S
i
4
12
vleesmarkt, een kwestie van psychologie
naweeën van de revaluatie
je te kunnen en daarmee zou bij de compensatie rekening
gehouden kunnen worden. Het jaar 1974 zal echter zeker
minder gunstig uitvallen. Uit het Landbouw Economisch
Bericht van het L.E.I. blijkt dat de sterke kostentoename
aan de agrarische inkomens heeft geknabbeld, terwijl de
opbrengstprijzen van vrije produkten zoals aardappelen
ook niet zijn meegevallen.
Een andere factor, welke op de achtergrond meespeelt,
wordt gevormd door de prijsbesluiten in Brussel. De laat
ste jaren zijn de prijzen in Brussel, althans voor veehou-
derijprodukten, hoger uitgevallen dan de Nederlandse
Regering gewenst achtte. Ook dit zou wellicht een plus
punt betekenen, dat bij de beoordeling van de noodzaak
van de compensatie betrokken kan worden. Door het be
drijfsleven zal dit argument wel niet worden aanvaard: in
de eerste plaats zijn de voorstellen van de Commissie ook
voor Nederlandse verhoudingen niet aan de hoge kant en
in de tweede plaats zou zo'n eventueel pluspunt het
resultaat zijn van een betere concurrentiepositie, welke
niet zomaar mag worden afgeroomd.
Men ziet, er zijn vele onweegbare factoren, die aan de
berekening van een juiste compensatie ten grondslag
liggen. Op zo'n moment doet meestal de politiek zijn in
trede. Wat dat betreft zou de landbouw op een tegemoet
komende houding mogen rekenen. Er is bij de regerings
partijen een vergrote belangstelling voor het zelfstandige
bedrijf. Dat behoeft niet te betekenen, dat de huidige com
pensatie zonder meer wordt voortgezet maar het kan wel
inhouden, dat de compensatie de vorm krijgt van een blij
vende versterking van de meest getroffen bedrijfstakken.
Hoewel de wereldmarkt voor agrarische grondstoffen al
enige maanden hoge prijzen noteert en ook in de naaste
toekomst waarschijnlijk geen wijzigng zal ondergaan, is
de landbouw daarmede niet verlost van zijn marktproble
men. Daar is allereerst de fruitteelt. Deze bedrijfstak scheen
in het seizoen 1972/1973 zijn ergste problemen achter de
rug te hebben. Achteraf blijkt dat toen de oogstomstandig-
heden erg hebben meegezeten. Toen vorig jaar de oogst
ruim was, kwam er de klad in de prijsvorming.
Het zal nodig zijn dat het middel van de rooipremie weer
aangegrepen wordt. Er zal dan vooral in Frankrijk en
Italië eveneens ernst mee moeten worden gemaakt, zodat
de produktie wordt gesaneerd. De Nederlandse Fruittelers
Organisatie en het Landbouwschap hebben gevraagd om
de herinvoering van de rooiregeling door de Europese
Gemeenschap.
Ook is gevraagd om een actieve politiek tegenover de
import uit het Zuidelijk Halfrond: Australië en Argentinië.
Er is een steeds doorgaande discussie over de invloed,
die de import van duur kwaliteitsfruit heeft op de verkoop
van het noodzakelijkerwijs minder goede Europees be-
waarfruit. Zijn dit geen gescheiden markten en is de con
currentie van bijvoorbeeld sinaasappelen niet van even
grote invloed? Ditmaal gaat het echter om import met
prijsgaranties door de genoemde landen. Het is daarom
zaak voor de E.G. rechtstreeks met deze landen contact
op te nemen om hen van prijssubsidies af te houden en
in ieder geval te laten afzien van een overvoeren van de
E.G.-markt. Er is vroeger ook al eens over gesproken,
maar zoals gezegd, het leek enige tijd alsof de problemen
van fruitteelt voorbij waren en dan raakt een dergelijke
gedachte op de achtergrond.
De hoge wereldmarktprijzen zijn geen zegen voor de vlees
producenten. De slachtpluimveehouderij en zelfs de ro-