26 periodiek medisch onderzoek ziekten met aantoonbare afwijkingen in het lichaam. Men is hiermee duidelijk op het goede spoor. Desalniettemin kunnen de onderzoekingen van dit moment nog niet „garanderen" dat bij verandering van de belasting de ziekte niet meer zou kunnen optreden. Het blijft een evenwicht tussen de kwalitatieve en kwantitatieve belasting aan de ene kant en de persoonlijke ge aardheid, gesteldheid, gepaard gaande met een bepaald incasseringsvermogen bij de betrokkene aan de andere kant. Kunt u dit evenwicht nader accentueren? Ik geloof dat ik dan moet stellen dat sub jectieve klachten, al of niet gepaard gaan de met objectieve afwijkingen, het gevolg kunnen zijn van een te zware belasting, door welke oorzaak dan ook, gecombi neerd met een niet kunnen verdragen aan de andere kant. De som van beide kan de patiënt op den duur klachten bezorgen, eventueel met bepaalde afwijkingen. Om weer een voorbeeld te noemen: het verlies van een dierbare op een tijdstip dat men tegelijkertijd ruzie heeft met zijn werk gever en een navordering van de belas tingdienst ontvangt, vormen te zamen toch wel een zware belasting voor die persoon. Iemand die toch voor geen kleintje ver vaard is en veel kan incasseren, kan hier door psychisch zo uit zijn evenwicht raken dat hij daarvan klachten gaat ondervinden. Bij een andere persoon zal een onbedui dende ruzie al klachten gaan opleveren omdat hij nou eenmaal zo'n verschijnsel niet kan verwerken. Het blijft dus de com binatie van de van buiten af inwerkende belastende momenten en de houding van de persoon hiertegenover, die aanleiding kan geven tot veel ziek-zijn, er niet meer tegenop kunnen, in deze tijd. U sprak zoeven over „verandering" van de belasting en de mogelijke risico's die dit voor de gezondheid van de man met zich meebrengt. Bedoelt u daarmee de betrek kelijk plotselinge veranderingen, zoals bij functieverandering en promoties het geval is en/of geleidelijke veranderingen die bij voorbeeld voortvloeien uit de voortdurende taakverzwaringen van bepaalde functiona rissen in een snel groeiend bedrijf. Voor wat de kwestie van de promoties betreft, proef ik als het ware dat u hieraan de voorwaarde zou willen verbinden dat de man een bepaald medisch onderzoek on dergaat, teneinde zoveel mogelijk te voor komen dat het door u geformuleerde even wicht wordt verbroken. Dit is een gecombineerde vraag. Ik heb ook beide vormen van veranderingen voor ogen. In veel bedrijven en ook in uw or ganisatie, is het immers zo dat de proble matiek waarmee men geconfronteerd wordt, geleidelijk toeneemt. Op het tech nische vlak, op het personele vlak en op vele andere terreinen. Bij een promotie b.v. worden doorgaans taken en verantwoordelijkheden zwaarder. Men schuift een paar treden tegelijk om hoog, ook qua belasting. Er kan een mo ment aanbreken waarbij iemand de taak en de verantwoording niet goed meer aan kan. Er treedt spanning op en het is dan mogelijk dat het reeds geschilderde even wicht verstoord raakt. De man in kwestie kan de spanning niet meer aan en blijft toch gesteld voor zijn opgaven. Zo'n man kan ziek worden. Maar u moet dus goed in het oog houden dat niet alleen de be lasting bepalend is maar ook welke be lasting de man aan kan. Op uw vraag of het zinnig zou zijn om iemand die promotie maakt aan een aan gepaste keuring te onderwerpen, kan ik volmondig ,,ja" zeggen. Het ontbreekt op dit moment echt niet aan voorbeelden van mensen die de dupe zijn geworden van de geleidelijk en/of plotseling optredende taakverzwaring zoals bij promoties door gaans het geval is. Ik zou hier dus drin gend willen pleiten voor een aangepaste keuring bij belangrijke promoties. Ik heb hiervoor uit de praktijk één uit vele voor beelden: een bepaalde kandidaat werd geselecteerd om een bijna failliete fabriek weer van de grond te krijgen. De man verkeerde in een prima gezondheidstoe stand. Na 4 a 5 jaar had hij van het gam mele fabriekje