16
de fijne kneepjes
vijf banken samen
maar de dienstverlening van iedere vesti
ging wordt gehandhaafd en zoveel mo
gelijk geïntensiveerd. Iedere vestiging zal
volledige service geven en bijvoorbeeld
ook kredietaanvragen helemaal voorbe
reiden en met de aanvragers bespreken.
De heer De Groot verwacht dat de fusie
de eerste twee jaar extra kosten zal vra
gen, maar dat na twee of drie jaar het
rendement duidelijk zal komen. We werken
na de fusie eigenlijk met meer personeel.
Het extra fusiewerk maakt ook een beroep
op uitzendkrachten noodzakelijk. Als be
stuur en directie moet je er bij zo'n fusie
voortdurend een open oog voor hebben,
dat je je eigen mensen niet door extra
zware belasting of onzekerheid frustreert.
De heren Nijland en De Groot vertrouwen
dat dat zal gelukken.
Op papier is de interne organisatie en het
samenspel tussen de verschillende vesti
gingen al goeddeels op gang gebracht,
maar de volledige invoering moet voor een
belangrijk deel wachten op de opening
van het nieuwe hoodkantoor.
Over de Centrale Bank zijn de heren ge
makkelijk aan het spreken te krijgen. Dat
gaat dan in de trant van: best, maar...
we hebben toch wel wat aan te merken.
De heer Nijland is, evenals de heer De
Groot, voor zoveel mogelijk decentralisatie,
waarbij hij aanknoopt bij het rapport dat
destijds door de ring Overijssel werd uit
gebracht..
De plaatselijke en regionale kennis, erva
ring en dynamiek moeten niet worden over
woekerd door een formeel verdedigbare
lawine van voorschriften en richtlijnen.
Men dient angstvallig te waken tegen een
filiaal-verhouding of tegen een constructie
als bij een publiekrechtelijk orgaan. Een
goede communicatie naar beneden en
naar boven is voor banken een levens
voorwaarde.
Na de fusie vinden de heren deze bij de
Centrale Bank hier en daar wel wat inge
wikkelder en moeilijker geworden. Als
voorbeeld wordt genoemd de veranderin
gen in het aktenbestand. Het zijn vaak de
„fijne kneepjes" die irriterend kunnen wer
ken Beiden zijn nuchter genoeg om te
weten, dat de banken een belangrijke
centrale bank nodig hebben en dat deze
als maar meer krijgt voorgeschoteld. Laten
we echter de zelfwerkzaamheid en door
zichtigheid voor ogen houden.
Dit was ons grondpatroon gedurende 75
jaar en het lijkt voor de toekomst van
belang, dat we blijven inhaken op deze
beeldvorming voor onze leden en voor de
gehele samenleving.
Ondanks wensen en commentaar staan de
heren Nijland en De Groot met overtuiging
achter onze organisatie en haar Centrale
Een mooi plekje uit het werkgebied
Bank. De heer Nijland voegt daaraan toe:
het is belangrijk, dat we de zaken kritisch
kunnen bekijken, waarbij de constructieve
opzet niet in twijfel mag worden getrok
ken.
Dat lijkt ons een goed uitgangspunt voor
een voorzitter, die ook zelf wel met de
„fijne kneepjes" van zijn uit verschillende
regio's bestaande streekbank te maken
zal krijgen!