10 horeca samenvatting en conclusie midden- en kleinbedrijf wagen- en ongeregeld vervoer; onderne mingen in de binnenvaart met ten hoogste 5 schepen en ondernemingen in het goe derenvervoer over de weg met maximaal 10 vrachtauto's, omvatte in 1972 naar schatting 77.000 werkzame personen. Deze bedrijven behaalden gezamenlijk een om zet van 3,7 mrd in dat jaar. De belangrijkste subsectoren zijn het goe derenvervoer over de weg - met 9.100 ondernemingen, waarin de werkgelegen heid 39.000 arbeidsplaatsen omvat en met een totaal omzet van 2,7 miljard - en de binnenvaart met 4.900 ondernemingen, waarin de werkgelegenheid 16.000 arbeids plaatsen omvat en die een omzet van een half miljard gulden behaalt. Ondanks de energiecrisis is er voor het goederenvervoer een nog steeds groeiende taak weggelegd. Eens waren de Neder landers de vrachtvaarders van Europa, nu zijn zij de vervoerders over de weg van Europa. Met de spreiding van de industrie naar minder centraal gelegen gebieden en een naar eenheid groeiend Europa mag men veilig stellen, dat het vervoer over de weg ook in de toekomst op rolletjes zal gaan. De binnenvaart neemt een aanzienlijk deel van het totale goederenvervoer voor haar rekening. In 1971 bedroeg het aandeel van de Nederlandse binnenvaartvloot in het goederenvervoer binnen Nederland en het grensoverschrijdend 22%. In de periode 1963-1971 steeg het ver voerde gewicht van 120 min ton tot 197 min ton. Het aantal actief aan het vervoer deelnemende schepen daalde in deze periode van 12.477 tot 9.017, maar de schepen in 1972 hadden gemiddeld 52% meer laadruimte. In de horecasector wordt als afbakenings- grens gehanteerd 25 werkzame personen per onderneming. Thans zijn er naar schat ting 27.000 horeca-ondernemingen die tot het midden- en kleinbedrijf gerekend moeten worden en waarin rond 82.000 mensen werkzaam zijn. Dit betekent dat ongeveer 85% van alle horecabedrijven tot het midden- en kleinbedrijf behoren. Indien men een onderverdeling maakt naar soorten bedrijven dan blijkt dat het groot ste gedeelte van deze 27.000 bedrijven cafébedrijven zijn. In deze sector treedt duidelijk het verschijnsel op dat het klei nere bedrijf beter in staat is zich op ge wijzigde marktsituaties te richten dan het grootbedrijf. Voor de gehele horeca geldt namelijk een stagnatie in de volumegroei van de omzet, behalve voor het klein bedrijf, zoals het „bruine café", „bistro" enz., welke nog een volumegroei konden realiseren. De horecasector kenmerkt zich door een zeer hoog loonkostenbestanddeel van de omzet, ongeveer een derde van de omzet is loonkosten. Dit is dan ook de reden dat bedrijven, welke geen volumegroei in de afgelopen jaren konden behalen, lang zaam in de rode cijfers terechtkwamen. Uit het voorgaande is duidelijk geworden dat het midden- en kleinbedrijf als totali teit nog springlevend is en een belangrijke functie heeft in onze samenleving. Er doen zich echter aanzienlijke rentabiliteitsver- schillen voor tussen de bedrijfstakken on derling en binnen de bedrijfstakken tussen de verschillende ondernemingen. Natuurlijk zijn er verschuivingen, maar voor onder nemers die tijdig de bakens verzet hebben of zullen verzetten zijn er nog enorme mogelijkheden. Concurrentie is niet onge zond, het weerhoudt het midden- en klein bedrijf van inslapen. Een goed voorbeeld van alert zijn van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf op nieuwe mogelijkheden is de kruideniers- zelfbedieningszaak. Deze vorm van detail handel werd ingevoerd door een onder nemer uit het midden- en kleinbedrijf. An dere voorbeelden van recentere datum zijn de boetiek, de bistro of het bruine café. Met inventiviteit en doorzettingsvermogen is veel te bereiken. Dit neemt niet weg, dat de ondernemer in het midden- en klein bedrijf keer op keer geconfronteerd wordt met zaken als prijsbeleid, jeugdlonen, mi nimumlonen en met een toenemende con currentie. Een voortdurende druk op zijn winstmarge is hiervan het gevolg. N.B. De gehanteerde cijfers zijn ontleend aan gegevens van de volgende instellingen: R.M.K., C.R.K. en C.B.S.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 12