wob wob wob 4 ONTWIKKELINGEN ROND ONZE HYPOTHEEKBANKEN DE HEER VAN BEEKHOFF TREEDT AF ven in ons land aanmerkelijk ongunstiger zal uitvallen dan in het vorige seizoen 1972/73. Toen was voor de fruitsector globaal sprake van een kostendekkende produktie. Wanneer men rekening houdt met de voortdurende stijging van de kosten ziet het er naar uit, dat de rentabiliteit van de fruitteeltbedrijven op het niveau van 1971/72 of zelfs daaronder zal komen te liggen. In dat seizoen behaalde volgens gegevens van het L.E.I. 35% van de fruittelers een lager inkomen dan 15.000,-, waarin ook de buiten het bedrijf behaalde inkomsten zijn begrepen. Deze laatste inkomsten be droegen bijna 40% van het totale inkomen. Alleen al de vergoedingen door de over heid in het kader van de overbruggings financiering, de subsidie hagelverzekering en de bijstandswet bedroegen in het sei zoen 1971/72 5.360,- per ondernemer, terwijl daar op dit moment geen sprake van is. De problemen in de fruitteelt hebben er reeds toe geleid, dat door het agrarische bedrijfsleven bij de Minister van Landbouw en Visserij is aangedrongen op het nemen van maatregelen. Verzocht is om een in voerbeperking door de E.E.G. voor appels uit het Zuidelijk Halfrond, het opnieuw in voeren van de rooipremieregeling in de E.E.G., een verbetering van de bedrijfsbe- eindigingsregeling voor de fruitteelt en een exportrestitutie voor appelen naar de D.D.R. Het laatste verzoek is inmiddels door de Minister gehonoreerd. Het ziet er naar uit, dat alleen deze maat regelen niet zullen kunnen voorkomen, dat in de loop van dit jaar weer een groot aantal fruitteeltbedrijven met liquiditeits problemen te kampen zal krijgen. Er zal dit jaar weer de nodige inspanning van de fruittelers, de overheid en de bij de fruit teelt betrokken organisaties en instellingen gevergd worden om deze problemen het hoofd te bieden. Ten slotte kan nog worden opgemerkt, dat de conclusie van het Amerikaanse onder zoekbureau A. D. Little, dat de situatie in de fruitteelt eerst na 1975 zal verbeteren, nog steeds (appel) hout blijkt te snijden. Dat veranderende omstandigheden en na dere overwegingen soms snel tot nieuwe inzichten leiden, kan geïllustreerd worden aan de hand van twee dochterinstellingen van de Centrale Bank. Toen de beide vroegere Centrale Banken tot fusiebesprekingen kwamen, hadden zij ieder een hypotheekbank, nl. de N.V. Boeren-Hypotheekbank en de Raiffeisen- hypotheekbank N.V. Deze zijn na de fusie als twee afzonderlijke instellingen blijven bestaan. Er waren verschillen tussen beide, die daarvoor pleitten, al hadden zij beide het zelfde doel binnen onze organisatie: een aanvullende financieringstaak om de blijvende relatie tussen aangesloten bank en cliënt onder alle omstandigheden te waarborgen. Het verschil tussen beide lag in de wijze van passieve financiering. De B.H.B. trekt haar middelen hoofdzakelijk aan door pandbrieven geplaatst in de eigen organi satie, terwijl de R.H.B. haar pandbrieven hoofdzakelijk plaatst op de open kapitaal markt. De eerste richtte zich, zo kan men zeggen, vooral op banken met onvoldoen de uitzettingsmogelijkheden, de tweede ging uit van de gedachte dat het gewenst kan zijn middelen van buiten de organisatie aan te trekken. Ook het uitzettingenbeleid vertoont ver schillen. De B.H.B. is gedacht voor de financiering van agrarische en niet-agra- rische bedrijven en de woningbouw, voor zover uit eigen organisatie voor deze pas sieve financiering voldoende middelen ter beschikking staan. De R.H.B. is bestemd voor de financiering van de woningbouw, voor zover deze bij de B.H.B. niet mogelijk is, verder voor industriële bedrijven en beleggingen. In de rentetarieven komt het verschil in passieve financiering ook tot uiting: die van de B.H.B. lopen zoveel mogelijk parallel aan de voor de aange sloten banken geadviseerde tarieven, die van de R.H.B. corresponderen