geld- en kapitaalmarkt 33 b. van der meer en mevr. mr. h. besangon obligatiemarkt De obligatiekoersen, die eind december enigszins gestabi liseerd waren, kwamen begin januari weer onder druk te staan met name door het bekend worden van de voor waarden waartegen de B.N.G. op de onderhandse markt zou gaan opereren. Deze voorwaarden waren een rente van 9V2 en een koers van 100%. Als reactie hierop gingen zowel de Staats- als de B.N.G.-leningen over de gehele linie een punt of meer terug. De dalende tendens werd nog ver sterkt door aanbod uit het buitenland, dat, hoewel be scheiden, in de dunne markt toch koersdrukkend werkte. In het begin van de tweede week van januari zette zich deze koersdaling voort zodat het gemiddeld rendement op langlopende overheidsleningen kon stijgen tot ca. 9'/4 De Hypotheekbanken zagen zich dan ook genoodzaakt de afgifte van de 9% pandbrieven a pari stop te zetten. Het verdere verloop op de obligatiemarkt was de rest van de tweede week nogal wisselvallig. Door de kleine omzetten hadden enig vraag of aanbod direct invloed op de koers- vorming zodat het rendement op de obligaties van dag tot dag merkbaar verschilde". De hypotheekbanken stelden de afgifte van de 9% pandbrieven weer open tegen een koers van 98,5 Na 14 januari kreeg de vraagzijde de overhand en trad een duidelijk herstel in met koersstijgingen over de gehele linie van IV2 pnt of meer. De omzetten bleven echter mini maal. Het feit dat de B.N.G. op de onderhandse markt ge stopt was met haar 9V2 leningen a 100% en overging op het 9'/4 rentetypen tegen een prijs van 99 heeft hierop zeker invloed gehad. Hoewel het uiteindelijke ren- dementsverschil bij de verschillende leningsvoorwaarden maar erg klein was, werd de verlaging van het renteper centage toch gevoeld als een mogelijke voorbode van een lichte ontspanning op het rentefront. Ook kan van invloed geweest zijn dat in Duitsland de kapitaalmarktrente naar beneden tendeerde. Na maandenlang een rentetype ge voerd te hebben van 10% kwam nu een 9V2 Bundes- lening tegen een uitgiftekoers van 100%. De aankondiging van de 9%% 15-jarige lening van de Na tionale Investeringsbank (groot 50 miljoen) op 23 januari heeft aan de voorzichtige opleving op de obligatiemarkt snel een einde gemaakt. Koersdalingen van 1 a 2 punten kwamen over de gehele linie voor. Deze scherpe koersval in één dag heeft weer eens het labiele karakter van de markt onderstreept. De afgifte van de pandbrieven van de hypotheekbanken moest weer gestaakt worden. Na enkele dagen werd de afgifte opengesteld van 9V2 pandbrieven tegen een koers van 99 daarna verhoogd tot 99V2 Eind januari werd de stemming op de obligatiemarkt iets vriendelijker. Van invloed kan geweest zijn de internatio nale tendens tot kapitaalliberalisatie welke resulteerde in de opheffing van beperkende maatregelen voor de invoer van kapitaal in landen als Duitsland, België en Zwitserland en de afschaffing van restricties voor de uitvoer van kapitaal in landen als de V.S. en Canada. Ook in Neder land is aan de bepaling dat buitenlanders slechts via de 0-gulden aankopen konden doen op de obligatiemarkt een eind gekomen. Het 0-guldenrecht had de laatste tijd echter nauwelijks waarde, omdat het buitenland weinig belangstelling had voor een belegging in de guldenssfeer en van tijd tot tijd zelfs aan de verkoopzijde opereerde. Het is niet ondenkbaar dat de doorgevende kapitaallibera lisatie met zich meebrengt dat vreemd geld gaat toevloeien naar die landen waar de rentestand hoog en de valuta be trekkelijk gunstig is. Ons land zou aan beide voorwaarden kunnen voldoen. Internationaal gezien is in ons land de rentestand vrij hoog terwijl steeds meer de gedachte veld gaat winnen dat onze munteenheid sterker wordt, vooral nu zij na het uittreden van Frankrijk uit het zwevende E.E.G.-valutablok t.o.v. de dollar meer dan ooit gebonden is aan de D-mark en de rechtstreekse olieboycot tegen ons land een minder ongunstig verloop lijkt te hebben dan aanvankelijk gedacht werd. In ieder geval hebben de ontwikkelingen van de laatste dagen ertoe bijgedragen dat de uitgiftekoers van de 93A% lening van de Nationale Investeringsbank vastgesteld kon worden op 10072% en dat de belangstelling voor deze lening van zowel binnenlandse als buitenlandse zijde zo danig was dat de emissie een groot succes is geworden. Op het ogenblik kan gezegd worden dat de rente zich op het huidige niveau aan het stabiliseren is. Hierbij zal een rol spelen dat in de afgelopen maanden weinig emissies zijn aangekondigd en met name van particuliere zijde en mogelijk vanuit het buitenland wel belangstelling bestaat voor nieuwe leningen. Deze maand is de uitgifte aangekondigd van 9V2 15- jarige kapitaalobligaties van onze Centrale Bank. Gezien de onzekere marktverhoudingen zal de koers van inschrij ving bekend worden gemaakt op 8 februari terwijl de in schrijving is vastgesteld op 12 februari. De lening heeft een omvang van 100 miljoen. Het is de eerste maal in de geschiedenis dat de Rabobankorganisatie een beroep doet op de open kapitaalmarkt. Zoals uit de emissiepros pectus blijkt geschiedt de uitgifte van de lening ter ver ruiming van de voor de financiering beschikbare middelen. Door de relatief grote vraag naar krediet zowel bij de Cen trale Bank als de aangesloten banken en door de gelijk tijdige vertraging in de groei van de toevertrouwde spaar gelden, is behoefte ontstaan aan aanvullende financie ringsmiddelen. Dat de emissie geschiedt in de vorm van kapitaalobligaties ligt in het feit dat op deze wijze in het kader van de solvabiliteitsrichtlijnen van De Nederlandsche Bank tevens de vermogenspositie van onze organisatie wordt versterkt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 35