rabomerica: samenwerking tussen centrale bank en bank of america 8 behoefte aan internationale bankdiensten Het bericht, dat de Centrale Rabobank en de Bank of America voornemens zijn op korte termijn een dochter- bank onder de naam Rabomerica International Bank N.V. op te richten, zal ongetwijfeld de aandacht van velen, vooral ook uit de eigen kring van onze organisatie getrok ken hebben. Al zal de naam van de Amerikaanse partner de meesten van onze lezers niet onbekend zijn, zij zullen toch willen weten: wat is de Bank of America, waartoe dient de nieuwe bank en waarom gaat onze Centrale Bank deze samenwerking aan. Door de fusie van de beide vroegere coöperatieve bank instellingen is onze Rabobankorganisatie één van de grootste in het Nederlandse bankwezen geworden. Dat schept te meer de verplichting om voortdurend op de beste wijze aan de behoeften van al onze cliënten te blij ven voldoen. Bij ons streven daartoe valt het op, dat de traditionele cliëntenkring van onze banken - particulieren, het midden- en kleinbedrijf, maar vooral ook het agrarische bedrijfsleven - meer en meer contacten met het buitenland onderhoudt en behoefte heeft aan gespecialiseerde bank diensten daarbij. De Nederlandse economie is traditioneel sterk internatio naal georiënteerd. Van ouds gold dat vooral voor de han del, maar ook de sterke industrialisatie, die de laatste decennia hebben laten zien, is niet los te denken van de wereldeconomie. Prof. dr. Joh. de Vries noemt in zijn jongste boek de continuïteit van het industrialisatieproces het eerste kenmerk van onze economie en als tweede noemt hij de verbondenheid met de wereldeconomie. Onze cliënten maken natuurlijk evenzeer als die van andere banken deel uit van de Nederlandse volkshuishou ding en zij beïnvloeden en ondergaan tegelijkertijd de ken merken daarvan. De bedrijven zijn zich bewust, dat zij niet in een door grenzen besloten economie werken, maar be trekken van dichtbij of van ver over die grenzen hun grond stoffen of produkten dan wel verkopen hun produkten aan het buitenland. De agrariërs, boeren en tuinders, moeten steeds hun blik gericht houden op wat er elders aan de hand is, want grondstoffen komen veel al van buiten, de afzet gaat vaak voor een belangrijk deel naar het buiten land en de „agribusiness" is sterk afhankelijk van wat zij kan importeren of exporteren. Trouwens voor de particu liere cliënt geldt eveneens, dat hij veel meer dan vroeger de kans heeft, dat hij op deze of gene wijze zodanig bij het buitenland betrokken wordt, dat hij daarmee een finan ciële transactie moet verrichten. De Centrale Bank heeft daarom al sinds enige tijd de be hoefte gevoeld om ten behoeve van haar cliënten haar internationale bankdiensten verder te versterken. Dit is eenzelfde verschijnsel, dat men de laatste tijd ook al in de rest van het Nederlandse bankwezen heeft kunnen waar nemen. Bankinstellingen hebben zich met buitenlandse tot samenwerking verbonden, of vormen met buitenlandse een soort club om op deze of gene wijze hun bankbedrijf beter Prof. dr. Joh. de Vries: De Nederlandse economie tijdens de 20ste eeuw. 1973.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 10