het nieuwe aktenbestand 19 mr. a. pak ad a. ad b. ad c. Zoals bekend werd op 17 oktober 1973 het geharmoniseerde aktenbestand geïn troduceerd. Dit tijdstip doet reeds vermoe den dat het nieuwe aktenbestand nu niet direct van de ene op de andere dag was te realiseren, doch dat daarentegen een diepgaande bestudering van de materie noodzakelijk was, alvorens tot een verant woord geheel kon worden gekomen. Bij de harmonisering is in de eerste plaats uitgegaan van het aktenbestand zoals dat in beide organisaties gebruikelijk was. Daarnaast is gebruik gemaakt van in het verleden opgedane ervaringen met het oude bestand en van suggesties die door aangesloten banken zijn gedaan. Voorts is er overleg gepleegd met de daarvoor in aanmerking komende afdelingen van de Centrale Bank en met de Technische Overlegcommissie Kredietverleningen is advies gevraagd aan de Koninklijke Broe derschap der Notarissen en zijn regelingen bestudeerd die bij andere financiële in stellingen werden gehanteerd. Het uitein delijk resultaat hiervan is te vinden in de nieuwe modellen, waarmee de banken nu zo langzamerhand bevoorraad zijn of wor den. Dit resultaat is niet alleen geweest een harmonisering maar evenzeer een drastische sanering. Ter illustratie van dit laatste geval enkele cijfers: situatie vóór resp. na harmonisatie: voor na aantal onderhandse akten 650 65 hypotheekakten, borderellen algemene voorwaarden en notarisverklaringen 171 8 Dat er met de bestellingen vóór de har monisering ook iets mis was, moge blij ken uit het feit dat er b.v. voor de Raiffei- senorganisatie in het jaar 1972 een totaal van 2500 hypotheekakten werd gepas seerd, volgens het model A 7, terwijl er 27.000 stuks van dit model werden besteld en geleverd uit het magazijn. Teneinde een aanzienlijke beperking van het aantal akten mogelijk te maken was het nodig tot een eenvoudiger en meer overzichtelijker systeem te komen. Enkele hoofdpunten van het nieuwe sys teem: 1. Tussen de financiering en de zekerheid is een splitsing gemaakt in die zin, dat elk bij een afzonderlijke akte wordt geregeld. 2. De zekerheden worden algemeen ge steld. Zij strekken dus tot zekerheid voor al hetgeen een cliënt ongeacht uit welke hoofde ook aan de bank schuldig is of mocht worden. 3. De financierings- en zekerheidsakten kunnen worden gebruikt onafhankelijk van de vraag of de financiering verstrekt wordt aan één of meer personen, aan een ven nootschap onder firma of een rechtsper soon. 4. De financieringsakten geven eerst een kort overzicht van de belangrijke voor waarden, zoals de hoogte van de schuld en de betaling van rente en aflossing, en verwijzen daarnaast naar de algemene be palingen welke op afzonderlijke bladzijden zijn gedrukt. 5. In de financierings- en zekerheidsakten is een ruimte opengelaten voor opneming van afwijkende of aanvullende bepalingen. Voor de hypotheken is hetzelfde systeem gevolgd. De hypotheekakte regelt alleen nog de hypotheekverlening, terwijl de schuld wordt vermeld in een onderhandse akte. Er zijn nu nog 3 model-hypotheek akten overgebleven, te weten één voor een bankhypotheek, één voor een vaste hypo theek, en één voor een bankhypotheek ten behoeve zowel van een aangesloten bank als van een hypotheekbank. Het is de verwachting dat in de praktijk vrijwel uitsluitend gebruik zal worden ge maakt van de bankhypotheek, nu deze ook kan worden toegepast bij een 2e of ver dere hypotheek en de bank niet tevens 1e hypotheekhouder is. Voor de hypotheekverlening op een recht van erfpacht, opstal of een appartements- recht is geen afzonderlijk model meer no dig, omdat daarvoor in de Algemene Voor waarden voor Hypotheken voorzieningen zijn getroffen. Deze Algemene Voorwaar den zijn toepasselijk zowel bij hypotheek verlening op onroerend goed als op sche pen. De ontvangen reacties op het nieuwe aktenbestand zijn in het algemeen zeer positief, en voor zover er kritiek is, richt deze zich voornamelijk op „druktech nische" kwesties. Ten aanzien van de inhoud van de nieuwe akten zijn als voornaamste vragen naar voren gekomen: a. de toestemming van de Centrale Bank voor de verhuring van een hypothecair verbonden onderpand; b. in geval van extra aflossing op een lening strekt deze in mindering op de laatste aflossing; c. de begroting van 25% voor achterstal lige rente en kosten in de hypotheek akten. De toestemming van de Centrale Bank voor verhuring van een hypothecair ver bonden onderpand is in de hypotheekakte en in de Algmeene Voorwaarden opgeno men om een extra beveiliging in het be lang van de banken in te bouwen. Ver huring van een hypothecair onderpand kan de executiewaarde daarvan sterk vaak negatief beïnvloeden. Na de verleende toestemming kan bij executie alleen nog een verhuurd onderpand worden verkocht. Het te verkopen pand kan niet eerst wor den ontruimd of als gemakkelijk te ont ruimen worden aangeboden, zoals vóór het verlenen van de toestemming tot verhuur het geval was. De markt voor dit soort onderpanden beperkt zich in het alge meen tot de beleggers, en de opbrengst zal ook sterk bepaald worden door de huurprijs die betaald moet worden. Voorts kan zich in een dergelijk geval de situatie voordoen dat de bank meent tegenover een goede relatie moeilijk de toestemming tot verhuring te kunnen weigeren. In dat ge val kan dan een beroep worden gedaan op het ontbreken van toestemmig van de zijde van de Centrale Bank. Bij leningen is bepaald dat een extra af lossing in mindering strekt op de laatste aflossing (met andere woorden de looptijd van de lening verkort) zodat de normale aflossingen in beginsel gewoon moeten worden voldaan op de overeengekomen tijdstippen. Het doel van deze bepaling is dat de debi teur niet het recht heeft betaling van de normale aflossingen te weigeren, omdat hij voorloopt met het aflossingsschema. Dit zou bepaald onaangename gevolgen kun nen hebben indien de extra aflossing bij voorbeeld plaats vindt ten gevolge van een gedeeltelijke verkoop van het hypothecair verbonden onderpand. Uiteraard staat het de bank volkomen vrij in bepaalde geval len wel vrijstelling van aflossing te ver lenen, doch de debiteur kan hier geen aanspraak op maken. Ondanks de hoge rentevoet is slechts een percentage van 25 als begroting voor achterstallige rente en kosten in de hypo theekakten opgenomen, omdat dit percen tage geen problemen geeft of zou behoe ven te geven. Immers het is ongewenst om eerst bij een financiering in te grijpen na dat er een rente-achterstand van 2V2 jaar is ontstaan. In de praktijk wordt dan ook veel eerder bezien of en welke maatrege len er in een bepaald geval genomen moe ten worden. De eerste tijd zal het ongetwijfeld nog even wennen zijn voor men geheel met het gebruik van de nieuwe modellen vertrouwd is. Ook zullen er na deze korte toelichting zeker ten aanzien van bepaalde punten nog vragen rijzen. Aarzelt u in een der gelijk geval niet de nodige informatie te vragen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 21