coöperaties en europese gemeenschap „De Landbouwcoöperaties van de E.E.G., verenigd in COGECA, hebben de pretentie iets anders te zijn dan 'de kasplantjes' waarvan de voorzitter Mansholt in 1967 tijdens de eerste Europese dagen van de Landbouwcoöperatie sprak. Zij zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid ten aanzien van hun leden, maar ook van de eisen die de plaats met zich mee brengt, die zij innemen in de E.E.G. en hun taak in het algemeen belang. Zij bevestigen hier op plechtige wijze hun wil bij te dragen aan de opbouw van een Europa, dat zonder voorbehoud de schone naam van Gemeenschap verdient." wensen en bezorgdheid Met nevenstaande woorden stelde de heer Lequertier, voorzitter van COGECA, het principiële uitgangspunt van de landbouwcoöperaties tegenover de E.E.G. vast. Hij deed dat op de „Europese dagen", die op 7 en 8 februari in Brussel door COGECA, het Algemeen Comité van de Landbouwcoöperatie der lidstaten van de E.E.G., werden georganiseerd. De geciteerde uitspraak van de voorzitter - een Frans man - zal de heer P. Lardinois, lid van de Europese Com missie, in ieder geval goed gedaan hebben. In zijn toe spraak tot het congres zei de heer Lardinois, dat we niet langer schone woorden, maar concrete daden nodig heb ben om het funeste desintegratieproces tot stilstand te brengen en de samenwerking uit het slop te halen. Ge vaarlijk en teleurstellend is het, dat de nationale regeringen zich nog onvoldoende de noodzaak tot samenwerking realiseren. De huidige beproeving is de ernstigste sedert de oprichting van de E.E.G.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 14