30
ook op specialistisch terrein
verstrengelde belangen
assurantiebemiddeling
begeleiding van studerenden voor het
assurantie B-diploma.
In voorbereiding is een Basiscursus Ver
zekeringen voor bankmedewerkers die,
hoewel geen assurantie-adviseur, in de
praktijk van hun werk niettemin met de
assurantiebemiddeling te maken hebben.
Een belangrijke taak bij de advisering op
het gebied van de assurantiebemiddeling
bij de aangesloten bank heeft de districts
assurantie-adviseur (D.A.A.).
Waar nodig, staat de D.A.A. de aangeslo
ten bank terzijde met adviezen op het ge
bied van de organisatie van de assurantie
bemiddeling, de inrichting van de commer
ciële administratie, de planning van de
werkzaamheden, enzovoorts.
Veelal wordt de D.A.A. ook betrokken bij
de aanstelling van een assurantie-adviseur.
Hij is op de eerste plaats de adviseur van
de directeur van de aangesloten bank,
daarnaast wordt hij op diens verzoek veel
al betrokken bij de begeleiding van de
assurantie-adviseurs. Via overleg met de
districtsdirecteur worden de werkzaamhe
den van de D.A.A. zoveel mogelijk ge
coördineerd met de andere begeleidende
activiteiten vanuit de Centrale Bank.
Tevens is de D.A.A. belast met het organi
seren van de maandelijkse „werkbijeen
komsten" voor de assurantie-adviseurs,
waarbij van groepen met 20 deelnemers
sprake is.
Zoals reeds vermeld bedraagt het aantal
assurantie-adviseurs, dat bij de aangesloten
banken werkzaam is ca. 700.
Deze gespecialiseerde medewerkers zijn
voor een beperkt deel afkomstig uit de
eigen organisatie; de meesten werkten
echter voorheen bij een verzekeringsmaat
schappij of een assurantiekantoor, ook
was een aantal zelfstandig tussenpersoon.
Vanzelfsprekend is het de bedoeling dat
de assurantie-adviseurs hun taak uitoefe
nen, passend in de opvattingen van de
coöperatieve bank en vanuit een zo hoog
mogelijk kennisniveau. Gedeeltelijk wordt
in de zorg hiervoor reeds voorzien door
de zorgvuldige selectie bij aanstelling, de
door Opleidingen geboden faciliteiten en
de geschetste begeleiding.
Juist op het dynamische terrein van ver
zekeringen bestaat echter een duidelijke
behoefte aan goed gestructureerde alge
mene vervolginstructie. En hiervoor zijn de
periodieke werkbijeenkomsten uitermate
geschikt; de resultaten met dit systeem zijn
ook zeer positief. In het bijzonder blijkt de
onderlinge uitwisseling van gedachten en
ervaringen bevorderlijk te zijn voor het
opvoeren van de betrokkenheid van de
assurantie-adviseur bij zijn werk: men leert
van elkaar! Het programma van de werk
bijeenkomst omvat veelal een actueel ver
zekeringstechnisch onderwerp, bij de be
handeling waarvan de nodige zelfwerk
zaamheid wordt ingebouwd. Ook kunnen
organisatorische zaken of onderwerpen
van algemeen belang (b.v. fiscale of so
ciale verzekeringswetgeving) aan de orde
worden gesteld. Van elke werkbijeenkomst
wordt door een van de aanwezige assu
rantie-adviseurs een beknopt verslag ge
maakt dat ter informatie aan de directeu
ren en deelnemers wordt toegezonden.
Directeuren die zich persoonlijk van de
gang van zaken tijdens werkbijeenkomsten
op de hoogte wil stellen, zijn natuurlijk van
harte welkom.
Vanuit de Cenrtale Bank is verder nog
werkzaam een drietal „regionale assuran
tie-adviseurs bijzondere risico's (R.A.A.).
De benaming duidt er reeds op dat door
de aangesloten banken een beroep op hen
kan worden gedaan bij de behandeling
van een specialistisch of zwaar risico.
Juist in deze gevallen zal een gespeciali
seerde kennis en een goed inzicht in de
verzekeringsmarkt nodig zijn om de cliënt
een gepaste dekking te kunnen offreren;
voor een aantal zaken zal b.v. aanbieding
ter beurze gewenst zijn.
Over de opleiding van de assurantie-advi
seurs en andere bij de assurantiebemidde
ling betrokken bankmedewerkers, alsmede
over de verdere begeleiding van de assu
rantiebemiddelingsactiviteiten wordt door
de betrokken functionarissen van de Cen
trale Bank, aan de hand van de opgedane
ervaringen, voortdurend overleg gepleegd
teneinde na te gaan waar verbeteringen
kunnen worden aangebracht, en eventuele
wijzigingen dienen plaats te vinden.
De enorme toevloed van zaken, die de
Rabobank thans naar de verzekeringsmaat
schappijen leiden maakt het gewenst de
maatschappijen waarvoor wordt bemiddeld
kritisch te bezien.
ledereen realiseert zich dat zaken gedaan
moeten worden met solide maatschappijen.
Ook is het in het belang van de cliënten
noodzakelijk voortdurend te streven naar
zo gunstig mogelijke polisvoorwaarden, zo
dat bij eventuele schaden - gezien de hui
dige communicatiemiddelen van o.a. de
consumentgerichte instellingen - geen ne
gatief maar een positief effect voor alle
Rabobanken ontstaat. Immers het grote
publiek ziet de Rabobanken als een ge
heel. Bij de maatschappij-en produktkeuze
dient derhalve het belang van de totale
organisatie steeds voor ogen te staan.
Het regelmatig overleg tussen de Centrale
Bank en de primaire Maatschappijen is
mede gericht op het voeren van goede
polisvoorwaarden. Vermeld dient echter
ook te worden, dat vooral tussen vele voor
malige Raiffeisenbanken en andere verze
keringsmaatschappijen, waaronder Onder-
lingen, goede banden bestaan.
Uit bovenstaande blijkt duidelijk dat, in het
belang van de cliënt, bij de Assurantiebe
middeling steeds een zo deskundig moge
lijk advies gegeven moet kunnen worden.
Overigens staat vast dat alle maatregelen,
die hiervoor genomen dienen te worden,
zoals aanstelling assurantie-adviseurs, ver
antwoorde opleiding enz., kosten met zich
brengen. Voor de rentabiliteit van de ban
ken is het noodzakelijk, dat tegenover
deze kosten een adequate provisie dient
te staan.
Naar onze overtuiging is een samenwer
king tussen de banken en de verzekerings
maatschappijen, waarin de bovengenoem
de aspecten tot uitdrukking komen in bei
der belang en primair in het belang van de
cliënt.
Dit samenspel zal overigens vooral vrucht
baar zijn, indien begrip kan worden op
gebracht voor eikaars problematiek.