los van de centrale bank VRAGEN VAN EN AAN TERUG- BLIKKER Aan Terugblikker werd al enkele malen gevraagd om gegevens over Pater Verdonck (of Ver donk) die mede-oprichter zou zijn geweest van een Boeren leenbank. Wilt u, wanneer u inlichtingen kunt verstrekken, deze toezen den aan terugblikker. p/a Re dactie van dit Maandblad? Evenzeer houdt Terugblikker zich gaarne aanbevolen voor suggesties die voor zijn bijdra gen van nut kunnen zijn. Mondeling, schriftelijk, gedenk boeken, bezoek ter plaatse, be langrijke voorwerpen van allerlei aard; voor dit alles houdt Tb, graag tijd en plaats open. boete wanneer zij hun ambtsgeheim zou den schenden. Reeds in het jaar 1900 werd van het over vloedige kasgeld ƒ12,50 voldaan aan de Centrale Bank te Eindhoven, zijnde één percent van bewijzen van deelneming. Kassiers (en dat is hun lot) werden ook toen al geplaagd door formulieren, mis sives e.d. Een eigenhandig ondertekend schrijven van den Directeur van het Centraal Bureau voor de Statistiek, C. A. Verrijn Stuart, maakt het bestuur zachtzinnig attent op een verschil van bijna 100,in de ver strekte opgaven. Dat lijkt ons wel toe het zoeken van spij kers op laag water, maar het geld had in die tijd nog een zekere waarde. Immers, de Bank werd op 3 oktober 1905 belast voor 24 formulieren, geleverd vanaf Weert, tot een totaal bedrag van ƒ0,17. Het is al meer gezegd; trouw in het kleine is de basis voor trouw in het grote. Daarom kan de President van den Raad van Toezicht, de Zeer Eerwaarde Heer Deken", die met de meeste zorg en de grootste belangstelling de werking van de leenbank gadeslaat" het bestuur en de kassier onder algemene toejuiching be danken. Ook de externe controle was niet mis te verstaan want „De heer Inspecteur L. Dec- kers heeft de boekhouding onzer instelling in al haren omvang met de meeste nauw keurigheid nagegaan" en dat gebeurde „door de Deken en de Inspecteur herhaal delijk met tot in alle byzonderheden afda lende stiptheid" waarbij echter nooit afwij kingen werden gevonden. Toch gingen de wegen van Boerenleen bank en Centrale Bank uiteen. U herinnert zich dat in 1904 de toren van de St. Petrus- kerk instortte. Deze moest herbouwd wor den en daarvoor was veel geld nodig. De Centrale Bank bleef het niet goed vin den dat de Boerenleenbank daarvoor gel den afzonderde. Het werd een lange en vervelende geschiedenis totdat het be stuurders en leden danig begon te ver velen. Op 12 mei 1912 werd het voorstel van de president van de Raad van Toe zicht, notaris Mertens, dan ook aangeno men om zich los te maken van de Cen trale Bank. Men ging zaken doen met de Nederlandsche Bank in den Bosch en met Lentjes en Drossaerts en hielp toch finan cieel aan de herbouw mee. Ook de Gel- dersche Credietvereeniging nam de plaats van de Centrale Bank in. Eerst in 1961 keerde de Boerenleenbank terug tot de organisatie. Het is wel een beetje bijzonder dat noch uit de notulen van Oirschot noch uit die van Hilvarenbeek iets blijkt van het on getwijfeld bestaande medeleven met de slachtoffers van de volkerenkrijg 1914-1918 die in het naburige België woedde. In 1917 werd het salaris van de kassier op 500,gebracht. Wel wat weinig volgens een vergaderde omdat men „voor 500, tegenwoordig ook niet alles gedaan kan krijgen!" Het was inderdaad niet te gul gehonoreerd voor alle kennis, kunde en toewijding. Nog in 1923 werd de zieke kassier op lofwaardige wijze door zijn vrouw vervangen. Dan kón toen nog, al hoewel niet alles van een leien dakje ging. De Gemeente wenste geen provisie te be talen. Daarom was het heel slim om in 1927 tot president van de Raad van Toe zicht te benoemen Jhr. Mr. C. van Nispen tot Sevenaer, de burgemeester van het dorp „die daartoe voldoende capaciteiten zal hebben" hoopte men. De toestand van de bank maakte een grote depressie door. In 1928 moest een buiten gewone algemene vergadering over het voortbestaan beslissen. Gelukkig had men de moed niet verloren en ging dóór en met succes, zoals ook nu nog blijkt. De crisis van de dertiger jaren manifes teerde zich in alle heftigheid. Het werden zeer zorgelijke tijden. Toch kon in 1933 aan de „Directeur" die al 25 jaar in functie was, een klein geschenk worden aangebo den waarvoor hij blij verrast was. „Het zijn immers de kleine dingen die het doen?" Na zijn dankwoord sloot hij de vergadering met de christelijke groet en op deze plaats sluit Tb. ook het notulenboek. (wordt vervolgd)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 39