naaldwijk: één nieuwe gestalte voor twee oude bekenden 16 alles eerlijk en open op tafel ondernemend in een ondernemende gemeente Kersvers was de nieuwe Rabobank in Naaldwijk toen wij in het begin van de vorige maand een gesprek mochten heb ben met de tweehoofdige directie van deze bank: mej. M. C. Krook en de heer B. Uittenbroek. De fusie, die ook in dit geval het 'nieuwe' tot aanzijn had geroepen, is op 1 novem ber jl. werkelijkheid geworden. Te kort ge leden nog om alle sporen van het verleden uit te wissen, want de bank kent nog haar twee gebouwen, de oude hoofdkantoren van de beide fusiepartners. Het Westland, de glazen stad, met Naald wijk in het midden, mag dan in vele op zichten binnen en buiten onze grenzen befaamd zijn, landschappelijk zullen wei nigen er enthousiast over worden. Maar dat kantoorgebouw, vroeger van de Boe renleenbank, staat daar aan het Wilhel- minaplein, geflankeerd door de heel oude kerk met daarachter het Heilige Geest hofje, toch wel op een heel mooi plekje. Opmerkelijk was, dat in ons gesprek eigenlijk bijzonder weinig het accent lag op de moeilijkheden, die aan deze fusie zijn voorafgegaan. Wanneer twee grote flinke banken, die ieder meer dan 70 jaar in dezelfde plaats hebben gewerkt, die elkaar weliswaar niet in de haren zaten, maar die vroeger toch nauwelijks contact met elkaar hadden en los van de ander ieder voor zich haar weg vervolgden, tot fusie besluiten, zou men toch hele boeien de verhalen mogen verwachten over de eerste schuchtere toenaderingen, verwik kelingen rond besprekingen, impasses en harde doorbraken. Niets van dat alles. In Naaldwijk deden ze het anders: moet het? dan doen we het! De aanleiding was natuurlijk de fusie van de Centrale Banken, maar de aan leiding was ook, dat mej. Krook en de in 1971 bij de Raiffeisenbank benoemde directeur, de heer Uittenbroek, heel goed met elkaar overweg bleken te kunnen. De Centrale Bank heeft niet behoeven te 'por ren', al wordt wel met veel waardering gesproken over de begeleiding, die de heren Roncken en Van Steenwijk gegeven hebben om de vlugste weg naar de fusie te vinden. 'We zijn er', zo wordt ons gezegd, 'van uitgegaan dat we elkaar eerlijk moeten bejegenen. We hebben gewoon eerlijk en open op tafel gelegd wat er is. Anders was er misschien vertraging ontstaan. Daarna is het heel snel gegaan.' De heer Uittenbroek zei het zo: 'Zelf dacht ik de Westlander te kennen als een harde. Men was echter nog harder dan ik meen de, want nadat we op 23 januari door de commissie Roncken en Van Steenwijk op de feiten gedrukt waren, nl. wat er alle maal moest gebeuren, was op 1 maart de zaak rond, althans achter de schermen. We hebben in die periode wel ervaren, dat je overleg nooit moet afbreken. Als je dat doet, verlies je je doel: het succes in de wereld begint waar anderen op houden.' Ook mej. Krook heeft aan deze ontwikke ling evenzeer van harte meegewerkt. Als je weet, dat de Boerenleenbank geduren de haar hele bestaan een Krook tot direc teur gehad heeft, vervult je oprechte waardering voor de brede blik, die mej. Krook ook bij deze fusie heeft getoond. We begrijpen haar echter heel goed, wan neer ze zegt, dat het fusiebesluit en de eerste november haar wel even iets gedaan hebben. Dat kan ook niet anders, wanneer je als directeur al van huis uit met een bank bent opgegroeid. En als de fusie nu eens was afgeketst? Beide directeuren zijn van oordeel, dat leden, cliënten en het grote publiek dit beslist niet begrepen zouden hebben. Als we het niet gedaan hadden, zouden we eikaars rem geweest zijn. Want de ver standhouding was te goed en dan zou je dingen niet gaan doen om de ander. De nieuwe Rabobank vertoont een karak teristiek, die ons typisch voor de be woners van het Westland lijkt: niet te veel omkijken, want je hebt het met de toe komst al druk genoeg. Er is werk genoeg aan de winkel. Niet alleen zal er een nieuw hoofdkantoor gebouwd worden - de grond is al gekocht - maar vooral vergt het op bankgebied goed bedienen van de vanouds zeer ondernemende bevolking van de bank zelf ook een ondernemende aanpak. En daar zal het niet aan ontbre ken, men heeft er plezier in! De gemeente Naaldwijk telt 23.000 inwo ners, nl. 13.000 in Naaldwijk zelf, 6.000 in Honselersdijk en 4.000 in Maasdijk. Laatst genoemde plaats heeft zelf een Rabobank, waarmee Naaldwijk naar eigen zeggen fijn samenwerkt. Omdat Naaldwijk een welvarende plaats is - het gemiddeld inkomen per belasting plichtige is 1.500,- hoger dan elders in het land - zijn er nog al wat banken neer gestreken. De concurrentie van onze bank telt 10 vestigingen. Bang voor concurrentie zijn ze in Naald wijk echter niet, ook niet als er nog eens een (semi-)staatsbank van P.T.T. en Bondsspaarbanken mocht komen. „De mensen hier zullen niet gauw naar het Rijk gaan met hun eigen geld, zo'n amb telijk apparaat ligt hun helemaal niet. Wij beschikken als geen andere bank over de kennis, die nodig is voor ons bedrijf. Dat komt vooral omdat we in onze besturen over een enorme hoeveelheid kennis, er varing en relaties beschikken. Dat heeft de beide banken in het verleden groot gemaakt en zal ons ook nu groot houden.' Mej. Krook en de heer Uittenbroek zeggen onverbloemd trots en blij met hun Bestuur en Raad van Toezicht te zijn. Banken bui ten de Rabobankorganisatie zijn er jaloers op! Zonder zelfverheffing, maar toch een beet je trots op de nieuwe bank, worden en kele cijfers genoemd: 'We hebben met de aparte structuur van de Rabobankorgani satie een vooraanstaande plaats in Naald wijk verworven.' Balanstotaal ca. 120 a 125 miljoen: medewerk(st)ers: ca. 75, re serves ca. 8 miljoen. De bank kent ongeveer 2.500 leden, 2.500 privé-rekeningen, 3.500 zakenrekeningen en heeft ongeveer 72 miljoen aan spaar gelden. De omzet bedraagt ƒ4 a ƒ5 mil jard en de omzet in het buitenlands ver keer 75 miljoen. Een geweldige groei is er geweest en niets wijst er op, dat dit in de toekomst minder zal worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 18