in
woorden
en
miljoenen
38
kleurrijk en sfeervol
uit onze historie
houder van Holland, Zeeland en West-
Friesland, schoot in 1534 de vogel af en
dat kostte hem o.a. ettelijke dikke tonnen
bier, want gildebroeders zijn geen bras
sers maar ook geen kniesoren en weten
het goede van de aarde dankbaar te ge
nieten.
In Deurne schoot een pastoor ,,de vogel".
Met de koningsschilden omhangen en met
de versierde goudse pijp ontving hij de
gildeleden in de pastorietuin. Dat „ont-
zondere functies en de voorste plaatsen
bij plechtige gebeurtenissen en zijn zich
hun waardigheid wel zeer bewust, maar
weten ook tegenover kerkelijke en we
reldlijke overheden hun juiste houding te
bewaren.
Voor „gekroonde hoofden" is het een uit
gelezen huldebetoon wanneer het hun
wordt toegestaan te lopen over de op de
grond uitgespreide gildevaandels, bege
leid door het geroffel van de diepe gilde-
trommen (waarvan sommige óók al enkele
eeuwen oud zijn).
vangen" zal wel in de ruimste zin verstaan
moeten worden.
Het ziet er allemaal nogal krijgshaftig uit.
Hoofdzaak was en is toch de christelijke
behulpzaamheid aan zieken, bij begrafe
nissen, aan weduwen en wezen, aan buren,
aan de jeugd, waarbij de ontspanning ze
ker niet verwaarloosd mag worden. Geen
wonder dat de gilden belangrijke privileges
ontvingen, zoals het dragen van de ca-
proen (gekleurde muts c.q. schouderman
tel), het mogen dragen van wapenen, het
in vol ornaat de kerk te mogen binnenko
men, het hebben van een eigen altaar etc.
etc.
Zij hebben ook de oudste rechten op bij-
Deze, weer tot nieuwe bloei komende, tra
ditie kon hier maar in enkele, schaarse
impressies worden vastgelegd. Soms niet
helemaal juist misschien, maar in ieder ge
val wél zeer goed bedoeld.
Kleurrijke, sfeervolle belevenissen, volop
het bijwonen waard. Ook dit behoort bij de
omraming van vele aangesloten Banken,
zoals ook elders in ons land tradities be
staan, misschien minder spectaculair, maar
die het onderhouden méér dan waard zijn.
Tb.
In de afgelopen februarimaand hebben
de toevertrouwde middelen in totaliteit
zich naar verwachting ontwikkeld.
Tegenover een ontsparing stond een
aanzienlijke toeneming van de door de
aangesloten banken in eigen beheer
gehouden bankdeposito's.
De groei van de kredietverlening was,
evenals in januari, aanzienlijk lager
dan in de overeenkomstige maanden
van 1973.
Het gevolg van bovenstaande ontwik
kelingen was een minder sterke daling
van het tegoed in rekening-courant bij
de Centrale Bank.
Desondanks nam de volgens de in
terne maatstaven berekende uitzet
tingsruimte verder af.