persconferentie
12
„Middelenaariwas, liquiditeitspositie, remmen kredietverlening, spaarneiging,
rente-ontwikkeling, RPS en Spaarbanken, buitenland en autonomie", dat wa
ren kernwoorden, die tijdens de persconferentie in Hotel l'Europe op 16 januari
in Amsterdam te horen vielen.
Zo'n persconferentie is een jaarlijks terugkerend vragenuurtje voor de verza
melde journalisten van de financiële redacties en van de landbouwpers.
Wij hebben er geen behoefte aan ten
aanzien van de Bondsspaarbanken verder
over de brug te komen dan een herhaling
van onze bereidheid tot een open gesprek,
met name op plaatselijk niveau. Bij onze
banken en bij de spaarbanken leeft de
plaatselijke autonomie. Wij als Centrale
Bank laten het gesprek aan het plaatselijk
overleg over.
Het internationale aspect van ons bedrijf
is versterkt door de mede-oprichting van
de London Continental Bank Ltd. Deze
kan ons helpen met investeringen, speciaal
ten behoeve van grote agrarische coöpe
raties. Ook ons eigen buitenlandse be
drijf, dat overigens al jaren door een be
langrijke afdeling van de Centrale Bank
wordt behartigd, zal verder uitgebreid
worden. Wij volgen daarbij de wensen
en behoeften van onze cliënten.
Om een indruk te geven van de onder
werpen die ter sprake kwamen, vatten wij
enkele antwoorden van de Centrale Bank
in eigen woorden samen.
Dat de liquiditeit in 1973 zou verminde
ren, was in het beleid voorzien. Dat jaar
is begonnen met een liquiditeit van 19%
van de toevertrouwde middelen en ge
ëindigd met 15
In het laatste kwartaal zijn remmingen
op de uitzettingen toegepast, vooral ten
aanzien van de hypotheekverlening voor
de woningbouw. Het bedrijfsleven, vooral
het agrarische, krijgt in deze omstandig
heden de prioriteit, ook al zou dit in een
bepaalde sector marktverlies betekenen.
Collega-banken bevinden-zich trouwens in
dezelfde positie.
Het spaartegoed is in 1973 gestegen, al
was het inlegoverschot beduidend minder
dan in 1972. Wij hebben minder dan de
handelsbanken de verschuiving van spaar
en rekening-courant geld naar bank
deposito's ondervonden. Ons spaarders-
publiek is stabieler. Per spaarder is een
lager bedrag ingelegd dan bij de handels
banken, doch groter dan bij de RPS.
Verwacht mag worden dat de spaar
neiging in de naaste toekomst toe zal ne
men. De ervaring heeft uitgewezen, dat
men in moeilijke tijden zoals wij nu be
leven, voorzichtiger wordt en bepaalde be
stedingen uitstelt.
Ook valt om dezelfde reden momenteel
een zekere vermindering van de krediet-
vraag te constateren. Van moeilijkheden bij
bedrijven, die tót afwijzing van een krediet-
vraag leiden, is door ons nog niets be
speurd. De komende maanden zullen leren
of zich hier problemen gaan voordoen.
De prijsstijging van de olie zal de tuin
bouwbedrijven, met name die lichte olie
stoken, onder zware druk zetten. Als men
15 cent per liter meer moet betalen, be
tekent dit 15.000,kostenstijging per
jaar voor een tuinder die voorheen bijvoor
beeld 20.000,per jaar verdiende. Steun
van het Rijk en bijstand van het Borg
stellingsfonds voor de Landbouw en van
andere regelingen is dan zeker nodig.
De toekomstige rente-ontwikkeling is
moeilijk te voorspellen. Maar na het abnor
maal hoge niveau van de laatste tijd,
wordt toch voor het komende halfjaar een
iets normale verloop verwacht. De ergste
uitschieters lijken thans achter de rug.
Ook het regeringsbeleid speelt hier een rol.
De geldmarkt is veel te krap geworden.
De ingevoerde indirecte kredietbeheersing
leidde tot verscherpte concurrentie bij het
aantrekken van middelen. De banken heb
ben voorts lang moeten uitzien naar schat
kistpapier, waarvoor de belangstelling als
rentedragend element in de verplichte liqui
diteitsreserve zeer groot is. Onze voorkeur
gaat uit naar liquide middelen in de vorm
van schatkistpapier.
Wie het initiatief tot de besprekingen
tusen RPS en Bondsspaarbanken geno
men heeft, is ons niet bekend. Wij vrezen
zo'n retailbank niet, maar hebben er be
zwaar tegen omdat op deze wijze een
aanzienlijk bedrag in handen komt van
een instituut, waarin de staat veel te ver
tellen heeft. De staat heeft ook reeds een
zware stem bij de belegging van gelden
van instellingen als het Burgerlijk Pen
sioenfonds, de Giro e.d.