topconferentie gevolgen voor de landbouw 17 De energiecrisis beperkte zich niet tot olie. Kunstmest werd in korte tijd driemaal zo duur en bestrijdingsmiddelen waren moeilijk verkrijgbaar omdat de handel de situatie kennelijk wilde aanzien. Ook afgeleide produkten, zoals het plastic dat gebruikt wordt voor het inkuilen, werden schaars. Wat voor de situatie in het algemeen geldt, geldt ook hier: men kan niet voorspellen hoe de toestand zich in de komende maanden zal ontwikkelen. Wel is er de indruk dat de overheid oog heeft voor de betekenis van de voed- selproduktie en dat b.v. vervoer van melk mogelijk zal blijven. De machtiging die de regering gevraagd heeft voor het inkomens- en prijsbeleid zal voorlopig de landbouw niet direct raken: de prijzen van landbouwprodukten worden óf in Brussel bepaald óf op veilingen en markten en deze prijzen zijn steeds buiten prijsbeschikkingen gebleven. Dit zal ook wel zo blijven, zolang Nederland de export niet aan banden legt, hetgeen alleen zou kunnen wanneer de E.G.-landbouwpolitiek terzijde wordt gesteld. Ook de inkomensvorming in de land- en tuinbouw blijft buiten be schouwing. De Franse president Pompidou heeft voor de derde maal het initiatief genomen tot een bijeenkomst van de rege ringsleiders van de E.G.-landen. Ditmaal was de aanlei ding de politieke onmacht die de Europese landen toon den in het conflict in het Midden-Oosten. Het waren de V.S. en de Sovjet-Unie die letterlijk over de West-Europese landen heen en zonder hun inspraak, de zaken in het Midden-Oosten regelden. Nederland is nooit zo'n voorstander geweest van topcon ferenties en van politieke samenwerking der Europese staten omdat in de praktijk dit neerkomt op het volgen van de Franse anti-Amerikaanse politiek. De topconferentie van oktober 1972 in Parijs eindigde met een lange lijst van zaken die de E.G. snel zou moeten regelen, maar waar niets van terecht is gekomen. Eén er van is een grotere economische en monetaire samen werking welke voor de E.G.-landbouwmarkt van grote betekenis is; men heeft bij lange na niet gedaan wat reeds enige tijd geleden werd vastgesteld en het gevolg is dat met de z.g. tweede etappe naar de Economisch Monetaire Unie niet in 1974 kan worden begonnen. De energiecrisis leek de kaarten weer opnieuw te hebben geschud. De V.S. bij monde van minister Kissinger waren minder dan vroeger geïnteresseerd in wat Parijs zei, en dreven als het ware Pompidou naar de E.G.-partners toe. Duitsland toonde zich meer Europees gezind dan ooit, Engeland was economisch verlamd door oliegebrek en door stakingen, Nederland zou concrete samenwerking op energiegebied wellicht willen inruilen voor procedures die in het E.G.-verdrag niet zijn voorzien. Wat stond er voor de landbouw op het spel? Wanneer de topconferentie mislukte dan zou volgens haar voorzitter Ortoli, de Europese Commissie niet aftreden maar zou dit lichaam vanzelf verdwijnen. Gelukkig was het niet denk baar dat de E.G.-landen de Gemeenschap zouden ver loochenen, maar dadeloosheid op een belangrijk terrein als de energie, zou ook het bestaande, d.w.z. de gemeen schappelijke landbouwpolitiek, in gevaar brengen. Waarom zou Engeland blijven meedoen wanneer de regio nale politiek niet van de grond komt? Waarom zou Duits land blijven betalen, wanneer het b.v. bij de energiecrisis alleen zijn kastanjes uit het vuur moet halen? De topconferentie heeft besloten om zichzelf te prolon geren: tweemaal per jaar zal men in dezelfde samenstel ling bijeenkomen. In politieke noodsituaties zullen de E.G.- landen door spoedoverleg zo veel mogelijk één front vor men; voor de energieproblemen zal de Europese Commis sie voor eind januari een plan moeten uitwerken waarover de Raad van de E.G. dan een beslissing moet nemen. Het gevaar van herhaalde topconferenties is dat de ge wone Raad van de E.G. geen belangrijke beslissingen meer neemt. Wanneer nl. een of meer ministers in het nauw wordt gedreven wordt het probleem doorgeschoven naar de topconferentie, waar de betrokken leiders even tueel het verzet kunnen opgeven in ruil voor iets anders. Zo zou het kunnen dat de landbouwprijzen door een top conferentie worden vastgesteld, wellicht niet als officieel agendapunt maar in de wandelgangen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 19