met de marktvoorwaarden en liggen dus hoger. Deze twee dochterinstellingen hebben, eerst de B.H.B. en later ook de R.H.B., een explosieve groei vertoond. Dit houdt natuurlijk verband met de liquiditeits- schaarste, waarmede de banken in ons land nu al geruime tijd te kampen hebben. Voor het voldoen aan de financierings- vraag wordt daarom uit onze organisatie in toenemende mate een beroep gedaan op de hypotheekbanken. In verband daar mede zal ook in de a.s. Algemene Ver gadering van deze hypotheekbanken een statutenwijziging in behandeling komen, die een vergroting van het aandelenkapi taal beoogt. Het bedrag, dat in totaal aan pandbrieven mag worden uitgegeven is nl. gerelateerd aan het bedrag van het aan delenkapitaal, vermeerderd met de re serves. Deze statutenwijziging beoogt dus verruiming van de mogelijkheden voor de hypotheekbanken. Er is echter nog een ander punt van be lang. Voor de B.H.B. is de financierings- vraag te groot geworden dan dat zij blij vend gedekt kan worden door middelen uit de organisatie. Wil de B.H.B. aan zijn doel blijven beantwoorden, dan moet ook zij de mogelijkheid krijgen om op de kapitaalmarkt te opereren, zulks met be houd van de mogelijkheid middelen aan te trekken uit de eigen organisatie. Omdat daarmede echter het meest karak teristieke onderscheid tussen B.H.B. en R.H.B. weggevallen zou zijn, hetwelk im mers ligt in de wijze van passieve finan ciering, is logisch redenerend de con clusie geweest, dat de beide hypotheek banken in de toekomst samengevoegd moeten worden tot één instelling, die haar passieve financieringsmiddelen zal aan trekken zowel uit de Rabobankorganisatie als op de kapitaalmarkt. Van belang daar bij wordt geacht, dat een soortgelijk onder- Om gezondheidsredenen heeft mr. R. J. van Beekhoff zich genoodzaakt gezien zijn functie van lid en voor zitter van de Raad van Toezicht van de Centrale Bank en daarmee te vens zijn functie van voorzitter van de Centrale Kringvergadering neer te leggen. Dit bericht, dat vorige maand be kend werd, zal allen die de heer Van Beekhoff gedurende korte of lange tijd in onze organisatie heb ben meegemaakt, met een gevoel van gemis vervullen. Al vóór de fusie heeft de heer Van Beekhoff jarenlang in de vroegere Utrechtse organisatie een aparte plaats ingenomen, op eigen stijl volle wijze leidinggevend in bijeen komsten, vriendelijk en oprecht. Maar ook toen hij na de fusie zijn werk als voorzitter van de nieuwe Raad van Toezicht en de nieuwe Centrale Kringvergadering voort zette, werd hij door iedereen als zodanig aanvaard. Hij heeft met name de goede toon gezet, waar onder de Centrale Kringvergadering in nieuwe samenstelling tot zijn recht kon komen. Wij vermoeden, dat deze en andere dingen de heer Van Beekhoff in de toekomst nog wel meer officieel ge zegd zullen worden. Voor het ogen blik wensen Centrale Bank en aan gesloten banken hem in de eerste plaats toe, dat hij een goede ge zondheid hervinden moge. scheid in rentebeleid als thans het geval is kan worden gehandhaafd. Het beginselbesluit tot samenvoeging van de twee dochterinstellingen is inmiddels door de Centrale Kringvergadering aan vaard, de uitvoering zal in verband met de tijd, die de voorbereiding vergt, eerst plaats hebben na de formele besluiten, die vol gend jaar aan de Algemene Vergadering van de Hypotheekbanken zullen worden voorgelegd. Het bovenstaande toont, dat een vroeger genomen besluit - na de fusie doorgaan met twee hypotheekbanken - later achter haald kan worden. Eigenlijk is dat ook vanzelfsprekend, van belang is echter dat de aanvullende financieringstaak zo goed mogelijk vervuld wordt, hetzij door twee, hetzij door één dochter. BANKVERKLARING GESTANDAARDISEERD Een van de wijzen, waarop een bank haar cliënten ten dienste moet staan, is het - op verzoek van de cliënt - verstrekken

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 6