de crisis
in de e.e.g.
het standpunt van de vereniging
van coöperatieve spaar- en
kredietbanken bij de e.e.g.
8
het zweven van de franse franc
mr. ph. c. m. van campen
gevolgen voor de landbouw
Het is duidelijk dat er een ernstige crisis in de E.E.G. is
ontstaan. Dat geldt niet alleen voor het verder kunnen
gaan op de weg naar een verenigd Europa. Er is ook een
dreiging, dat het voortbestaan van hetgeen werd bereikt
in gevaar komt.
Er zijn drie dingen gebeurd dan wel niet gebeurd, die deze
ernstige situatie hebben doen ontstaan:
het besluit van de Franse Regering tot het laten zweven
van de Franse franc;
- het uitblijven van een overeenkomst in de Ministerraad
over een Europese regionale politiek en
- de verscherping van de energiecrisis met alle daaraan
verbonden gevaren.
Zoals bekend heeft de Franse Regering op 19 januari jl.
besloten om de franc voor een periode van 6 maanden te
laten zweven.
Middelerwijl is de waarde van de franc ongeveer 3Va
gedaald. Een verder naar beneden glijden is verhinderd
door het ingrijpen van de Franse Nationale Bank.
Dit zogenaamde „Dirty Floating" verschilt van een deva
luatie binnen de zogenaamde „slangovereenkomst" daar
door, dat de Franse Nationale Bank geen vaste marge aan
geeft waarbinnen de koers van de franc kan variëren.
Anderzijds betekent deze maatregel, dat de Franse Rege
ring haar Europese partners van de verplichting heeft
ontslagen om de franc te ondersteunen binnen het raam
van de indertijd vastgestelde marges.
Uit het standpunt van de internationale monetaire politiek
kon de Franse maatregel wel worden aanvaard. Immers,
Frankrijk heeft aldus gereageerd, voordat het land door
massieve geldbewegingen daartoe wordt gedwongen. Maar
uit het oogpunt van Europa moet deze maatregel als een
zware slag worden beschouwd.
Daardoor is de mogelijkheid om verder te komen op de
weg naar een Economische en Monetaire Unie nog meer
twijfelachtig geworden.
Toch kan de vraag worden gesteld, of de geldende con
structie van de slangovereenkomst vroeger of later toch
niet tot problemen zou hebben geleid. Het heeft in het ver
leden niet aan stemmen ontbroken die met nadruk ervoor
gewaarschuwd hebben de pariteiten van de gemeen-
schapslanden aan elkander te verbinden, voordat in de
economische- en conjunctuurpolitiek de noodzakelijke
harmonisatie zou zijn tot stand gebracht. Zolang er geen
op elkander afgestemde economische- en conjunctuurpo
litiek door de gemeenschapslanden wordt gevoerd, waar
bij de prioriteiten ongeveer gelijk worden gesteld, is de
logische consequentie, dat de economische ontwikkeling
uit elkander loopt, hetgeen bij vastverbonden pariteiten van
de Lid-Staten ook onafwendbaar tot moeilijkheden leiden
moet. De vraag kan dan ook worden gesteld of de fout
niet moet worden gezocht in het integratie-concept, dat
tot nu toe heeft gegolden. Om op het terrein van de mone
taire politiek op een gezonde grondslag verder te kunnen
komen moet de regeringen worden gevraagd om allereerst
verschillen in economische structuur en in de vaststelling
van prioriteiten te verminderen.
PRESIDENT VAN DE VERENIGING VAN COÖPERATIEVE
SPAAR- EN KREDIETBANKEN BIJ DE E.E.G.
Voor de vierde maal binnen een jaar moest worden vast
gesteld, dat een verandering van de wisselkoersen van een
E.E.G.-land heeft plaatsgevonden, zonder dat de daarvoor
afgesproken procedures werden toegepast. In maart en
juni 1973 werd de DM geherwaardeerd en in september
1973 de Nederlandse gulden. De desbetreffende landen
hebben een nieuwe wisselkoers vastgesteld en handhaven
deze nieuwe koers binnen de grenzen, die ten hoogste
1,125% van de nieuw vastgestelde koers mag afwijken.
De Franse Regering heeft zulk een binding niet meer aan
vaard.
Als gevolg hiervan heeft de landbouwmarkt in toenemende
mate met compenserende maatregelen aan de binnen- en
aan de buitengrenzen van de E.E.G. te doen. Ook binnen de
Lid-Staten worden afwerende maatregelen getroffen. Er
bestaat geen enkele regeling om te komen tot geleidelijke
afschaffing van deze maatregelen. Bij herwaardering be
staat duidelijk het gevaar, dat pseudotarieven ontstaan,
die niet meer in overeenstemming zijn met echte ver
schillen in produktiekosten. De devaluatie van een munt
van een Lid-Staat van de E.E.G. biedt aan dit land de
mogelijkheid om een prijsverhoging voor zijn landbouw-
ordeningsprodukten te verkrijgen, uitgedrukt in de gede
valueerde munt en eventueel ook om voor het eigen
produkt een afwijkende prijspolitiek te voeren.
Om deze gevaren te bezweren is het nodig dat een uniform
schema wordt tot stand gebracht tot opheffing van de
bedoelde compenserende maatregelen. Het tot stand bren
gen van de Monetaire Unie, hetgeen op dit ogenblik echter
nog een illusie is, zou de situatie op dit punt verbeteren.
Het tot stand brengen daarvan zou de afwijkingen, die
thans bestaan tussen de wisselkoersen en de spilkoersen,
verminderen. Het zou dan echter ook nodig zijn een
schema te ontwikkelen voor de afschaffing van de com
penserende maatregelen.