rechtsverhoudingen
rond de bouw
19
In het maatschappelijk verkeer kennen wij tal van
rechtshandelingen. Daarvan is koop wel de meest
voorkomende. Daarnaast bestaan de
huurovereenkomst, de arbeidsovereenkomst, de
kredietovereenkomst en nog vele andere
overeenkomsten.
Koop en verkoop is een overeenkomst waarbij de
één zich verbindt om een zaak, bijvoorbeeld een huis,
te leveren en de andere om daarvoor de
bedongen prijs te betalen.
Huur en verhuur is een overeenkomst waarbij de
één zich verbindt om de ander het genot van een
zaak, bijvoorbeeld eveneens een woning,
te doen hebben gedurende een bepaalde tijd en
tegen een bepaalde prijs, welke de laatste aanneemt
te betalen.
De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst, waarbij
de één, de werknemer, zich verbindt, in dienst
van de ander, de werkgever tegen loon gedurende
een zekere tijd arbeid te verrichten.
mr. a. m. g. bernard
partijen
drie-eenheid
Hoe staat het als men tot de bouw van een
woning besluit?
Er is geen sprake van koop, behalve van
de grond. Evenmin is er sprake van een
arbeidsovereenkomst. Maar wel kan men
spreken van het verrichten van enkele dien
sten (architect) en van aanneming van
werk (aannemer).
Bij het bouwen zijn verschillende partijen
betrokken.
In de eerste plaats de bouwer zelf, ook ge
noemd bouwheer, opdrachtgever, aanbe-
steder of principaal. Hij is iemand die per
soonlijk of namens een belangengemeen
schap, bijvoorbeeld een vereniging, een
naamloze vennootschap, een coöperatie,
de opdracht geeft tot het ontwerpen en het
bouwen van een bouwwerk.
Tegenover de aanbesteder staat de aan
nemer. Hij belast zich uitsluitend met het
bouwen volgens een schriftelijke overeen
komst, de aannemingsovereenkomst, ge
baseerd op bestek en tekeningen van een
architect.
De aannemer beschikt over personeel zo
als betonvlechters, metselaars, timmerlie
den. Vaak staat hem daarbij een uitvoer
der ten dienste. Hieronder is iemand te
verstaan die dagelijks het werk leidt van de
timmerlui, metselaars enz. Niet te verwar
ren met de uitvoerder is de onderaanne
mer, die dezelfde plaats inneemt als de
aannemer tegenover de aanbesteder, in die
zin dat de onderaannemer contractant is
van de (hoofd)aannemer en slechts een
bepaald deel van het werk aanneemt, bij
voorbeeld het grondwerk.
De laatste decennia ten slotte is de figuur
van de architect sterk op de voorgrond ge
komen. Hij is belast met het ontwerpen van
het uit te voeren project. Gewoonlijk is hij
ook belast met de leiding van en het toe
zicht op de ten uitvoerlegging, waarbij hij
optreedt als vertegenwoordiger van de op
drachtgever of bouwheer. De architect
voert de „directie". Bij grotere bouwwerken
draagt hij een deel daarvan, het dagelijks
toezicht, meestal op aan een opzichter die
bij hem in dienst is.
Ten slotte spreekt de overheid nog een har
tig woordje mee. We behoeven maar te
denken aan de bouwvergunningen, die rijk
en gemeenten afgeven, de Welstandscom
missie, de sloopvergunningen, de bestem
mingsplannen of de voorbereiding tot een
bestemmingsplan ter plaatse, de Monu
mentenwet, de Hinderwet, de gemeente
lijke verordeningen op het gebied van de
brandveiligheid.
Principaal, architect en aannemer behoren
ideëel gezien tijdens de bouw als het ware
een drie-eenheid te vormen. De architect
is in deze samenwerking - er kan niet ge
noeg op gewezen worden - niet uitsluitend
belast met het ontwerp van het gebouw en
de constructieve details, maar neemt te
vens als bemiddelaar een vertrouwens
positie in tussen de principaal en aanne
mer.
De laatste is verantwoordelijk voor het
doen en laten van zijn personeel en de vak
bekwaamheid daarvan.
De rechtsbetrekkingen tussen principaal,
architect en aannemer, zoals de bouw
wereld die kent, zijn volkomen aan de wet
ontgroeid. De wet heeft de rechtsbetrek
kingen op het gebied van het verrichten
van enkele diensten trouwens slechts sum
mier aangestipt en niet uitgewerkt of nader
geregeld. De bouwwereld maakt zelf rege
lingen.
In het algemeen krijgt de principaal alleen
„Bestek en Algemene Voorwaarden" voor
gelegd, opgesteld door de architect. Daar
naast bestaan er tal van regels, waarvan
de bouwheer doorgaans nauwelijks weet
heeft.
De architecten hebben hun positie vastge
steld in de Algemene Regelen (A.R.) voor
de honorering van de architect en de ver
dere rechtsverhouding tussen opdracht
gever en architect. Zij zijn vastgelegd door
de Bond van Nederlandse Architecten
(B.N.A.) te Amsterdam. Later zijn ze aan
gevuld of gewijzigd.
Voor bepaalde werken met rijksfinancie
ring, kerken, woningwetbouw, restauratie
van monumenten zijn bovendien bijzon
dere regelingen gemaakt.
De rechtsverhoudingen in de aannemings
wereld steunen vrijwel op het Burgerlijk
Wetboek. Dit definieert in artikel 1637 b de
aanneming van werk als een overeenkomst,
waarbij de ene partij, de aannemer, zich
verbindt, voor de andere partij, de aanbe
steder, tegen een bepaalde prijs een be
paald werk tot stand te brengen. Er is dus
geen gezagsverhouding zoals bij een ar
beidsovereenkomst. Ter aanvulling op het
Burgerlijk Wetboek werden ook voor de
aannemer bijzondere regelingen vastge
steld. Wij noemen de „Algemene Admini
stratieve Voorschriften" (A.V.V.) voor de
uitvoering en het onderhoud van bouwkun
dige en waterbouwkundige werken. Een
andere regeling vormen de „Algemene
Voorschriften van Waterstaat" (A.V.), de
„Algemene Besteksbeperkingen" voor de
uitvoering van bouwwerken" (A.B.) en de
befaamde „Risicoregeling Woningbouw".
Hiernaast bestaat een uitgebreide recht
spraak niet alleen van de gewone burger
lijke rechter, maar ook van de Raad van Ar
bitrage voor de Bouwbedrijven.
Later zullen wij ingaan op bepaalde aspec
ten van het bouwen, zoals honorering van
de architect, betaling van de aannemings
som, meer- en minderwerk, aansprakelijk
heid en risico.