vijf banken samen in
één streekbank
14
ditmaal zonder veldwachter
zonder touwtrekkerij
Tegen de wijzers van de klok in zijn we met de voorzitter en de directeur het
nieuwe werkgebied rondgereden.
Vlak langs de grenzen ervan, maar met overschrijding van drie provinciale en
zeven gemeentelijke grenzen. Een prachtig afwisselend gebied, met bouwland
en veel open omzoomd weiland, met bossen in een glooiend landschap, met
meren, brede vaarten en tochten en vooral met een van de mooiste natuur
gebieden, die men zich maar in ons waterlandschap kan denken. We kwamen
door dorpjes en stadjes, oude namen en splinternieuwe, zagen de modernste
bedrijven en dan weer oude hofsteden, afgewisseld met tot tweede woningen
gerestaureerde boerenplaatsjes.
Ten slotte bereikten we weer ons uitgangspunt: een oude vestingstad, die nu
duidelijk in de stroom van de moderne tijd is opgenomen. Wij hadden de tour
volbracht rond en door het grote werkgebied van een van onze nieuwste streek-
banken, de „Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank w.a.", gevestigd te Steen-
wijk.
Deze bank is op 1 januari ontstaan uit een
fusie van liefst 5 banken. Zo'n groot aantal
was bij ons nog niet eerder bij eenzelfde
fusie betrokken. Het waren twee Raiffeisen-
banken, nl. te Steenwijk en Giethoorn en
drie Boerenleenbanken, nl. te Steenwijker-
wold, Steggerda en Oldemarkt (Linde
vallei).
In de kop van Overijssel is de laatste
jaren heel wat gebeurd. Oude kleine ge
meenten zijn opgeheven en samengevoegd
in drie gemeenten: Brederwiede in het
zuiden en IJsselham en Steenwijk naast
elkaar in het noorden.
Ruilverkaveling en ontginning heeft het
agrarische leven gestimuleerd, de bedrij
vigheid in de woonce.ntra is toegenomen,
maar ook voor de minnaar van natuur, bos,
water en stilte zijn de al overvloedige mo
gelijkheden nog uitgebreid.
Toch staan deze ontwikkelingen eigenlijk
helemaal los van het ontstaan van de
nieuwe bank. Deze heeft naar de woorden
van haar voorzitter, de heer J. Nijland,
en van haar directeur, drs. G. de Groot,
duidelijk haar aanleiding gehad in de fusie
van de beide Centrale Banken.
Daardoor kwam een situatie, die al rijp
was voor samenwerking, in beweging. Die
situatie toonde de Raiffeisenbank Steen
wijk, die een enorm gebied tot het hare
rekende, en de vier andere banken - ge
zamenlijk even groot als de Raiffeisenbank
Steenwijk - alle met werkgebieden die
elkaar en soms nog andere banken over
lapten.
In 1972 zijn de voorzitters van Steenwijk,
Steenwijkerwold en Oldemarkt met elkaar
gaan praten. Later kwam er contact met
Giethoorn. Dat was een hernieuwd contact,
want in 1967 waren er al fusiebesprekingen
geweest tussen Steenwijk en Giethoorn,
die echter niet tot resultaat voerden door
afwijzing van de ledenvergadering van
Giethoorn. Ten slotte heeft de bank Steg-
De heer J. Nijland en de heer
H. J. Kranendonk, voorzitter en
secretaris van het bestuur
gerda zich bij het viertal gevoegd. In
goede harmonie, zonder echte zwarig
heden te ontmoeten, is men het toen snel
eens geworden en zijn de besluiten ge
nomen.
Dat de Raiffeisenbank Steenwijk in zo'n
groot gebied werkzaam was, behoeft een
verklaring. Deze bank is een recente - in
1967 - afsplitsing van de vroegere Coöpe
ratieve Landbouwersbank en Handelsvere
niging Steenwijkerwold, gevestigd te Steen
wijk.
Oprichter was de bekende G.W. Stroink,
burgemeester van Steenwijkerwold, maar
vooral promotor van landelijke coöpera
tieve organisaties. Hij had o.a. 34 jaar lang
zitting in de raad van toezicht - 20 jaar
voorzitter - en het bestuur - 2 jaar voor
zitter - van de Utrechtse Centrale Bank.
Een burgemeester van het oude stempel,
die in 1901 door de veldwachter de boeren
voor de oprichtersvergadering liet optrom
melen! Dat vertelt men nog in Steenwijker
wold.
Door de binding met de aan- en verkoop
vereniging heeft ook de bank haar relaties
overal in de wijde omtrek verkregen. Dat
is zo gebleven, toen de bank in 1967 werd
losgekoppeld. Handelsvereniging en bank
behielden toen dezelfde directie en voor
een deel hetzelfde bestuur.
Thans in 1974 is de splitsing verder door
getrokken. De heer De Groot is voortaan
uitsluitend directeur van de bank en niet
meer van de handelsvereniging. ,,lk heb
van de keus geen slapeloze nachten ge
had", zegt hij. Het hoofdkantoor is welis
waar nog gevestigd in het oude gebouw
van de handelsvereniging - de 'eerste
steen' gelegd in 1901 vermeldt de naam
G. W. Stroink - maar een nieuw hoofd
kantoor nadert zijn voltooiing en zal in de
loop van dit jaar worden betrokken.
Als vijf banken samengaan, verwacht je
dat de samenstelling van de beheerscol-
leges nogal moeilijkheden zullen opleveren.
Toch is, volgens de heer Nijland, daarover
maar heel weinig discussie geweest. Als
grootste bank heeft de Raiffeisenbank
Steenwijk twee van de zes bestuurszetels;
de andere vier banken hebben ieder één
van de bestuurszetels. De Raad van Toe-
zicht is volledig paritair samengesteld en
bestaat uit tien leden, wat wel nodig is
in dit uitgestrekte werkgebied.
Bij de bestuurssamenstelling is bewust ge
streefd naar volledige erkenning van de
historische achtergronden, maar evenzeer
naar een zo rationeel mogelijke opstelling
voor de toekomst. Het eerste kwam tot
uiting in de verdeling van de functies. De
heer J. Nijland, als oud-Raiffeisenman
werd voorzitter, de heer H. J. Kranendonk,
als oud-Boerenleenbankman werd secre
taris. Laatstgenoemde, die helaas verhin
derd was het gesprek mee te maken, is
directeur van een groot schildersbedrijf
met enkele vestigingen in de regio. Daar
mee is ook duidelijk de brede basis van