13 buuste varkenshouderij voelen de druk van de gestegen voederkosten. Een apart probleem wordt gevormd door de rundvleesmarkt. Gedurende een reeks van jaren hebben de prijzen van het rundvlees in de lift gezeten. Sinds september van het vorig jaar is er echter sprake van een aanzienlijke daling van het prijsnivau en daaraan lijkt voor lopig nog geen einde te komen. Het rundvleesbeleid is de laatste anderhalfjaar meer in handen geweest van semi- psychologen dan van economen. Vorig jaar meenden de E.G.-autoriteiten de consumenten een plezier te doen door de beschermng aan de grens te verminderen. Men ver wachtte er weliswaar niet veel van in de zin van een prijs daling, omdat de importeurs door de grote vraag hun prijs voordeel niet aan de consument behoefden door te geven. Psychologisch echter zou het volgens de E.G.-ministers van belang zijn dat de invoermogelijkheden verruimd werden. In dit geval is het vooral de nu vertrokken Franse minister Chirac geweest, die dat argument hanteerde. Toen in september 1973 de rundveeprijzen onvoldoende bleken om de produktiekosten te dekken, werd van Franse zijde geroepen om toepassing van de vrijwaringsclausule teneinde de import tegen te houden. Experts trokken de werkelijke betekenis van zo'n maatregel in twijfel, maar weer werd het argument van de 'psychologische betekenis' van een grenssluiting naar voren gebracht. Inmiddels had de heer Lardinois een voorstel gedaan om het rundvlees beleid te veranderen, zodat het minder grillig zou worden. De Fransen echter gunden zich geen tijd om het goed te bestuderen, want zij wilden iets spectaculairs doen, dat psychologisch een goede indruk bij de boeren zou maken. Ook in het Verenigd Koninkrijk werd een soortgelijke ar gumentatie gebruikt, al ging het daar om de consumenten, die bij de bestaande vleesprijzen niet geconfronteerd mochten worden met de invoering van een opslagsysteem van rundvlees. Er is uiteindelijk een aantal maatregelen genomen, zoals de vrijwaringsclausule en interventie in een aantal E.G.- landen, maar een grondige - niet psychologische - aan pak heeft nog geen kans gehad. Mevrouw van Zoeten is een lief mensje. Haar man zaliger sloeg geen algemene vergadering over. Bij een goede bor rel en een kraakverse bolknak kwam na afloop dan bijna altijd het moment, waarop hij begon met de in zijn brein al wat vergeelde herinneringen aan de oprichtingsverga dering. Daarin speelden dorpsfiguren een rol, die we slechts kennen als straatnamen in ons bescheiden nieuw- bouwwijkje of vaag herkennen uit de bleke handtekenin gen op oude akten. Het was een soort continuing story of Peyton Place in onze proporties, waarin dank zij fantasie en lichte ver kalking steeds weer nieuwe karakters opdoken. Gelukkig maar één aflevering per jaar. De toch nog hoge luisterdichtheid kwam meer voort uit Van Zoelens royale wijsvinger, die de hulpkellner bekwaam en snel regis seerde in zijn nerveuze ballet tussen tap en tafel, dan uit belangstelling voor de trage met sigarenrook gestileerde monologen. Dat alles is al weer jaren voorbij, maar mevrouw Van Zoelen is de bank trouw gebleven. Het is blinde trouw, want vaak moeten de meisjes haar achterna, omdat spaarboekje of geld op de balie bleef liggen. Alle andere bankdiensten dan sparen en betalen waren haar vreemd gebleven. Tot gisteren. Toen kwam zij binnen en deelde mij wat ademloos en met een iets hoger kleurtje dan anders mee, wel een vakantiereisje te willen maken. Het verbaasde me wat, want behalve de gezamenlijke bus reisjes van bejaarden naar de Ardennen of langs de Rijn, die het jaarlijkse hoogtepunt vormen van vee/ gepraat en deftig georganiseer door enkele van onze notabelen, blijft het meestal bij een wekelijks bustochtje naar de stad. Ze wilde nu ook wel eens naar Spanje, zei ze. Ik begon al automatisch wat folders te plukken, maar ze hield mijn hand tegen. Dat hoefde helemaal niet, zei ze, want ze wist precies waar ze naartoe wilde. Ze haalde een advertentie - keurig uitgeknipt - uit haar tas en zei dat ze dezelfde reis wilde als zij daar. En ze wees op de foto van zekere goedlachse gezusters Van Tiet, die 14 dagen Spaanse zomerzon bij een naburige Rabobank hadden geboekt! Daar sta je dan, attente, deskundige bankier, de hand vol folders, het hoofd vol wijsheid en de mond vol tanden. Ik heb geprobeerd het uit te leggen, maar mevrouw Van Zoelen stond erop samen met de gezusters Van Tiet te reizen. Ze leken haar gezellig en betrouwbaar. Echt meisjes waar ze op kon rekenen als er eens iets mis zou gaan. Het is ver weg, dat warme Spanje. Haar vertrouwen in de bank heeft, geloof ik, wel een knauw gekregen. Want advertentiecampagnes en fotomodellen, dat zegt haar niet veel. Het gedrukte woord is bijna even heilig en waar als de televisiereclame. Toen ze hoorde dat die meisjes van Van Tiel niet echt gingen, besloot ze er maar van af te zien. Daar was ze eigenlijk wel blij mee, want toen was de moed haar allang in de schoenen gezonken en de zucht naar avontuur voor bij. Het zal nu wel een dagje uit worden met de bejaardenclub. Dan gaan er ook altijd zeer betrouwbare dames mee, al heten ze dan ook niet Van Tiel. De Spaanse zomerzon blijft iets om naar te verlangen. Maar ach, niet zo heel lang meer Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 15