JUs
13
copa en cogeca
In een welsprekend naar klassieke redenaarskunst opge
bouwd betoog stelde de heer Lequertier dat COGECA
in staat is een zeer doeltreffende bijdrage te leveren aan
de verbeteringen van de Europese verordeningen. Immers
het slagen van een beleid, dat er naar streeft de structuur
van produktie en handel te verbeteren, hangt in zeer
grote mate af van de doelmatigheid van de coöperaties
die het bedrijf met de markten verbinden.
In- de zgn. „minder bevoorrechte gebieden" is zelfs de
coöperatie door haar nauwe band met de bewoners vaak
de enige stabiele ontwikkelingspool. De overheid dient
daarom juist door deze steun een impuls aan de activi
teiten van de coöperatie te geven. COGECA wenst die
regionale steun los te zien van de steun voor structurele
doeleinden, die voor het hele grondgebied van de Ge
meenschap gelden.
Fel keerde de heer Lequertier zich tegen de tendens om
binnen het E.E.G.-landbouwbeleid een te nauw verband
te leggen tussen de kosten van de landbouw en de pro
duktie van overschotten. Die kosten vloeien normaal voort
uit het Verdrag van Rome; het veilig stellen van de voed-
il» i|r,j£ ,.tMy
lp Pf®*y Wk x -
i
selvoorziening. Het woord „overschotten" hoort niet in ons
woordenboek, gezien het huidige dramatische wereld
voedseltekort. In plaats van afremmen of zelfs stoppen
van bepaalde produkties heeft de E.E.G. de roeping tegen
over de wereld tot expansie van de agrarische produktie
te komen. In plaats van anarchie moet er organisatie van
de wereldmarkten komen en een stelsel van wereldvoed
selvoorziening met een instrument om de excessieve prijs-
schommelingen te beteugelen, die volgen op overschotten
of op voorbijgaande en betrekkelijke tekorten. Deze wens
van de coöperatie is, aldus de heer Lequertier in het be
lang van en overeenkomstig de roeping van de Europese
Gemeenschap.
De heer Lardinois ging hier even op in. Hij verwierp het
verwijt, dat de Europese Commissie een Malthusiaanse
politiek bedrijft, wanneer zij tot voorzichtigheid maant in
de zuivelsector, een sector die bijna de helft van de
garantie-uitgaven voor de Europese landbouw opslokt. Hij
noemde het struisvogelpolitiek, indien men de ogen sluit
voor het gevaar van structurele overschotten. Deze kunnen
leiden tot het faillissement van het gemeenschappelijke
Foto links:
Een blik in de zaal tijdens het Cogeca-congres
Foto rechts:
De voorzitter, de heer Jack Lequertier
landbouwbeleid, waarvoor de Europese boer tenslotte de
rekening moet betalen.
Uit het bovenstaande moge blijken, dat ook het Europese
landbouwbeleid op dit congres ter sprake was. COGECA
wordt tenslotte door landbouwcoöperaties gevormd. Ook
de heer Knottnerus, de voorzitter van COPA, die als gast
spreker optrad, ging op dit beleid in en uitte niet alleen
ernstige kritiek op het prijsbeleid - de Europese Commissie
blijft te veel vastzitten aan haar vroegere ideeën over
overschotten - maar was ook zeer bezorgd over de re
cente monetaire ontwikkelingen. Op deze weg doorgaan
kan, volgens de heer Knottnerus, tot gevolg hebben dat de
gemeenschappelijke landbouwmarkt binnen niet te lange
tijd volkomen vernietigd wordt.
Het COPA - d.w.z. het Comité van de Landbouworganisa
ties in de E.E.G. - en COGECA vullen elkaar, aldus de
heer Knottnerus, uitstekend aan. Zij komen steeds meer tot