een goed lopende fabriek gemaakt. Maar na 5 jaar overleed hij aan een hartinfarct. Niemand had af en toe grondig bekeken of deze man de grote belasting wel aan kon. De man had in een soort jeugdig enthousiasme gefunctioneerd, maar na 5 jaar was hij uit-gefunctioneerd. Zo zijn er legio voorbeelden. Ook in uw organisatie spelen deze problemen. Het bankwezen heeft sinds de jaren 60 een sterke groei doorgemaakt. Ongetwijfeld houdt dit een taakverzwaring in voor lei dinggevende functionarissen van uw bank. Parallel hiermee kan voor hen het risico stijgen. Ik acht dus het beleid van uw bank om deze mensen periodiek te keuren, ge tuigen van zorgvuldigheid en een goed inzicht in de onderhavige problematiek. Ze getuigt hiermee dat het wel en wee van deze leidinggevende functionarissen de organisatie ter harte gaan. Dit alles betekent dan dat de gezondheids zorg in het bedrijfsleven ongetwijfeld nog verder zal dienen te worden uitgebouwd, te meer daar werksituaties, houding in het werk, temperatuurregeling en nog vele soortgelijke zaken ook een duidelijk me dische kant hebben. Voorziet u bij grote bedrijven en organisaties de intrede van een eigen medische dienst, die zich be moeit met periodieke keuringen, promotie keuringen, medische aspecten van de werksituaties, ziekteverzuim en dergelijke? Om op het eerste gedeelte van uw vraag terug te komen, ik voorzie binnen de door u bedoelde bedrijven en organisaties een toenemende behoefte aan medische be geleiding. Het werk wordt binnen die be drijven immers steeds moeilijker en inge wikkelder. Ik bedoel hier vooral de groei ende problematiek van de ingewikkelder wordende arbeidsverhoudingen, het meer gestalte geven aan het werk door steeds meer mensen, efficiëntere inzet van elke werkkracht. Werktechnisch gezien zullen het verbeteringen zijn. Maar vaak is het zo dat deze werktechnische verbeteringen ten koste gaan van de mens en van zijn welzijnsgevoel. Ik bedoel te zeggen dat de inhoud van het werk van veel mensen in toenemende mate weg groeit van datgene wat die mens voor zichzelf nog als ge zond ziet en ook nog gezond is. Men kan zich afvragen of een mens wel goed is uitgerust om de hele dag achter een bureau te zitten, onder neonlicht, allerlei problemen oplossend, geconfronteerd te worden met soms bijna onoplosbare pro blemen en daarbij herhaaldelijk in zijn aandacht gestoord door rinkelende tele foons en de binnenkomende secretaresse met de correspondentiemap. Men kan deze levenswijze toch niet erg gezond noemen. Ik zou het dan ook een goede ontwikkeling vinden als bij deze steeds verdergaande „ver-onnatuurlijking" medische begelei ding een grotere rol zou kunnen spelen. Onder artsen zijn op dit punt de meningen nog wel eens verdeeld. Er zijn helaas nog veel artsen die elke medische begeleiding onnodig of zelfs ongewenst vinden. Som migen vinden dat de medicus zijn kennis niet ten dienste moet stellen van een be drijf of organisatie, op commerciële basis werkzaam. Ik zie dat bepaald anders. Ik zie die me dische begeleiding als een tegenpool ten opzichte van het steeds meer efficiënt wordende bedrijfsgebeuren. Zo'n bedrijfs arts zou in dit verband moeten signaleren wat in de ver-onnatuurlijking over de streep gaat. Hij zal duidelijk stelling moeten nemen in de zin van: dit gaat niet meer; dit moet anders. Ik geloof dus niet - en daarmee behandel ik het tweede gedeelte van uw vraag - dat u op den duur onder een eigen medische dienst ten behoeve van uw bank uitkomt. Ik geloof dat u met het realiseren van een medische dienst een goed beleid voert. Deskundigen beweren dat 25 °/o van de actieve mannen op enigerlei wijze in on vrede leeft vanwege de aard van de da gelijkse bezigheden die ze moeten ver richten. Bijvoorbeeld, ze overzien alleen hun eigen werk maar niet het geheel, overbelasting, onderbelasting, ze maken zich zorgen over de ontwikkeling van het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 28