brief
zonder
afzender
7
Geacht Bestuur,
Ik heb zo juist uw brief aan onze bank gelezen. Er is dus een nieuwe Stichting Steun
door Rabobanken in onze organisatie en u als bestuur doet meteen maar een beroep
op ons om daar bijdragen aan te geven.
Toegegeven, het was een goede brief. Ik althans proefde eruit, dat u een bepaalde
snaar bij ons probeerde te raken. Heb ik gelijk of niet?
En toch, laat ik eerlijk zijn, mijn eerste opwelling was: wat moeten we in vredesnaam
met nog weer een nieuwe instantie, die zo nodig ergens goed wil doen? Ik lees
dagelijks de krant, kijk naar de actualiteiten op de t.v. en dan weet je langzamerhand
wel wat voor ellende er in de wereld te koop is.
Goed, zo'n echte hongersnood met uitgemergelde moeders en kinderen in de Sahel,
Ethiopië, Zuid-Amerika, Bangia Desh of elders in Azië, raakt me nog wei even - ik grijp
zelfs wel eens naar een bankgiroformulier om iets over te maken - maar om de waarheid
te zeggen, ik leef rustig verder. Al dat geschrijf en dat t.v.-gedoe stompt af. Het dringt
niet meer tot je door.
Ziet u wel hoe moeilijk uw brief valt? Wat kan er nou helemaal het nut van zijn? Dat is
ook zo'n vraag, die bij me opkwam. Er wordt al zoveel gedaan - ik bepaal me maar
tot de ontwikkelingshulp, die mij persoonlijk het meest in de doelstelling van uw
stichting aanspreekt - maar wat geeft het? De hulp verdwijnt toch maar in de zakken
van de mensen, die het niet nodig hebben, gouden bedden worden er van betaald,
prestigeobjecten verrijzen en de geschonken kalveren grazen op de vette weiden van
het kleine groepje bewindhebbers. Dat zeggen ze, en nog veel meer. De steun komt
tóch niet daar waar het nodig is.
Dat was mijn eerste reactie. Als het daarbij gebleven was, zou deze brief niet geschreven
zijn en zou u bij onze bank niet veel enthousiasme ontmoet hebben.
Uw brief heeft me echter aan het denken gezet. Ik las terzelfder tijd in de krant de
waarschuwing van onze landgenoot dr. Addeke Boerma van de F.A.O.: één slecht oogst
jaar betekent een wereldramp! Dat is al wat dichter bij huis dan de droogte in de Sahel!
Het feit, dat de Europese Commissie het noodzakelijk vindt driejarige programma's voor
voedselhulp op te stellen om een idee te geven wat de E.E.G. wel of niet kan doen,
vind ik opeens beklemmend. Ik ben er echt mee bezig geraakt. Uw brief hielp me op een
spoor, dat ik eigenlijk zelf ook wel had kunnen vinden. Dat spoor bracht me bij een boek
over Raifteisen. Ik heb er zelfs diens eigen boek nog bijgehaald. U kunt het geloven of
niet, maar ik heb er een hele poos in zitten lezen.
En nu zeg ik: ja, wij moeten dit doen. Wij immers hebben een beproefd recept, dat
ook nu toegepast kan worden: de coöperatieve samenwerking, ledereen meent dat de
problemen in zijn eigen tijd moeilijker zijn dan vroeger. Maar zo'n 125 jaar geleden
was er daar in het Westerwald toch ook maar hongersnood en wat zou zo'n plattelands-
burgemeestertje daar nu aan veranderen? Die man had nog veel minder geld en hulp
middelen ter beschikking dan wij. Maar hij had een overtuiging en inspireerde tot daden:
één voor allen, allen voor één! Zeg niet, dat dat nu alleen maar sentimentele praat is.
Wij weten immers wat het aan de gang zette en uitwerkte. Laten we daarom nu het
recept met de gebruiksaanwijzing doorgeven aan anderen!
Ik word er enthousiast van. Wij gaan die mensen daar op weg helpen, de hele gewone
bevolking van een dorp of streek. Dat kost geld en daar zorgen wij voor. Maar als de
vlam is overgevlogen, gaat het vuur oplaaien: de mensen pakken zelf aan en zien
dat ze gezamenlijk iets kunnen bereiken. Het effect van ons werken zal veel groter
zijn dan het geld dat we er insteken. We moeten zelfs niet teveel aan het effect denken,
want tegenover de enorme nood zinkt dan de moed je in de schoenen. We moeten
gewoon wat doen, samen een begin maken!
Waarom zou onze Stichting - let u op dat „onze", dat me ontsnapte - niet nog veel
verder kunnen gaan? Zou het zo gek zijn als wij ook alle andere coöperaties in ons
land ervoor stimuleerden en erbij betrokken? Wij zitten immers op dezelfde golflengte,
wij hoeven zoiets heus niet voor ons zelf te houden. Laat er beweging en bewogenheid
met onze medemensen komen. Er is al contact met de internationale Credit Union be
weging, die naar ik hoor, al veel eerder de armen uit de mouwen heeft gestoken, er is
ook zo iets als de Internationale Raifteisen Union, gesticht bij de 150ste geboortedag
van Raifteisen. Welnu, is het dan een droom, wanneer ik zie, dat al die coöperatief
denkende mensen in het rijke deel van de wereld hun krachten nu eens echt gaan
samenbundelen om het arme deel op weg te helpen? In ieder geval kan met zo'n droom,
ook al wordt hij maar ten dele verwezenlijkt, iets groots bereikt worden. Denk aan
Martin Luther King, denk aan Raifteisen!
Geacht Bestuur, dit is een spontane brief, maar ik sta er achter en mijn bank ook.
We doen mee met de Stichting en omdat wij weten, dat het verdraaid moeilijk is zo'n
taak te beginnen en voort te zetten, wensen wij u daarbij veel zegen op uw werk toe
Door wie de brief, ware hij echt ge
schreven, getekend had kunnen
worden, laten wij aan de lezers
onder onze banken over. Voor ons staat
vast, hij had zé kunnen luiden en daarom
aarzelen wij niet hem ook zonder afzender
hier af te drukken.
J.R.H.