opleiding: een bijzonder werk, dat er helemaal bijhoort 16 apart werk, aparte entourage blijvend nodig scala van mogelijkheden De oud-onderwijsman en de vroegere leider van een onder neming zullen gelijkelijk verbaasd staan als ze horen wat het modern bedrijfsleven tegenwoordig allemaal op het gebied van opleiding, scholing en training verricht. Het is nog niet zo lang geleden, dat dit heel anders lag. Eén of meer scholen werden doorlopen, soms ook een vaktechnische of specialistische opleiding gevolgd, en dan kwam je in een baan bij een bedrijf terecht. Je werd even wegwijs gemaakt, maar verder moest je het zelf maar uit zoeken en met vallen en opstaan wijs worden. Wie zich breder of dieper in het vak ontwikkelen wilde, kon een adresje voor een cursus krijgen, maar daarmee hield de scholingstaak van het bedrijf gewoonlijk op. Er waren na tuurlijk uitzonderingen op deze regel: bedrijven die allang de opleiding van hun eigen personeel verzorgden, maar vergeleken bij wat nu algemeen vooral bij grote onder nemingen gebeurt, waren dat witte raven. Dit bedachten wij toen wij onlangs nader kennis mochten maken met het werk van „Opleidingen" van de Centrale Bank. Daar onderin de voet van het Fellenoordgebouw en in de Catharinaflat te Eindhoven is eigenlijk een heel be drijf continu bezig met het op allerlei wijzen scholen van onze eigen mensen. Dertig medewerk(st)ers hebben daar in een volledige dagtaak, nog afgezien van het grote aantal part-time docenten, dat merendeels uit personeelsleden van de Centrale Bank bestaat. De bezoeker komt onder de indruk van alle hulpmiddelen, waarover deze speciale „dienst" van de Centrale Bank beschikt. Al die leslokalen, conferentieruimten, docenten kamers, moderne apparatuur, waaronder een t.v.-studio, die zelf opnamen kan maken en over een eigen „closed circuit" kan uitzenden, doen zien dat hier de opleiding als een gewichtige zaak wordt aangepakt. In het Secretariaat zagen wij twee enorme wandpanelen, waarop schematisch een overzicht was gegeven, welke cursussen en bijeen komsten in de loop van het jaar, van week tot week, waar en wanneer gehouden worden. Het deed ons denken aan een soort „plotroom" van een stafkwartier en vervulde ons met respect voor wat er allemaal aan dat opleidingswerk vastzit. Met drs. J. L. A. M. Coenen, het hoofd van „Opleidingen" hebben wij een oriënterend gesprek gehad over zijn werk en dat van zijn medewerkers. Waarom een eigen opleiding? Waarom maakt een organi satie als de onze daarvoor veel kosten? De heer Coenen maakt dat duidelijk. Een schoolopleiding heeft hoofdzakelijk een algemeen of vakspecialistisch karakter. In beide gevallen hebben daar naast tegenwoordig grote bedrijven een eigen opleiding nodig, die aangepast is aan de specifieke behoeften van het eigen bedrijf. Jonge, al vaktechnisch geschoolde werk nemers, die bij Philips in dienst treden, worden daar in de eigen bedrijfsschool verder bekwaamd voor hun bijzon dere taak in de Philipsbedrijven. Voor ons als bankbedrijf is het personeel in wezen de belangrijkste actiefpost: personeel, dat optimaal functio neert, dat de kwaliteiten bezit, die ons bedrijf vereist. Omdat die bedrijfseisen aan verandering onderhevig zijn, moeten we alle krachten inspannen om de kwaliteiten van de medewerkers telkens te doen aanpassen aan de ver anderende en steeds hoger wordende eisen, die het be drijf stelt. Een echte bankschool is er in ons land niet en zelfs dan zou een eigen bedrijfsopleiding noodzakelijk blijven om onze medewerkers vertrouwd te maken met de visie, structuur en werkwijze van onze bankorganisatie. Trouwens geen enkel groot bedrijf kan het tegenwoordig zonder eigen opleiding stellen. En dat is geen tijdelijke, maar een permanente zaak. Zolang er, zoals bij ons, sprake is van ontwikkeling en ontplooiing van het bedrijf en het dienstenpakket zich meer en meer uitbreidt, kan een eigen opleidingsapparaat niet worden gemist. Natuurlijk, we wil len en kunnen niet alles zelf doen. Zo zijn er cursussen, die heel goed buiten het bedrijf kunnen geschieden, zoals bijvoorbeeld voor Praktijkdiploma Boekhouden, M.B.A. en S.P.D. Ook zijn tussenvormen mogelijk, zoals bij de N.I.B.E.-cursus het geval is. Deze is wel in samenwerking met de banken opgezet, maar wordt georganiseerd door het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf. Wij zelf begeleiden die schriftelijke cursus echter met een mondelinge toelichting. Op deze wijze werken enkele hon derden uit onze organisatie voor dit N.I.B.E.-diploma. In de opleidingsactiviteiten zijn drie deelgebieden te on derscheiden: het personeel van de aangesloten banken, dat van de Centrale Bank en voorts de beheerders van de aangesloten banken. Op alle drie de gebieden zijn wij actief, zegt de heer Coenen, maar het meeste werk gaat toch wel in de op leiding voor het personeel van de aangesloten banken zitten. Voor dat personeel, al met al zo'n 15.000 in getal, zijn er erg veel mogelijkheden. Er is de introductiecursus, de baliecursus, de cursus kantoorbeheer, een cursus voor staffunctionarissen en twee maal per jaar zijn er de twee daagse directeurenconferenties. En dan niet te vergeten, de cursussen in effecten, reizen, verzekeringen, gespreks- training enz. Aanknopend bij dit laatste wijst de heer Coenen op de steeds groter wordende behoefte aan trainingen op het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 18