1,4s-i
bankbeveiliging
31
gebracht. Eigen schade van de bank wordt
door deze verzekering niet gedekt.
Wanneer bijvoorbeeld een medewerker van
een bank een aanvraag voor brandverze
kering van een cliënt niet doorgeeft aan
de verzekeringmaatschappij of daarbij
voor de verzekeraar van belang zijnde ge
gevens riiet vermeldt en de cliënt nadat
zijn woning is afgebrand, tot de onaange
name ontdekking komt dat de brandverze
kering nooit tot stand is gekomen, dan zal
de bank voor deze schade aangesproken
kunnen worden. Indien, hetgeen te ver
wachten is, de bank tot vergoeding van
deze schade over zal moeten gaan, dan
kan deze uitkering voor vergoeding door
de Waarborgmaatschappij in aanmerking
gebracht worden.
Zou het de verzekering van een van de bij
kantoren van de bank zijn geweest die
niet aan de verzekeraar was doorgegeven,
dan zou de daaruit voorvloeiende schade
niet bij de Waarborgmaatschappij voor
vergoeding in aanmerking gebracht kun
nen worden. Ook andere nalatigheden of
fouten van personeelsleden waardoor de
bank zelf schade lijdt, dus zonder dat een
derde aanspraak tegenover de bank kan
doen gelden, zullen niet door deze be
roepsaansprakelijkheidsverzekering gedekt
worden maar door de bank zelf gedragen
moeten worden. Hierbij is met name te
denken aan schade welke voortvloeit uit
gebleken kastekorten.
De in het hierboven bedoelde polisregle
ment neergelegde verzekering gaat minder
ver dan die welke voorheen gold voor de
banken die aangesloten waren bij de
vroegere Eindhovense organisatie binnen
de regelingen van het Onderlinge Waar
borgfonds der Boerenleenbanken. In die
regeling gold een algehele verzekering
voor schade ten gevolge van wanprestatie
ongeacht of deze de bank zelf of derden
betrof.
De bestudering van deze dekking binnen
de harmonisering van regelingen voor de
nieuwe organisatie heeft tot de conclusie
geleid dat voor verzekering op onderlinge
basis tussen alle aangesloten banken al
leen de aanspraken van derden in aan
merking gebracht zou dienen te worden.
Resumerend kan worden gesteld dat in de
beroepsaansprakelijkheidsverzekering dek
king wordt geboden voor die schade die
door derden wordt geleden omdat de bank
en haar personeelsleden hun taak niet
hebben vervuld zoals dat van hen mocht
worden verwacht; de door de bank uit
deze hoofde zelf geleden schade komt
voor dekking onder deze verzekering niet
in aanmerking.
Dit najaar zijn door de Centrale Bank aan
alle Rabobanken nieuwe 'Beveiligingsvoor
schriften' toegezonden alsmede diverse
circulaires aangaande beveiliging. Omdat
wij al jarenlang op dit gebied actief zijn,
zou de indruk kunnen ontstaan, dat onze
organisatie met het doorvoeren van ver
nieuwingen op het gebied van de balie
afschermingen, kluismateriaal, algemene
veiligheidsmaatregelen enz. zo'n beetje op
eigen houtje aan het pionieren is. Dat is
beslist niet het geval. Er vindt zeer goed
overleg en nauwe samenwerking plaats
tussen overheid, bankinstellingen en P.T.T.
om gezamenlijk aan de steeds toenemen
de en agressiever wordende vormen van
overvallen en inbraken, zoveel mogelijk
het hoofd te kunnen bieden.
Het is dan ook een prettig verschijnsel te
noemen, dat op het punt van uitwisseling
van belangrijke gegevens met betrekking
tot de beveiliging geen concurrentiestrijd
onder banken en P.T.T. in het geding is.
De samenwerking speelt zich af binnen
de Algemene Commissie Beveiliging Ban
ken en P.T.T. (kortweg A.C.B. genoemd)
in welke Commissie de overheid c.q. jus
titie en directeuren van de bankinstellin
gen en P.T.T. vertegenwoordigd zijn. De
uitspraken van bedoelde Commissie, die
al jaren geleden met medewerking van de
Nederlandse Bankiersvereniging werd op
gericht, zijn bepalend voor het beleid dat
ten aanzien van de beveiliging bij banken
en P.T.T. dient te worden gevolgd.
Hierbij mag vermeld worden, dat de A.C.B.
geruggesteund wordt door enkele vaste
commissies, de zogeheten Deskundigen
Commissie, waarin de beveiligingsfunctio
narissen van de betrokken bankinstellin
gen en P.T.T. zijn vertegenwoordigd en de
Technische Commissie, waarin door be
veiligingstechnische en bouwtechnische
functionarissen is zitting genomen.
Voorts zijn er naast de zogenaamde vaste
commissies diverse subcommissies op spe
ciale en aanverwante terreinen van de be
veiliging werkzaam, zoals onder andere
een zogenaamde 'prioriteitencommissie'
(A/B-systeem van de P.T.T.), een 'Commis
sie voor Optische en Akoestische beveili
ging' en een 'Buizenpost Commissie'.
Na deze opsomming zal het duidelijk zijn,
dat van een 'op eigen houtje' te werk gaan
geen sprake is.
Het is echter niet slechts van belang dat
er op het gebied van de beveiliging veel
wordt besproken, doch het is nog belang
rijker dat er daadwerkelijk iets wordt ge
daan.
Daarom geeft het ons voldoening te kun
nen zeggen, dat onze banken in dit op
zicht zeker niet achteraan komen in ons
land, zulks ondanks het grote aantal ves
tigingen en de daardoor extra hoge lasten
die daaruit volgen. Het zo onjuist zijn
deze 'beveiligingsvoorschriften' te zien
als een stok achter de deur van de ver
zekeringsmaatschappij, welke in geval van
calamiteiten tot uitkering dient over te
gaan. Zij moeten door ons ervaren worden
als een bijdrage aan de wezenlijke be
scherming van mensen, geld en gelds
waarden. Van het grootste belang is hier
bij te beseffen, dat het beveiligen van een
bank niet valt of staat met het treffen van
uitsluitend materiële voorzieningen, zoals
onder andere pantserglasafscherming, een
deugdelijke kluisinrichting en het aan
brengen van een overvalalarm. Immers als
daarnaast de overige maatregelen niet in
acht worden genomen, dreigen deze kost
bare voorzieningen waardeloos te worden.
Immers elke ketting is zo sterk als de
zwakste schakel. In dit verband ligt de
verantwoordelijkheid voor een zo goed
mogelijke beveiliging op de schouders van
een ieder die binnen het bankbedrijf werk
zaam is. Slechts dan, wanneer iedereen
ten volle meewerkt aan de naleving van
de beveiligingsmaatregelen, kunnen veelal
kostbare beveiligingsvoorzieningen een
nuttig effect hebben en zullen de bedra
gen, die hiermede gepaard gaan, niet
meer 'een zware contributie aan de onder
wereld' behoeven te worden genoemd.