36
het inrichten van leenbanken
uit onze historie
klank van de „verdiende" munten maar
ook werden „oorlogscontributiën" opge
legd als afkoopsom tegen plunderingen,
die toch evengoed doorgingen. Tijdens het
beleg van Eindhoven in 1583 trachtten
troepen ook Beke te pluderen „Ende die
ingeseten van Beke hebben hen soo lan-
ghe geweert als sij cruyt oft loot gehadt
hebben soo dat sij de knoppen van hun
wambeysen verschooten".
Er was na de reformatie heftige geloofs
strijd. Een mooie naam voor veel ver
nedering, achteruitzetting, broodroof, on
verdraagzaamheid en dergelijk fraais, over
en weer dat achter dit vaandel schuil ging.
Middelen van bestaan moesten hun plaats
inruilen voor andere. „De een zijn brood
was de ander zijn dood" ook toen al. Het
land was arm en schriel en moest toch
vele monden voeden, alhoewel er soms
geen hooi genoeg was voor het vee. Hoe
konden dan zovéél mensen bestaan? Het
moest en het kon, maar omstreeks 1750
was de armoede zo groot „dat de meeste
geen broot tot haer noodig onderhout
voor haer familien en hebben" als „desel-
ve waer niet met sober kost en drank
geneerde als gebruickende voor speyse
bijna niets als groove boekende karn-
melkspap, aardappelen met olie en dier-
gelijcke".
Er werd ook gewag gemaakt van een be
roemd Oirschotter, namelijk van Mr. Arnol-
dus Fey die zich ontwikkelde van kleer
makersgezel tot vermaard chirurg, gecon
sulteerd door Johan de Witt en Amalia van
Solms, die hem daarvoor een huis aan
bood dat hij vanzelfsprekend nog aannam
ook.
De Brabander houdt van stemmige fees
ten, zoals bekend is. Zo ook in 1648 bij
het eindigen van de Tachtigjarige Oorlog
toen een extra „groot feest" mocht wor
den gehouden. „Toen de peys vrede)
afgelesen worden 16 gulden en 16 stui
vers besteed aan tractatie van gilden van
St. Joris en O. L. Vrouwe, van de jonge
mannen van Biest en Loo en aan een
pekton samen". Het was, zoals u weet
heel lang vóór onze inflatietijd, nu een
Het uit de 12e eeuw stammende ,,Boter-
kerkje" aan het Vrijthof
matige maaltijd evenveel kost als dat
ganse feest.
Maar in 1672 was er niet alleen oorlog
maar ook nog pest. Toch verstoutten som
migen zich nog om te feesten. Dit werd,
terecht, streng verboden op poene van
6 gulden op „Wulpschheit, dertelheit,
ijdelheit en lichtvaerdigheit".
En dan nog die zwermen van rovende en
stelende en vechtende landlopers! Het
is opvallend dat rampzalige zaken in de
geschiedenisgeschriften de goede zaken
overheersen. Wij mensen vinden het „goe
de" en rustige zo vanzelfsprekend dat er
nauwelijks aandacht aan behoeft te wor
den geschonken. Natuurlijk is er te allen
tijde heel erg veel goeds gedaan en be
leefd. Laten we dat dan maar invoegen
in het verhaal van tegenspoed. Gelukkig
braken beter tijden aan en kon men, on
gestoord bijna, groeien tot groter welvaart.
Nu konden geslaagde pogingen worden
gedaan om de plattelandsbevolking „zede
lijk en maatschappelijk te verheffen". Hier
aan wilde die bevolking onder goede lei
ding zelf best medewerken.
Het groeiende saamhorigheidsgevoel kris
talliseerde zich tenslotte goeddeels in de
„Boerenbonden" die op hun beurt het ini
tiatief namen tot „het inrichten van Leen
banken". Twee daarvan zijn Hilvarenbeek
(opgericht in 1916) en Oirschot (opgericht
in 1899).
Komt men Oirschot binnen vanuit Best dan
attendeert een reusachtige stoel op de
bekende meubelindustrie van die plaats.
Komt men de Bank binnen dan vindt men
in de hal en in de „bedrijfsruimte" een
vrij groot aantal agrarische gereedschap
pen zoals die vroeger werden gebruikt,
maar ook nog een geweer met kruithoorn
en hagelzak en een „hamel" uit de tijd
van Napoleon. In de hal is het embleem
van de Boerenleenbanken Kruis en
Ploeg op bijzondere wijze uitgebeeld.
Directeur Van der Steen is terecht trots
op zijn verzameling.
Gewoontegetrouw licht Terugblikker nu
enkele gegevens uit de historie van deze
banken, waarvan de vergaderingen, zoals
te doen gebruikelijk in het overwegend
Rooms-Katholieke zuiden, werden ge
opend en gesloten „met den christelijken
groet".
Oirschot startte met veertien leden die
A. Bochmans als kassier benoemden (zijn
opvolgers waren en zijn: F. C. van Heek,
A. L. v. d. Steen, S. C. v. d. Ven en
nu S. C. M. v. d. Steen).
Om de zaken niet te ingewikkeld te maken
mocht men niet minder dan 1,tegelijk
op de spaarbank zetten; moest men, om
de gezamenlijke verantwoording te kunnen
dragen, de vergaderingen bijwonen maar
werden bestuurders bedreigd met 10,