent het ge hele salarisbeleid beraad in de onder nemingsraad plaats te vinden. Omtrent een aantal secundaire arbeids- voorwaaren dient eveneens het advies van de ondernemingsraad ingewonnen te wor den. Het betreft hier besluiten met be trekking tot de vaststelling of wijziging van beloningsregelingen en beoordelings systemen; maatregelen op het gebied van de opleiding van de werknemers; hoofd lijnen voor het aanstellings- ontslag- of promotiebeleid en maatregelen op het ge bied van het bedrijfsmaatschappelijk werk. Verder heeft de ondernemingsraad ten aanzien van een viertal onderwerpen van sociale aard een medebeslissingsrecht. De ondernemer heeft namelijk de instem ming nodig voor besluiten met betrekking tot de vaststelilng of wijziging van: - een arbeidsreglement; - een pensioen-, een winstdelings- of een spaarregeling; - een werktijd- of vakantieregeling; - een maatregel op het gebied van de veiligheid, de gezondheid en de hygiëne. Het medebeslissingsrecht ten aanzien van de laatstgenoemde gevallen is een nieuw element vergeleken met de wet van 1950, die slechts adviserende bevoegdheden van de ondernemingsraad kende. De raad heeft hiermede echter niet een absoluut veto recht, want de onderneming kan zich bij gebrek aan overeenstemming tot de be drijfscommissie wenden met het verzoek het besluit goed te keuren. Goedkeuring door de bedrijfscommissie vervangt de in stemming van de ondernemingsraad. In de praktijk heeft zich een dergelijk geval nog niet voorgedaan. De toezichthoudende bevoegdheden be staan hierin dat de raad belast wordt met het bevorderen van de naleving van de wettelijke voorschriften op het gebied van de arbeidsvoorwaarden en de veiligheid. De beheersbevoegdheden van een onder nemingsraad gaan een rol spelen wanneer een ondernemer zelfstandige instellingen in het leven geroepen heeft ten behoeve van zijn werknemers. Te denken valt hierbij aan studiefondsen, sociale fondsen en dergelijke. In dit geval heeft de ondernemingsraad het recht een door de ondernemer te bepalen aantal be stuursleden voor deze instellingen te be noemen. In het bovenstaande is de ontwikkeling uiteengezet die het werknemersoverleg en de werknemersvertegenwoordiging vanaf het eind van de vorige eeuw hebben mee gemaakt, alsmede de inhoud van de Wet op de Ondernemingsraden van 1971, waar in dit overleg en vertegenwoordiging hun huidige gestalte hebben gevonden. Gesteld mag worden dat met de wet van 1971 zeker niet de eindfase bereikt is. Ook op dit terrein blijft het hierboven ver melde thema, dat de tijden veranderen en wij met hen, opgeld doen. Hoewel de ver dere ontwikkeling in concreto nog in de schoot der toekomst verborgen ligt, mag toch uit diverse uitlatingen met name van de zijde van de vakbonden opgemaakt worden, dat hier onvrede met de huidige regeling bestaat. Zo wordt van deze zijde gepropageerd de ondernemingsraad van orgaan van de on derneming om te vormen tot een werk nemersorgaan. Dit heeft onder andere tot gevolg dat de ondernemingsraad enkel uit vertegenwoordigers van werknemers zal dienen te bestaan en dat er voor een voor zitter, die door de ondernemer wordt aan gewezen, geen plaats meer zal zijn. Of, en in hoeverre het streven van de vak bonden realiteit zal worden, zal ons de toekomst leren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 25