5
geen rekening gehouden met de vele ver
gaderruimte die een kantoor van de cen
trale leiding van een organisatie als de
onze nodig heeft. Met name werd het als
een gemis gevoeld, dat de Centrale Kring
vergadering in Utrecht altijd „buitenshuis"
moet vergaderen. Ook daarvoor zou het
kantoor van de centrale leiding een pas
sende ruimte moeten bevatten.
De reconstructie van de wijde omgeving
van het station van Utrecht bekend als
Hoog Catharijne heeft het plan doen
opkomen om achter het bestaande Hoofd
kantoor aan de St. Jacobsstraat een nieuw
hoofdkantoor voor de centrale leiding te
bouwen. Daarvoor zijn inmiddels onder
handelingen gaande met de gemeente
Utrecht. Wij hopen, dat de benodigde
bouwvergunning verstrekt zal worden. Het
doet ons genoegen, dat in de besprekin
gen met gemeentebestuurders van Utrecht,
gebleken is, dat deze sympathiek staan
tegenover onze „verhuisplannen". Ten
slotte bestaat er al een 75-jarige band tus
sen Centrale Bank en de Utrechtse bevol
king!
Inmiddels is door ons aan een architecten
bureau opdracht gegeven een schets
ontwerp voor een nieuw hoofdkantoor te
maken. Ook dat moet gezien worden als
voorbereiding, want vóór de eerste paal
geslagen wordt, moet er de bouwvergun
ning zijn en zal ook de definitieve schets
nog wel het nodige tekenwerk vergen. De
opening zullen we in ieder geval na enkele
jaren tegemoet kunnen zien. Maar als het
zover is, zal men het na een kort wande
lingetje vanaf het station kunnen bereiken!
In de Rabobank van september van het
vorig jaar schreef ik een Hoofddirectie
kolom, waarin ik trachtte te verklaren
waarom onze organisatie met een aantal
Europese coöperatieve bankorganisaties
en een Engelse merchantbank gekomen
waren tot oprichting van London and
Continental Bankers Ltd., gevestigd in het
belangrijke financiële centrum van Londen.
In die kolom vermeldde ik al dat wij dit
zagen als een begin van de verdere ont
wikkeling van ons buitenlands bedrijf.
Diegenen die de gesprekken, o.a. in de
Centrale Kringvergadering, hebben ge
volgd - voor verreweg de meesten kan dit
alleen via het lezen van de verslagen -
zal dit duidelijk zijn geweest. Zij zullen
ook hebben begrepen dat ik in de uitgave
van december van vorig jaar al op dit
onderwerp terugkwam met het naar voren
brengen van de gedachte dat verdere
stappen voor de ontwikkeling op dat ge
bied overwogen werden. Dan kan er in
eens een ontwikkeling komen die snelle
beslissingen noodzakelijk maakt. Dat was
niet te voorzien toen ik de laatstgenoemde
kolom beëindigde met de opmerking dat
,,niet haasten" niet mag betekenen „treu
zelen".
Uit de mededelingen die aan de aange
sloten banken en ook aan de persorganen
zijn verstrekt is het duidelijk dat wij bij
het zetten van een volgende stap samen
werking met de Bank of America hebben
gevonden. Ik geloof een verklaring schul
dig te zijn waarom die samenwerking nu
juist met de Bank of America is gezocht.
Laat ik vooropstellen dat er geen coöpe
ratieve bankorganisatie in Europa is die
ons in de verdere ontwikkeling van het
buitenlandse bedrijf steun zou kunnen bie
den. De Rabobankorganisatie is onder de
coöperatieve bankorganisaties al één van
de eerst-geplaatsten in het buitenlandse
bedrijf. Dit betekent echter niet dat wij
verdere samenwerking met de verwante
bankorganisaties in Europa niet zouden
zoeken; integendeel! Ik kom daar aan
stonds nog kort op terug.
De Bank of America is naar balanstotaal
de grootste bank ter wereld. Dat is niét de
reden geweest waarom de samenwerking
met de Bank of America is gezocht en
gevonden. Wanneer men nagaat hoe deze
organisatie in 1904 is opgericht en zich
tot 1931 in California ontwikkelde, in be
langrijke mate door uitzettingen op het
agrarische terrein en in woningfinanciering,
vindt men al een aanknopingspunt. Sinds
deze organisatie in 1931 in het internatio
nale bedrijf stapte is zij ook daarin zeer
groot geworden. Met circa 120 kantoren
en vertegenwoordigingen opereert zij in
meer dan 80 landen. Verder heeft zij nog
een groot aantal deelnemingen op finan
cieel en bancair terrein over de gehele
wereld. In de contacten is heel duidelijk
naar voren gekomen dat de Bank of
America als grootste bankinstelling ter
wereld zich niettemin sociale doeleinden
stelt die met die van een coöperatieve
bankorganisatie vergeleken kunnen wor
den. Toen wij - en nu kom ik op mijn
vorig punt terug - dan ook de door ons
voor een deel verwezenlijkte en voor een
deel nog na te streven samenwerking met
de Europese coöperatieve bankorganisa
ties in het gesprek brachten, bleek dit de
Bank of America uitnemend te passen.
Wij zullen met eikaars deskundigheid de
partner zo nodig en zo mogelijk helpen.
Dit betekent van onze kant uit niet alleen
dat wij b.v. de Bank of America zullen
steunen in transacties op de Amsterdamse
Effectenbeurs. Het betekent ook dat wij de
Bank of America naar een verdere samen
werking tussen die organisatie en de
coöperatieve bankorganisaties in Europa
zullen trachten te brengen. Dit zegt al iets
over de geest waarmede deze samenwer
king wordt begonnen.
De schriftelijke en mondelinge contacten
tussen de topleiding van beide organisa
ties in de voorbereiding van deze samen
werking was van zulk een aard dat er
wederzijds vertrouwen bestaat in de na te
streven doeleinden én in de komende
samenwerking. Hier moet ik aan toevoe
gen dat deze contacten een zeer open
karakter hadden en dat niet getracht is
doeleinden te verdoezelen. Wij hebben
daarbij niet alleen ons coöperatieve ka
rakter en de wil om dat in de toekomst te
behouden naar voren gebracht. Wij hebben
er ook de nadruk op gelegd dat wij niet
alleen willen werken met Rabomerica In
ternational Bank N.V., maar dat wij ook
het eigen buitenlandse bedrijf van de
Rabobankorganisatie verder willen uitbou
wen. Hierover zijn geen misverstanden
mogelijk en de Bank of America heeft ons
daarbij haar steun door de bij haar aan
wezige deskundigheid toegezegd.
Het zijn moeilijke tijden in de economische
en financiële verhoudingen waarin wij
deze belangrijke samenwerkingsstap heb
ben gezet. Deze moeilijke tijden zullen
zeker weer voorbijgaan. Naar mijn over
tuiging zal de nu gezette stap ons de
mogelijkheid geven ons nog beter voor te
bereiden op een volgende moeilijke tijd
en op een betere begeleiding van die
leden en klanten die zich steeds meer op
het internationale terrein gaan bewegen.
A. J. Verhage