28 De verzameling munten van de Centrale Bank bestaat hoofdzakelijk uit Nederlandse munten en is zo samengesteld, dat ze als het ware de historie van ons land weerspiegelt. Dat is niet alleen aantrekkelijk voor de volwassen bezoekers, maar is vooral van betekenis als de vijfde en zesde klassen van lagere scholen bij het bezoek aan een nieuw bankgebouw tegelijk de muntenverzameling komen bekijken en hen daarbij een breedvoerige uitleg wordt gegeven. Bijna alle munttypen, zowel gouden, zilveren als bronzen, die in De Nederlanden zijn geslagen en er hebben gecirculeerd, zijn in de verzameling aanwezig. Ze zijn aangevuld met een aantal klassieke munten, om het ontstaan van het muntwezen te verklaren en te verduidelijken. Het is in ons land wel een uitzondering dat een bankinstelling - afgezien van De Nederlandsche Bank- een eigen muntenverzameling bezit. In het buitenland, bijvoorbeeld Duitsland, komt dit veel meer voor. Dergelijke collecties worden meestal permanent geëxposeerd in de hal in daarvoor ontworpen en beveiligde vitrines. Bij de Centrale Bank heeft de muntenverzameling een ander doel; het is een waardevol publiciteitsmedium. De ondervinding heeft geleerd dat de verzameling, wanneer ze geëxposeerd wordt ter gelegenheid van de opening van een nieuw bankgebouw van een plaatselijke bank, veel belangstelling trekt en het aantal bezoekers verhoogt. Om een voorbeeld te noemen: op 4 september, ter gelegenheid van de Koninklijke Jubileumviering, was de verzameling te bezichtigen bij de Rabobank Apeldoorn. Het aantal bezoekers bedroeg niet minder dan 9.000. Hoe is de Centrale Bank er toe gekomen een muntenverzameling aan te leggen? In het dorp Heeze, de plaats waar de eerste boerenleen bank van de Eindhovense Centrale Bank werd opgericht, wordt jaarlijks een zogenaamde „Brabantse Dag" gehouden, die met allerlei festiviteiten en een historische optocht wordt gevierd. De directeur van de boerenleenbank, de heer Van den Heuvel, wist dat de schrijver een tamelijk uitgebreide verzameling munten bezat, waarin Brabantse munten rijkelijk vertegenwoordigd waren. Hij vroeg hem in 1962 deze verzameling op die feestdag in het bankgebouw te mogen exposeren. Op die dag bezochten 1.250 personen de expositie! Het toeval wilde dat mr. Ph. C. M. van Campen, toen nog Algemeen Directeur van de Eindhovense Centrale Bank, in het bestuur zat van de Stichting Brabantse Dag en derhalve kennis kreeg van het succes van de expositie. Een tijd later werd de schrijver door de directie van de Centrale Bank gevraagd of hij genegen was zijn verzameling aan de bank te verkopen. In april 1965 vond de overdracht plaats, waarbij als voorwaarde werd gesteld, dat hij voor het onderhoud en de administratie van de verzameling zou blijven zorgen en deze door aankopen zoveel mogelijk zou trachten te completeren. Sedert 1965 zijn, veelal via veilingen te Amsterdam, belangrijke aankopen gedaan, waarbij genoemd mogen worden de aankoop van 2 belangrijke verzamelingen uit particulier bezit.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 30