e.g.-landbouwprijzen 18 landbouwcommentaar Het zal ook voor het landbouwbeleid van belang zijn wan neer men dit gevaar kan bezweren. De Europese Commissie heeft reeds enkele gedachten ge opperd voor het overwinnen van de energiecrisis. De Commissie stelt voorop - een vrij verkeer van energie dragers in de E.G. waardoor de lasten van de olieboycot worden verdeeld. Verder is er sprake van een z.g. Marshallplan voor de Arabische Staten. Het is op dit moment niet bekend of daar ook de voedsel voorziening van de Arabische wereld toe behoort. Er zou wel reden toe zijn want het is bekend dat onze olieleve ranciers grote moeite hebben om hun bevolking zelf te voeden en afhankelijk zijn van leveranties van de V.S., Rusland en West-Europa. De V S. hebben officieel de ge dachten over een voedselboycot van de hand gewezen en ook de West-Europese landen (inclusief Nederlandse pootaardappelen) blijven leveren. Toch zou een grotere zekerheid op dit gebied welkom kunnen zijn voor de Ara bieren, terwijl ook een uitgebreide technische hulp voor de voedselproduktie in de Arabische staten in de rede zou liggen. In het algemeen zal voedselhulp en ontwikkeling van voed- sellandbouw in de ontwikkelingslanden, meer aandacht moeten krijgen. De gestegen prijzen op de wereldmarkt treffen de grondstofarme ontwikkelingslanden het meest. De hoge kunstmestprijzen maken ook de landbouwpro- duktie daar moeilijk. Een afremming van de economische groei in het Westen zal ongetwijfeld de ontwikkelingshulp in de knel doen komen; concentratie op één van de meest essentiële on derdelen ervan zou daarom bepleit moeten worden. De discussie over de E.G.-landbouwprijzen voor 1974/75 komt reeds nader. In januari wil de heer Lardinois voorstellen gaan doen. Zijn memorandum zal dan wel in de boekenkast zijn te recht gekomen, want de ministers van landbouw toonden er weinig belangstelling voor: de energiecrisis heeft het gesprek over overschotten een theoretisch karakter ge geven. Inmiddels schieten de prijzen van de agrarische produktiemiddelen omhoog. Het C.O.P.A. heeft berekend dat in december 1973 de kos ten met 14% tegenover het vorig jaar waren gestegen. Over de verdere ontwikkeling kan het C.O.P.A. zich nog niet uitspreken. Het is zeer de vraag of de Commissie alleen kan volstaan met een voorstel over de prijzen zonder een zekere be heersing van de stijging van de kosten in het vooruitzicht te stellen. Wanneer men volstaat met de traditionele me thode, dan zou er in de herfst wel eens een aanvullende verhoging nodig kunnen zijn. Een onwezenlijk grijze schemering hing over de kantoor ruimten van de Centrale Bank. In het geheimzinnig half duister bewogen zich zwijgend de stille figuren van per soneelsleden. De hier en daar opflikkerende lichtjes ge tuigden van de ook nu nog niet aflatende hartstocht van de rokers. Alleen, meer dan ooit te voren was het aan steken van hun sigaar of sigaret een ritueel. Lang poogden zij het vlammetje levend te houden in de palm van hun hand om zo even een illusie van warmte en behaaglijkheid te wekken. Dan als de kleine vlam was uitgeblust, schurk ten ze diep weg in hun dikke overjassen en pijnlijk turend naar de witte vlekken van het papier, dat opschemerde tegen het donkergrijs van hun bureaus, werkten ze door. Zoals ze dat ook vroeger deden, vroeger toen alles nog warmte uitstraalde en overal licht, heerlijk licht brandde Zo'n stukje als hier boven, vloeit bijna vanzelf uit je vin gers, als je even hebt gepraat met een pessimist, die werkzaam is bij onze Centrale Bank, zoals mij onlangs overkwam, toen ik in Utrecht een Commissievergadering moest bijwonen. Maar als je bij je bezoek ook met een paar optimisten - en die zijn er veel, gelukkig - keuvelt, dan blijkt het alle rnaar wel mee te vallen met de directe gevolgen van de energiecrisis. Nochtans moet het mij van het hart, dat ze daar bij de Centrale Bank snel en goed een antwoord pogen te geven op het grote probleem van onze tijd, door metterdaad zuinig te doen met elektriciteit. Dat is piet zo'n grote moeite, want wie eens binnengluurt in de moderne kantoorzalen, wordt steeds opnieuw over weldigd door de enorme hoeveelheid licht, die er neer- plenst uit de plafonds. Die bezuiniging leidde overigens bij een van de kantoren van onze Centrale Bank tot een komisch incident, dat zo klassiek is en zo vaak in allerlei omstandigheden is voor gekomen, dat het nauwelijks mogelijk lijkt, dat het nu nog eens gebeurde. Toen er op verschillende verdiepingen gewerkt werd aan het verminderen van de lichtsterkte, werd daar lakoniek op gereageerd. Maar dezelfde avond kwam een functiona ris zeer ernstig zijn beklag doen. Bij zo'n zwakke ver lichting konden hij noch de andere medewerkers hun werk nog naar behoren verrichten. Vanaf het ogenblik, dat de elektricien de lampen had ver anderd was het mis. Zere ogen, moeilijke voorhoofden. Een onmiddellijk onderzoek volgde, want de verzorgings- dienst van zo'n groot kantoor staat immer paraat. En wat bleekOp de betreffende afdeling brandden de lichtjes nog voor de volle honderd procent, zoals ze altijd hadden gedaan. De technicus had alleen maar een paar voorbe reidingen getroffen voor de volgende dag. Met rode konen droop de eenzame klager af. Zo ziet u wat suggestie vermag, zelfs bij nuchtere bankmensen. Maar u of mij zou zoiets nooit overkomen, nietwaar? Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 20