25
rode lamp waarschuwt snel
op basis van een goed produkt
van het door De Lage Landen zelf geaccepteerde bedrag
gewoonlijk iedere maand veel hoger. Het gaat daarbij na
tuurlijk vooral om financieringen in de produktieve sector.
De heer Vullings attendeerde nog op een belangrijk aspect.
Het is waar, dat De Lage Landen geen integrale financie
ring bedrijft, maar slechts objectfinanciering. Toch is dit
vaak slechts de formele kant van de zaak. Een onder
neming, die bij De Lage Landen een financieringsaanvraag
indient, is of wordt meestal cliënt bij een Rabobank, die
haar op andere wijze al pleegt of verwacht te financieren.
In zo'n geval, waarin De Lage Landen een belangrijk deel-
financiering zou verstrekken, is het zaak om met de bank
te overleggen wat de een en wat de ander kan doen, om
er bijvoorbeeld voor te zorgen, dat de zekerheidsconstruc
ties goed op elkaar aansluiten. Zo kan er ook voor gezorgd
worden, dat de cliënt op de voordeligste wijze geholpen
wordt. De Lage Landen wordt op deze wijze een belang
rijk middel voor het whole-salebedrijf van de bank. Deze
wijze van „samen doen" met de bank, is nu net wat ons
voor ogen staat, zegt de heer Vullings.
De tussenpersonen ontvangen een provisie, die gelijk is
aan een bepaald percentage van de door De Lage Landen
aan de cliënt in rekening gebrachte financieringskosten.
Ruwweg zijn de financieringskosten de som van de maan
delijkse termijnen verminderd met de koopprijs van het
object. Anders gezegd, de financieringskosten zijn gelijk
aan de rente, die De Lage Landen ontvangt over het
gefinancierde bedrag. Indien in enig jaar de financierings
kosten van alle door de bank geaccepteerde posten een
bepaalde grens overschrijden, kan de bank bovendien in
aanmerking komen voor een omzetbonus. De kosten voor
de cliënt zijn bij financiering door een financieringsmaat
schappij natuurlijk hoger dan bij financiering door een
bank.
Toch is het, volgens de heren Boot en Vullings, niet juist
te stellen, dat de financiering van De Lage Landen te duur
zou zijn. Het gaat erom de juiste vergelijking te trekken.
De „grondstof" is momenteel zeker duur, die wordt voor
namelijk aangetrokken op de geld- en kapitaalmarkt.
Voorts moet gezien de grote risico's een risicopremie
worden ingecalculeerd en verder zijn de posten bewer
kelijk: elke maand afrekenen. Maandelijkse termijnen zijn
voor de cliënt gemakkelijk, maar voor de maatschappij
een kostenfactor. Verder bevatten de meeste huurkoop
contracten de bepaling, dat bij overlijden van de cliënt
de schuld, tot een maximum van 18.000,-, wordt kwijt
gescholden. Deze overlijdensrisicodekking is voor de cliënt
gratis, maar moet door de maatschappij betaald worden.
Ook de „kredietbewaking", denk aan de vraag of de
cliënt de auto nog wel in zijn bezit heeft, en de uitwinning
als het mis gaat, het terugnemen van de auto en deze
weer verkopen, is natuurlijk een nogal kostenvergende
zaak.
Omdat juist de olieboycot de energiecrisis in het centrum
van de belangstelling had geplaatst, kwam ons gesprek
ook op de vraag of een financieringsmaatschappij als De
Lage Landen erg conjunctuurgevoelig is. Zij financiert
immers vooral op basis van de te verwachten rentabiliteit
van een onderneming en wat de consumptieve sector
betreft op basis van de capaciteit van de maandelijkse
termijnen uit het vaste inkomen te voldoen. Daar komt bij,
dat objecten als auto's, caravans en pleziervaartuigen in
waarde zouden kunnen dalen, als een benzineschaarste
opnieuw echt nijpend zou worden.
De heer Vullings heeft daar zeker oog voor. De Lage
Landen is inderdaad conjunctuurgevoeliger dan een bank.
Maar zij werkt ook met een fijnere thermometer. Omdat de
maandelijkse afbetalingen telkens gecontroleerd worden
en steeds op strikte nakoming gerekend wordt - al zijn
we altijd bereid te overleggen - gaat de rode lamp eerder
branden. Door snel handelen kunnen vaak problemen voor
komen worden. Wij zijn niet voor niets gespecialiseerd in
kredietbewaking en incasso!
De gevolgen van crisissituaties, zoals onlangs met de olie,
zijn altijd moeilijk te voorzien. Ze verdienen ook in het
financieringsbedrijf ernstige aandacht.
Begin december werden een paar objecten o.a. een per
sonenauto verkocht voor een duidelijk lagere prijs dan
verwacht werd. Het zogenaamde „terughalen" proberen
wij overigens, aldus de heer Vullings, zoveel mogelijk te
voorkomen. Tot nu toe zijn onze ervaringen ook met het
terughalen gunstig. Dat komt vooral ook door een goed
contact met de leveranciers. Wij hebben adressen waar we
auto's e.d. weer snel aan kwijt kunnen. Helaas komt het
ook voor, dat het gefinancierde object inmiddels „ver
dwenen" is. De risicopremie is tot dusver voldoende ge
weest om dergelijke stroppen de dekken.
Voor een deel is een financieringsmaatschappij misschien
een welvaartsverschijnsel. Maar als de mensen minder
auto's, caravans of motorjachten e.d. zouden gaan kopen,
blijven er vele andere objecten, waarvoor financiering
nodig is. Juist omdat een financieringsmaatschappij voort
durend voeling houdt met de markt en met de betaal
mogelijkheden zal zij ook in een recessieperiode haar weg
weten te vinden.
De concurrentie tussen de financieringsmaatschappijen is
even fel als die binnen het bankwezen. De meeste bank
instellingen in Nederland hebben immers een eigen finan
cieringsmaatschappij.
De Lage Landen is nog klein in vergelijking met de grote
maatschappijen. Toch is zij ook niet zo heel klein meer:
de produktie - derhalve de verstrekte leningsbedragen -
over 1973 zal vermoedelijk ca. 50 miljoen belopen, tegen
ca. 30 miljoen in 1972. Er zit dus stevige groei in!
De eerste jaren leverden geen winst op, maar 1972, het
4e boekjaar, kon met een kleine winst worden afgesloten.
Dat mag ook over 1973 verwacht worden.
De Lage Landen heeft echter een breed werkterrein voor
zich. Met vele vroegere boerenleenbanken bestaat al en
kele jaren een samenwerking, maar bij de vroegere raif-
feisenbanken is de maatschappij pas vanaf maart 1973
bekend. Het contract met deze laatste ontwikkelt zich
goed, en iedere maand wordt hun deel in de produktie
groter.
De heren Boot en Vullings weten heel goed, dat de goede
samenwerking met de banken in de eerste plaats afhangt
van het „produkt" dat zij leveren. Maar zij weten ook, dat
met een goed produkt er in de komende jaren door samen
werking heel wat tot stand gebracht zal kunnen worden.
Wij hopen, dat allengs al onze Rabobanken in voorkomen
de gevallen de weg naar De Lage Landen zullen weten te
vinden. De introductie is inmiddels goed op gang gekomen.
De heren Boot en Vullings zijn gelukkig gaarne bereid af
en toe iets over De Lage Landen in ons blad te vertellen.
Wij zullen er dus in de toekomst zeker meer van horen.